Matteüs 1: 18-25: Maak het mee met…Jozef (4e adventszondag)

Liturgie 4e adventszondag – 18 december – Rorate

dia 1 ‘Maak het mee met Jozef’

Kerkenraad komt binnen: handdruk – afkondigingen

dia 2 Projectlied 4

1. Een ster laat mensen weten:
de nacht gaat snel voorbij.
God zal ons niet vergeten,
Hij houdt van jou en mij.

2. De hemel helpt je hopen
met woorden in de nacht.
Houd dan je oren open,
want God wekt nieuw kracht.

Aansteken adventskaars(en)

Spreker : In de duisternis verwachten wij
het licht dat komen zal,
Hem, die in de nacht der nachten
wordt geboren in een stal.

Onze hunkerende ogen
blijven op één doel gericht,
op de opgang uit de hoge,
de verschijning van het licht.

Op zijn lieflijke verschijnen
in het midden van de tijd,
in de harten van de zijnen
in de wereld wijd en zijd,

de eerste kaars wordt aangestoken.

Spreker : op de wereldwijde vrede,
als Hij werkelijk komen zal,
te beginnen in het heden,
te beginnen in een stal.

de tweede kaars wordt aangestoken

Spreker: Want een Kind is ons gegeven,
want een Zoon staat ons terzij,
op zijn lippen eeuwig leven,
op zijn schouders heerschappij.
de derde kaars wordt aangestoken

Spreker: Op zijn wonderlijke namen –
Vader, raadsman, vredevorst –
is ons antwoord ja en amen,
daar ons hart naar vrede dorst.

de vierde kaars wordt aangestoken
.
Spreker: Al zijn namen die wij noemen,
stralen in volmaakte pracht
als een tuin vol voorjaarsbloemen,
als de sterren in de nacht.

Inleidende tekst op votum (voorganger)

“In de duisternis van onze wereld zien wij het stralende licht,
voelen wij de koesterende warmte, zien we hoe volmaakt het zal zijn.”

Korte stilte

“Hoe ons leven er op dit moment ook uitziet,
hoe we op dit moment in de wereld staat,
voor elk van ons geldt wat we nu zingen:….

gezongen votum – groet – gezongen amen

Inleidende tekst Jesaja 45: 8: Hemel, laat gerechtigheid neerregenen, laat haar neerstromen uit de wolken, en laat de aarde zich openen. Laten hemel en aarde redding voortbrengen en ook het recht doen ontspruiten.

Zingen: Gz. 80: 1-4 GK ‘O Heiland, open wijd de poort
Wet van de HEER
Zingen: Ps. 19: 1,3 ‘Het ruime firmament maakt wijd en zijd bekend’
Gebed
Schriftlezing: Jesaja 7: 10-17
Zingen: Lied 125: 1,2,3 ‘O kom, o kom Immanuël’
Schriftlezing: Matt. 1: 18-25
Zingen: Lied 125: 4,5 ‘O kom, Gij sleutel Davids’
Verkondiging ‘Maak het mee…met Jozef’
Zingen: Lied 148: 1,2,3 ‘Wees wellekom, Immanuël’
Gebed
Collecte
Zingen: Opwekking 535 In het stro van een geleende kribbe’
Zegen
Amen : Opwekking 602 ‘Vrede van God’

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders, zusters, jongens en meisjes,
dia 3
Zeg, ik moet je wat vertellen, ik ben in verwachting!
Dat is meestal geweldig mooi nieuws, een fantastisch bericht.
Eerst natuurlijk als je dat als vrouw kunt vertellen aan je man: ik ben zwanger.
En later zijn ouders er blij mee, dat ze voor het eerst of weer opa en oma worden.
En het gaat rond in de familie, en in de kring van vrienden en vriendinnen…en
als je lid van de kerk bent, zijn daar ook veel mensen blij voor je en met je…….

Maar helaas gaat het soms anders, als die zwangerschap ‘niet de bedoeling’ was,
of het gevolg is van vreemdgaan; dan is het een grote schok en schrik: eerst voor
jezelf, dan ook voor die vriend-voor-één nacht, of die getrouwde man met wie je het
had aangelegd, en natuurlijk helemaal voor de eigen echtgenoot en voor je familie.
Hoeveel kinderen zijn er niet de dupe van in hun leven, van een moeilijke start……

Vroeger moesten ongehuwde moeders en stellen die een kind gekregen hadden vp
voordat ze wettig getrouwd waren vaak voor in de kerk publiek schuld belijden, met alle schaamte erbij, voordat het kind gedoopt kon worden – begrijpelijk maar toch zijn er ook vragen bij te stellen want waarom gebeurde dat niet bij andere zonden, en bij veel dat verkeerd was maar niet aan het licht kwam? Het is in elk geval heel zwaar voor wie dat betrof, en voor de familie en anderen die ermee te maken hadden.

In de Bijbelse tijd, binnen Israël, was het nog heel wat heftiger; in de wetten van Mozes staat zelfs het gebod dat als een man gemeenschap heeft met een vrouw die als met een ander verloofd is, ze allebei door steniging gedood moeten worden – we
weten ook wel hoe ze later een vrouw die op overspel was betrapt,bij Jezus brachten en vroegen wat met haar gebeuren moest, of ze volgens Jezus moest worden gestenigd, en dat de Heer toen zei: wie zonder zonde is, laat die maar de eerste steen gooien, en hoe ze allemaal afdropen en Jezus die vrouw vergeving schonk.

Nou, met dat allemaal in ons achterhoofd, moeten we ons proberen voor te stellen wat in Jozef omging toen zijn verloofde zei: ‘ik moet je wat vertellen, ik ben zwanger’.
We weten niet precies wanneer het hoge woord eruit kwam bij Maria – meestal wordt aangenomen dat het was toen ze drie maanden bij haar verre nicht Elisabet was geweest en weer terug was in Nazaret, en het toen wel moest en ook wilde vertellen.

Reken maar dat het een moeilijk moment is geweest want hoe kon ze de blijdschap over die geweldige boodschap van Gods engel overbrengen op haar aanstaande man: ik verwacht een kind, een heel bijzonder kind, maar jij bent niet de vader, de
vader is God zelf – mijn kind, ons kind, is verwekt door toedoen van de Heilige Geest – maar wie gelooft dat nou, en wat moet je daarmee als je verloofde je dat vertelt?

In de BGT staat wel heel direct wat Jozef in eerste instantie gedacht zal hebben:
“Ik kan niet met Maria trouwen, want ze is zwanger van een ander”. Dat moet wel.

En dan was de ergste optie: Maria aanklagen wegens overspel, met alle vreselijke gevolgen, wat Jozef niet wilde want hij hield van Maria, en hij was een goed mens,
staat erbij – de BGT vertelt het zo verder wat in Jozef omging: “ik moet Maria wegsturen, maar dat zal ik in het geheim doen, anders zullen de mensen haar behandelen als een slechte vrouw”. En dat wilde Jozef tot alle prijs voorkomen.

Dan maar Maria met een echtscheidingsbrief wegsturen, buiten de rechters om,
en zo ook zelf een stuk van de pijn van een verbroken relatie met zich meenemen.
Hij kan het niet meemaken, en zal als het aan hem ligt, de bevalling niet meemaken.
Er is een droom voor nodig – die als vaker een wegwijzer van God bleek te zijn –
om Jozef te laten delen in het geheim van Maria, en mee te nemen in Gods plan.

dia 4 Maak het mee met … Jozef
1. waarom hij werd uitgeschakeld
2. hoe hij werd ingeschakeld

dia 5
1 Jozef uitgeschakeld, als man en vader, bij het ter wereld komen van Gods zoon.

‘Stel je voor dat alles goed komt’ –Jozef kon het zich eerst helemaal niet voorstellen,
ziek als hij was door wat Maria hem had verteld: geen huwelijk samen, geen toekomst, en wat zouden ze denken en zeggen: de familie, de mensen in het dorp
waar ze alles van elkaar wisten en je de blikken voelde, en wel wist wat ze dachten.
En Maria zal het ook vreselijk moeilijk hebben gehad: logisch dat hij me niet gelooft,
het is ook zo wonderlijk: niet getrouwd, toch een kind, en een heel bijzonder kind…
Zou ze er straks alleen voor staan, als ongehuwde moeder, kwetsbaar en hulpeloos,
en zouden ze niet allemaal denken dat zij ontrouw geweest was, een overspeelster?

“Ik wil God dienen. Laat er met mij gebeuren wat u gezegd hebt”, dat had ze gezegd
tegen de engel Gabriël, toen die haar die mooie en tegelijke moeilijke boodschap had
gebracht over de zoon die geboren zou worden en die zo belangrijk zou worden later. Stel je voor dat alles toch goed komt, Heer, maak alles goed, ook met Jozef!

Jozef, wie was hij eigenlijk, en wat wordt zijn rol in het plan dat God met Maria heeft?
We weten dat Jozef van beroep timmerman was, en dat hij in Nazaret woonde, dat
in onze tijd een flinke stad is, maar toen een plaatsje van niks dat niet eens op de kaarten stond en dat in allerlei officiële documenten niet terug te vinden was, en dan lag het ook nog in het gedeelte van het land dat Galilea heette, waar ze in Jeruzalem de neus voor optrokken en het Galilea van de heidenen noemden – kan uit Nazaret iets goeds komen, was de spot – en: denk niet dat uit Galilea ooit een profeet komt.
Het is des te schrijnender als je naar de stamboom van Jozef kijkt – waarmee de evangelist Matteüs zijn verhaal begint, en die teruggaat tot David en tot Abraham.

Eigenlijk was die timmerman uit dat gat in het noorden niemand minder dan de
kroonprins, de man die op grond van oude beloften van God aan David dat er altijd iemand uit zijn familie op de troon zou zitten, recht had op de troon in Jeruzalem.
Alleen zat daar nu een nazaat van Ezau op de troon, de wrede Edomiet Herodes,
en dat als zetbaas van de oppermachtige wereldheerser in Rome: keizer Augustus.

In Jozef was zichtbaar hoe diep dat huis van David aan lager wal geraakt was, wat
profeten trouwens al aangekondigd hadden, zoals Jesaja die het had over een oude omgehakte boom (‘de stronk van Isai’) en Amos: ‘het vervallen huis van David’……
Maar die profeten mochten ook al vanuit de verte het herstel van dat vervallen huis aankondigen en dat God op die oude omgehakte boom weer een nieuwe loot zou
laten groeien: “de dag zal komen, dat Ik aan Davids stam een rechtmatige telg laat
ontspruiten” (Jer. 23:6); “dan zal Ik het vervallen huis van David herbouwen”(Amos 9)
Vandaar dat Matteüs begint met die stamboom: van Abraham via David tot op Jozef.

Ja maar, dan zit er in die lange lijst van namen aan het eind een merkwaardige knik.
Gaat het steeds van generatie naar generatie, van vader op zoon – steeds met een
vader die een zoon verwekt en die weer een zoon, en zo tot op Jozefs opa Mattan
en Jozefs vader Jakob – en dan: “Jakob verwekte Jozef, de man van Maria”.
Maar dan niet: ‘en Jozef verwekte Jozua=Jezus’, maar: “’Jozef, de man van Maria.
“Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt”=messias=de gezalfde.
Ja, en wat Jozef eerst niet kon geloven, wordt hem door God zelf verzekerd: Jezus is verwekt door de Heilige Geest, en is een heilig kind, en de grote zoon van David.

Maar waarom die knik in die stamboom, waarom kon Jozef niet Jezus’ vader zijn?
Denk niet dat het komt omdat het huwelijk en de seksualiteit minderwaardig zouden zijn in Gods ogen of de voortplanting de zonde zou doorgeven – wat achter de leer van Rome zit dat Maria zonder zonde geboren zou zijn, en de gedachte dat Maria altijd maagd is gebleven en ook geen andere kinderen na Jezus gekregen heeft
(terwijl we in de Bijbel lezen over minstens vier broers van Jezus, en ook zussen).

Nee, Jozef moest aan de kant om God ruimte te geven om zijn Zoon in de wereld te brengen – wat helemaal uniek is, is dat Gods Zoon zelf zijn eigen moeder koos – en
dat God zo zijn belofte waarmaakte om aan Davids huis te geven wie dat huis zelf
nooit ter wereld kon brengen: een zoon die heilig zou zijn, zonder zonde, en ook
een koning die voor altijd zou regeren, zoals de engel eerst aan Maria vertelde en daarna in die droom ook aan Jozef: “God zal hem de troon van zijn vader David
geven, en hij zal voor altijd koning zijn en aan zijn regering komt nooit een einde”.
En: “Hij zal zijn volk redden, en ervoor zorgen dat hun zonden vergeven worden”.

Geweldige dingen die geen mens, hoe machtig ook en met hoeveel goede eigenschappen en bedoelingen ook, voor elkaar kan krijgen, maar God wel kan.
Stel je voor dat alles goed komt. Je kunt het je niet voorstellen, Maria kon dat ook niet, en Jozef niet; je kunt het alleen geloven en het van God zelf verwachten, en
dan je eigen plaats kennen en op die plek trouw zijn en het meemaken…met God.

Het is geweldig dat Maria eerst en Jozef daarna ook, door Gods engel bemoedigd,
dat hebben geloofd, en dan dan ook hebben meegemaakt, ook voor en met ons.
Maria die het eerst verwerken moest en daarna zich dienstbaar opstelde: de Heer wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat U hebt gezegd. Het werd zelfs een lied :
“God heeft mij, geringe, die Hem als dienstmaagd dien, goedgunstig aangezien,
en deed mij grote dingen….want heilig is zijn naam, Hij zal zijn trouw bewijzen”.
Daarna boog ook Jozef voor Gods plan en accepteerde de plek die God voor hem had: “Jozef werd wakker en deed wat de engel hem had opgedragen”. Hij trouwde met Maria maar “hij had geen gemeenschap met haar voordat haar zoon geboren
werd” – haar zoon, staat er veelbetekend bij, niet van Jozef, wat een offer voor
hem, en wat een les voor ons mensen: God wil ons redden, zonder toedoen van ons, Hij heeft ons niet nodig, maar wil ons niet kwijt, en wil zijn eigen kind aan ons geven en uiteindelijk zijn kind voor ons verliezen, om ons voor altijd voor zich te winnen.

Stel je voor dat het goed komt, met ons, met onze wereld, nu al en eens voorGoed…
Je kunt het je niet voorstellen als je ziet wat wij vandaag aan de dag als ervan terecht brengen met elkaar en vooral op wat wij stuk maken met en voor elkaar – “maar het is zoals geschreven staat: ” – schrijft Paulus met beroep op de profeet Jesaja – “Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft” (1 Kor. 2: 9) – en dat is de redding door zijn eigen Zoon -maak het mee,dat alles echt helemaal goed komt!

Daar zijn de namen die het Kind zal krijgen, veelbelovend voor: Joshua=Jezus, de Heer – en Hij is zelf die Heer – zal ons redden, redden van onze zonden en schuld,
en van de breuken tussen God en ons en tussen mensen en volken onderling – en
zo wordt het Immanu-el= God is met ons, nu al, en straks op een nieuwe aarde.
Het wordt niet meer onvoorstelbaar maar echt waar: het komt voor altijd echt goed!

dia 6. 2.Hoe Jozef werd ingeschakeld, als man van Maria en vader voor Jezus.

Het is u vast wel opgevallen hoe Jozef in die droom aangesproken wordt.
Het zal hem zelf ook zijn opgevallen en hebben verbaasd: Jozef, zoon van David.
Joodse mensen zijn zich bewust van hun afstamming, dus Jozef wist het vast wel.
Maar als je timmerman bent in zo’n achterafdorp, heel ver van de troon, dan speelt
dat weinig of geen rol meer, en de mensen wisten het niet eens, ze kenden Jozef als de dorpstimmerman; later zeggen ze over Jezus: je weet wel, die van de timmerman.

Heel bijzonder, die naam uit de mond van Gods engel: Jozef, zoon van David.
Extra bijzonder na wat hij van Maria had gehoord over wat de engel tegen haar had gezegd: “God de Heer zal hem de troon van zijn vader David geven.Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen”. Waarmee oude belofte al aan voorvader David gedaan, op Gods tijd werkelijkheid gaat worden: “Jou stel ik in het vooruitzicht dat je koningshuis eeuwig zal voortbestaan en je troon nooit zal wankelen” (2 Samuël 7: 16).

Kijk, en daarom ook die afstamming terug tot op David, met vooral afstammelingen van David die koning zijn geweest of rechtstreeks recht op de troon hadden, en die stamboom volgt de mannelijke lijn van de erfopvolging tot en met timmerman Jozef.
En nu schakelt God Jozef in om als echtgenoot Maria te steunen en om als vader voor Jezus te zijn, en ook te zorgen voor zijn gezin, en om het geld te verdienen als timmerman: “wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest”- en dus mag Jozef rekenen op Gods hulp en hoeft hij niet bang te zijn dat er ontrouw in het spel was bij Maria, en ook niet bang te zijn voor praatjes van mensen: samen kunnen jullie jullie kind blij verwachten.

Zo heeft God zowel Jozef als Maria ingeschakeld om zijn zoon als nazaat van David
geboren te laten worden en een plek te geven in Israël, als de aanstaande koning.Ik las:“Door Maria wordt hij Davids zoon, door Jozef tevens Davids definitieve opvolger. Door Maria ontvangt Hij Davids vlees en bloed, door Jozef Davids kroon en troon”.
En ook Jozef wil nu zijn taak op zich nemen: hij nam Maria bij zich als zijn vrouw.

In Lucas 3: 23 staat weer een stamboom die die begint bij Jezus, en dan lezen we:
“Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef”. Jezus zelf heeft Jozef ook als zijn vader gezien en gerespecteerd, terwijl hij wist dat eigenlijk God zijn Vader was; lees maar wat verteld over Jezus toen hij twaalf jaar was en achter was gebleven in de tempel en toen Jozef en Maria hem daar vonden, reageerde met:
“wist u niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn” – maar daarna mee naar huis ging, en we lezen: “hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun gehoorzaam”.
Jezus hield zich het 5e gebod: eer je vader en je moeder, voor hem: Jozef en Maria.

En zo heeft Jozef, samen met Maria, mogen meemaken dat het goed kwam met hen,
en dankzij de zoon die God aan hun zorgen toevertrouwde, het goed zou komen met hun volk en met hun familie, en met heel veel mensen overal in Gods wijde wereld.
Dat ging niet vanzelf, dat heeft voor Maria eerst en voor Jozef daarna best heel veel denken en verwerken en bidden en vast ook slapeloze nachten gekost, want wat was nou de bedoeling van God en waarom nou zo – wat een spanning en een stress – tot steeds meer een licht opging: God doet machtige daden waarvan we mogen zingen in plaats van erover te zuchten en ons zorgen te maken: God zal zijn trouw bewijzen.
Kunnen wij dat meemaken, ieder op eigen plek ingeschakeld: het komt goed!?

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *