Psalm 46: 12 ‘Een vaste burcht is onze God’

liturgie middagdienst zondag 6 november 2016

welkom
zingen: Gz. 310: 1,2,3 LB ‘Bewaar ons, Here, bij uw woord’
moment van stilte en gebed
votum en groet
zingen: Ps. 48: 1,4 GK ‘De HEER is groot en hooggeëerd’
gebed
Schriftlezing: Psalm 46
zingen: Ps. 46: 1,2,3 LB ‘God is een toevlucht t’allen tijde’
verkondiging: Psalm 46: 12 ‘Een vaste burcht is onze God’
zingen: Gz. 401: 1-4 LB ‘Een vaste burcht is onze God’
gebed
collecte
als geloofsbelijdenis zingen: Gz. 221 (GK 16) – melodie Gz. 402 LB

allen
1. Nu zingen wij getroost en blij
van vreugdevolle dingen,
om samen in Gods cantorij
zijn liefde te bezingen.
God bracht verandering teweeg
die wondermooi gestalte kreeg
in Christus, onze Here.
mannen
2. De dwaalgeest had mij in zijn macht,
liet mij geheel ontsporen.
Een kwelling was het dag en nacht
voor dood te zijn geboren.
Ik zonk, zo zondig als ik was,
steeds dieper weg in het moeras
van oeverloze onmacht.
allen
3. Maar Gods verdriet om deze strijd
is al vanouds gebleken
toen Hij in zijn barmhartigheid
zijn vaderhart liet spreken.
Hij gaf het Woord dat bij Hem was;
het Woord dat in Gods ogen las
is kostbaar, uitermate.
vrouwen
4. Aan liefde gaf Hij een gezicht,
het heil kreeg handen, voeten:
zijn lieve Zoon heeft zich verplicht
de zonden uit te boeten.
Dit Woord met daden onderstreept
heeft voor de dood ons weggesleept
en doet ons met Hem leven.
allen
5. Gods Zoon, een pasgeboren kind,
zijn majesteit verborgen –
de ster is Hij, een sterveling
die opstaat in de morgen.
Geen macht heeft Hem de weg versperd.
Zo is, nu Hij de redder werd,
het rijk van God aanstaande.
zegen
amen: Gz. 48: LB ‘Amen dat is: zo zal het zijn’
Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
Afgelopen maandag, 31 oktober, was het hervormingsdag.
Dit jaar heeft dat extra aandacht gekregen, want het is zeker in Duitsland maar ook in ons land de start van een jaar lang herdenken en vieren van 500 jaar Reformatie.
Dit omdat volgend jaar, 31 oktober 2017, het 500 jaar geleden is dat Maarten Luther zijn 95 stellingen in Wittenberg aan de kerkdeur liet vastspijkeren dia 2
om de misstanden in de kerk van zijn tijd aan te kaarten en in discussie te brengen.
Dat wordt meestal gezien als het begin van de grote reformatie van de 16e eeuw,
waardoor niet alleen Duitsland maar heel Europa en zelfs de wereld veranderd is.
Ik weet zeker dat u er het komende jaar op allerlei manieren over zult horen, in kerkdiensten, en waarschijnlijk ook op het dorp als we als kerken gaan proberen om
die herdenking invulling te geven en de mensen te laten zien waar we voor staan.

Vanmiddag willen we vooral inzoomen op dat lied dat bij uitstek bekend staat als
hét ‘Lutherlied’: ‘Een vaste burcht is onze God, een wal die ’t kwaad zal keren’.
Het is niet het enige lied dat Luther heeft geschreven, er zijn 39 liederen bekend.
We hebben er al een gezongen: ‘Bewaar ons, Here, bij uw woord’, straks gaan we
het belijdenislied Nun freut euch lieben Christen g’mein zingen, in de Nederlandse
hertaling van Ria Borkent: ‘Nu zingen wij getroost en blij van vreugdevolle dingen’.
Ook de berijming van het Onze Vader wordt gezongen op een melodie van Luther.
En we kennen nog wel meer van zijn liederen: ‘Kom tot ons, de wereld wacht’(Nun komm der Heiden Heiland), ‘Die in de dood gebonden lag’ (Christ lag in Todes-banden’), en het kerstlied ‘Dit is de dag die God ons schenkt’ – het zijn prachtige liederen die graag gezongen worden: Luther was talig – hij heeft zelfs de hele
Bijbel in het Duits vertaald, een enorme prestatie – hij was ook erg muzikaal.
Wat Luther ook gedaan heeft is een aantal psalmen niet berijmd maar er een nieuw lied van gemaakt, waarin lijnen worden doorgetrokken naar Christus en het NT.
Zoals ook bij dat Een vaste burcht, waar Luther boven heeft gezet: “De 46e psalm.
En – in het Latijn – God is onze toevlucht en sterkte – Deus noster refugium et virtus’.
Niet een vers na vers berijmde psalm maar een kerklied over Christus: “Zo gij ’t nog niet wist: Jezus Christus is ‘t, de Heer van ’t heelal, die overwinnen zal”, en: “al wordt
de wereld ook een hel, wij vrezen niet, – Immanuël zal stellig ons bevrijden”..

Het is bijzonder je te verdiepen in de achtergronden van dit lied vol troost en hoop.
Er is wel gedacht dat het ontstaan zou zijn in 1521, toen Luther in een echte burcht
zat, de Wartburg, dia 3 waar vrienden hem na de rijksdag in Worms toen hij als een ketter was veroordeeld en vogelvrij verklaard, in veiligheid hadden gebracht, en waar Luther het Nieuwe Testament vertaald heeft in het Duits – dia 4 – het zou mooi zijn
om dit lied daaraan te linken: de meest veilige en allersterkste burcht is God zelf.
Maar toch klopt dit niet, en is dit lied enkele jaren later ontstaan, in 1527, wat voor Luther zelf en ook voor zijn gezin en zijn gemeente een heel moeilijk jaar is geweest.
Hij had ernstige lichamelijke kwalen, zo erg dat hij en zijn omgeving dacht dat hij er
dood aan zou gaan; waar ook een geloofscrisis bij kwam, waarover hij later zei dat
hij leed aan zware aanvechtingen zodat hij zich in dood en hel geworpen voelde.
In de zomer van datzelfde 1527 brak ook nog de pest uit, waaraan veel mensen stierven, en waardoor ook in zijn eigen gezin mensen ziek werden, onder wie zijn zoon Hans; veel gemeenteleden en studenten ontvluchtten de stad maar Luther bleef want hij wilde als herder niet zijn schapen in de steek laten: gelukkig bleef hij en bleef ook zijn gezin gespaard maar het was een zware tijd waarin de dood dichtbij was.
Midden in die ellende kreeg Luther ook nog het bericht dat een goede vriend en collega als ketter was veroordeeld en terechtgesteld op de brandstapel. Luther schreef dat de enige troost die overbleef, het enige wapen tegen de woedende satan is dat we het woord van God hebben, en dat Jezus hoe dan ook overwinnaar is.
Die zekerheid en dat houvast vinden we terug in het lied dat kort erna ontstond en voor het eerst in 1529 gepubliceerd werd, gebaseerd op de troost van Psalm 46: “
“de HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob”.
dia 5
En als je de omstandigheden waaronder dit lied is geboren, erbij bedenkt, gaat het
meer leven en komt het echt binnen: “laat duizend duivels om ons staan, belust om te verslinden, geen vrees mag omns ternederslaan, wij mogen het toch winnen”…
“hoe satan ook woedt, en wat hij ook doet, ’t is machteloos geweld, zijn vonnis
Is geveld…..Gods heilig woord alleen houdt stand…Gods rijk blijft ons behouden”.
In andere woorden diezelfde enige troost van de gereformeerde catechismus uit Heidelberg: ik ben in leven en sterven, met lichaam en ziel, eigendom van Christus.
Wat meegaat door alle tijden mee en een houvast kan zijn in allerlei moeilijke omstandigheden voor mensen in nood , vervolgde christenen, een bedreigde kerk.

Nou, en dan is die oude psalm 46 een prachtig lied om dat geloof uit te zingen.
Ook een psalm die uit de nood geboren is – nood vooral vanwege wat heet ‘het woeden van de volken, en het ineenstorten van regimes, oorlogen die uitbreken en ook na veel verwoestingen weer uitwoeden en ophouden – herkenbaar ook in onze tijd – en dan ook nog natuurgeweld wat van alle tijden is, denk concreet aan Italië –
en daar kun je onrustig van worden en bang, misschien zelfs van in paniek raken – maar dan is het geloof dat God regeert en niet loslaat met wie Hij iets is begonnen,
een hele troost en geeft dat weer moed: “daarom vrezen wij niet, al wankelt de
aarde en storten de bergen in het diepst van de zee; laat de watervloed maar kolken en beven, de hoge golven de bergen doen beven…” want – en dat is in deze psalm
de rode draad, het refrein tot drie zelfs vier keer toe: “God is voor ons een veilige
schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood” (vs. 2); “de HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob” (vers 5 en nog eens vs.12).
dia 6
Ja, en daarom blijft de stad van God – toen Jeruzalem – overeind in een verwarde en woelige wereld, ook al staat die stad van alle kanten onder druk en gaat het in die stad zelf ook lang niet goed allemaal, want “met God in haar midden stort zij niet in,
vroeg in de morgen komt God haar te hulp” – daarom komt er weer een nieuwe dag.

Dat wil niet zeggen dat deze psalm ons wil laten geloven dat het altijd wel vrede is,
of dat wie in God geloven gespaard zullen blijven bij natuurrampen of in oorlogen.
We weten dat het vaak andersom is, denk maar aan zoveel geloofsvervolging in
de tijd van Luther en ook in onze eigen tijd, en het is waar dat oorlogen soms ook
weer ophouden – de psalmdichter ziet daar God achter die in wat gebeurt zijn hand
heeft (“wereldwijd bant Hij oorlogen uit”) maar wat duurt het soms lang en wat kost
het veel levens en schade – en wanneer gaat het stoppen in Syrië, Irak, Sudan, en
noem nog maar wat brandhaarden op, en hoeveel aanslagen gaan er nog komen?
dia 7
Dan vraagt het wel veel vertrouwen en ook geduld: met God zijn wij veilig, ons leven zeker, God is voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in nood.
Weer: het betekent niet dat onze huizen en gebouwen wel overeind blijven, dat de muren waar wij ons goed en veilig achter voelen, blijven staan en ons beschermen.
Ik vind heel bijzonder dat in 2011, tien jaar na dat vreselijke van 9/11 in New York, president Obama juist Psalm 46 voorlas bij de herdenking op Ground Zero – ik zie het Hillary Clinton niet doen en Donald Trump al helemaal niet – en dat op een plek waar muren zijn ingestort en de trots van Manhattan als een kaartenhuis in elkaar zakte, waarbij heel veel slachtoffers vielen, onder wie ook veel gelovige mensen.
En dan toch geloven: “met God in haar midden stort zij niet in” – hoezo niet?
dia 8
Ja, maar dat gaat niet over wat wij gebouwd hebben en waar wij op vertrouwen:
ons eigen huis, zo’n machtig financieel centrum, onze aardse zekerheden.
Het gaat in die psalm over de stad van God en zijn heilige woning, de tempel.
Daar waar God woont is veiligheid omdat God zelf daar garant voor staat, en je bij God altijd veilig bent, ook midden in gevaren en bij ziekte, en door oorlogen heen.
Maar zodra het iets van onszelf wordt en God niet meer in het middelpunt staat, valt alles weg en zakken zelfs de stevigste zekerheden als een kaartenhuis in elkaar.
Het is zelfs met die stad van God gebeurt – Jeruzalem op aarde – toen ze daar
hun eigen gang gingen en God hen overliet aan zichzelf; toen ze in misplaatst zelf vertrouwen dachten dat hun niets kon overkomen omdat ze toch Gods tempel in
de stad hadden, liet God die tempel afbreken en zijn volk afvoeren naar Babel.
Want het is alleen waar in geloof en door genade dat God met ons wil zijn, het
kan nooit een trotse zelfverzekerde conclusie zijn uit vermeende eigen goede bedoelingen of geloofspretenties van toch gelovig en toch gereformeerd zijn…
dan is wat met Gods oude bondsvolk is gebeurd een harde leerzame les…..

Maar vooral, wat spreekt er een trouw van die goede God uit, tegenover zijn Israël toen en tot vandaag toe, en ook tegenover ons die Jezus willen volgen: “God is
voor ons een veilige schuilplaats, een betrouwbare hulp in de nood…de HEER
van de hemelse legers is met ons, een burcht is ons de God van Jakob”. Zoals
die bemoediging vaker in de Bijbel voorkomt, zoals in meer psalmen. dia 9 Het
is een sterk beeld in de Bijbel dat God is als een burcht waar je veilig bent.
En Luther vertaalt dat door tot op Jezus die voor ons duivel en dood overwonnen heeft: de strijd zou verloren zijn, “al onze macht is ijdelheid, wij gaan terstond verloren, wanneer de held niet voor ons strijdt, die God heeft uitverkoren…Jezus Christus is ‘t , de Heer van ’t heelal, die overwinnen zal, God zelf staat ons terzijde”.
Het is vast met Paulus’ bemoediging in het achterhoofd dat wat er ook ons overkomt, wij meer dan overwinnaars zijn, door Hem die ons liefheeft, Christus onze Heer.
Daarom is dat lied van Luther niet een parmantig strijdlied maar een lied van kleine kwetsbare mensen, in een wereld van dreiging en dood, maar met een sterke God.

Er is op Luther veel aan te merken – denk alleen maar aan wat hij geschreven heeft over de Joden – maar we hebben ook veel aan hem te danken – zoals in het kort geleden verschenen boek van prof. Selderhuis over Luther staat: “een kwetsbaar mens, een mens die worstelt met wie God is…. Luther als de zoeker die weg wil van de angst voor God en onderweg is naar een andere God dan die van thuis…..vooral
een mens die probeert christen te zijn”….een mens met “aandoenlijke geloofsstrijd
en prachtige troostwoorden”….dus niet een mens om te verheerlijken, ook niet als
we de komende maanden terugkijken op 500 jaar reformatie, maar een mens die
ons met al zijn fouten en gebreken – die we niet mogen verbloemen – ons leert
roemen in God alleen en leert vluchten naar de enige burcht die veiligheid geeft:
“een vaste burcht is onze God” dia 10 amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *