Efeziërs 2: Eén in Christus (toerustingsdienst CGK-GKV – met nabespreking)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

dia 1

Eén in Christus.
Dat is het thema van deze dienst en van deze preek.
Omdat de NBV dat boven Ef. 2 heeft gezet, maar vooral omdat het daarover gaat.
Waarom dat thema vanavond, heeft alles te maken met het proces van steeds meer samenwerking waarin we als twee plaatselijke kerken al een aantal jaren zitten en
mogelijk de komende tijd nog intensiever zal gaan worden.
Met het oog daarop willen we proberen op een rijtje te zetten wat een christelijke kerk is en wil uitstralen, waaraan we elkaar herkennen en herkenbaar zijn naar buiten toe.

Ik zeg dat met opzet zo: wat een christelijke kerk is en wil zijn en wil uitstralen, en niet over gereformeerd, laat staan over christelijk-gereformeerd of over vrijgemaakt.
Niet omdat wat we meenemen uit onze geschiedenis onbelangrijk is, maar omdat
het dan zomaar gaat over afgeleide zaken of oud zeer of een soort huismerk.

Ik las. “Het moet ons niet gaan om een ‘gereformeerde identiteit’, maar om de
‘christelijke identiteit'”. En: “Wat typisch gereformeerd is is niet anders dan wat algemeen-christelijk is of zou moeten zijn”. Dat hebben we als collega’s ieder
op eigen manier geprobeerd neer te zetten of uit te tekenen: ik in de vorm van tien kernwaarden, collega Frank Meijer door concentrische cirkels – kijk straks maar.
Met de opmerking alvast erbij dat het niet bedoeld is om van alles vast te leggen,
laat staan dicht te timmeren en dan elkaar erop vast te spijkeren – er is alle ruimte
om erover door de denken en door te praten, ook om erop te schieten, aan te geven
wat mist of te veel is – en het laatste woord is er niet mee gezegd – het is een poging.
Ik las ook: “De gereformeerde traditie is niet voor één gat gevangen. Zij is veel te complex en veelkleurig dan dat ze met één of twee – of tien, zeg ik erbij – trefwoorden
weggezet zou kunnen worden”. Dat bedoelen wij dan ook niet, en proberen we niet.
En het is ook goed mee te nemen wat in een ander artikel wordt opgemerkt: “De gereformeerde familie mag zich profileren, maar niet zonder uitwisseling met anderen”. Want: “ook de gereformeerde traditie kent haar blinde vlekken en eenzijdigheden”. En: “zelfs de belijdenis blijkt soms voor verbetering vatbaar”.

Nou, en dat allemaal juist omdat de Bijbel ons leert dat wat ons verbindt niet allerlei
waarheden zijn die wij belangrijk vinden of keuzes die wij gemaakt hebben of een manier van kerk-zijn die ons vertrouwd is en die we graag vasthouden, maar dat het die Ene is die ons verbindt, allereerst met God en daarom ook met elkaar: Christus.
Ik las: “Het is van belang dat een gemeente zich alleen bindt aan Christus en zijn verzoenend werk en aan wat zijn apostelen en profeten hebben geleerd. Al te snel kunnen menselijke gewoontes en tradities de opbouw en de groei van de gemeente in de weg staan.” Ja, en veranderingen in die gewoontes en tradities zorgen al te vaak voor spanningen en onrust, en leiden tot uiteengroeien en zelfs uiteengaan.
Wat niet van vandaag of gisteren is maar van alle tijden; het speelde al in die eerste
christelijke gemeentes zoals die van Efeze, en is de achtergrond van deze brief.
dia 2
In die gemeente speelde – net als in veel andere net gestichte kerken in die tijd – de gigantische verandering dat Joden en niet- Joden – na eeuwen gescheidenheid en zelfs vijandigheid, en met allemaal eigen tradities en gewoontes – nu samen de ene kerk van de Heer Jezus vormden, en dat ging niet zonder slag of stoot, maar was
een ingrijpende verandering wat de nodige aanpassingen en inleveren meebracht.
Paulus bedoelt dat als hij schrijft over de ‘muur van vijandschap’ die is weggebroken
doordat Jezus ons mensen met God heeft verzoend en zo ook bij elkaar gebracht heeft – als mensen die ongeacht hun afkomst en achtergrond allemaal van genade moeten leven en daarom is niemand meer of minder dan die ander met zijn of haar
andere achtergrond, karakter, manier van denken en doen, maar – vers 18 – dankzij Christus en door Hem alleen hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.
dia 3
Als we dit hoofdstuk zo lezen, spreekt Paulus vooral de gemeenteleden aan die van huis uit niet-Joden waren en daarom totdat ze in Jezus waren geloven vanuit het Joodse volk als buitenstaanders gezien werden: onbesnedenen, buiten het verbond dat God gesloten had met Abraham en zijn nageslacht, zonder hoop en zonder God.
Wat de Joden trouwens niet het recht gaf zich boven die andere volken te verheffen,
want – Paulus weer – “net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze
wereldse begeerten” – ook als je het geloof van thuis hebt meegekregen, moet je het als zondig en beperkt mens hebben van Gods genade, heb je nergens recht op.
dia 4
Nou, en zoals dat toen was, is dat ook met ons vandaag, met alle verschillen die we kunnen hebben, dat dat ons verbindt: wij leven en kunnen alleen maar leven van
Gods genade – omdat God zo barmhartig is, omdat zijn liefde zo groot is, voor ons
die in onszelf dood waren, afgesneden van de wortels van ons bestaan, maar die
door Christus levend gemaakt zijn en nu al dichtbij God mogen leven: zijn kinderen.
Het is niet om trots op te zijn, maar om dankbaar voor te zijn en stil van te worden:
geen vreemdelingen of gasten meer – allochtonen, buitenstaanders – maar allemaal burgers van het rijk van God, zelfs: huisgenoten, onderdeel van Gods grote gezin,
en dus – samen met al die andere christenen dichtbij en ver weg – Gods kinderen,
en elkaars broers en zussen, met soms zelfs ingrijpende verschillen, één in Christus.
Dat vraagt ook van ons soms dat we muren die mensen gemaakt hebben of die door de geschiedenis zijn ontstaan, durven af te breken om elkaar te zoeken en samen te zoeken naar de weg die de Heer wil gaan en wat ook goed is voor onze naasten, om waar dat kan en mag wie nu nog buiten zijn te bereiken en te raken met Gods liefde.

Dat vraagt voor alles een houding van bescheidenheid en van dienstbaarheid, want als je Jezus wil volgen en met Hem verbonden wilt zijn,zul je ook op Hem gaan lijken.
Iemand schrijft: “Het volgen van Christus is altijd een afzien van jzelf. De gezindheid van Christus betekent altijd, dat je de ander belangrijker vindt dan jezelf. Of minstens even belangrijk. Dat wil ik iedereen vertellen”. En vooral ook: iedereen dat laten zien.
Maar dat begint natuurlijk in mijn eigen hart, mijn eigen leven, en in de gemeente.
Vanuit dat centrale, niet als een gereformeerde eigenaardigheid maar als een christelijke, een Bijbelse kernwaarde: dat alles genade is, en dat we alleen door
het geloof ons wat God ons wil geven eigen kunnen maken – geloof dat – staat ook in Ef. 2 – ook weer niet mijn inbreng of prestatie is maar een cadeau van Gods Geest.
Steeds weer die bescheidenheid waartoe de apostel ons oproept en wat de Heer
zelf ons voordeed: “door zijn genade bent u gered, dankzij uw geloof, maar (ook) dat (geloof) dankt u niet aan uzelf, het is een geschenk van God”. God alleen de eer!
dia 5
Diezelfde bescheidenheid past christenen met een niet-Joodse afkomst zeker ook ten opzicht van Gods oude bondsvolk, het Joodse volk – zoals Paulus in de brief aan de Romeinen waarschuwt dat zij als takken die later op de bestaande olijfboom Israël zijn ingeënt zich niet moeten verheffen boven de takken die er al zijn: bedenk dat
niet u de wortel draagt, maar de wortel u – en die wortel is Israël, door God geplant.
Daarom staat in die kernpunten ook iets over blijvende verbondenheid met Israël.
Paulus schrijft in dit hoofdstuk duidelijk dat bekeerde heidenen mogen gaan delen
in de burgerrechten van Israël, om de God van Abraham, Isaak en Jakob te dienen.
Dan past geen trots maar vooral heel veel dank: wij worden ook thuis gebracht!

Kijk, en van daaruit hamert Paulus zoals vaak in zijn brieven op het aambeeld van
de verbondenheid met elkaar in Christus en de eenheid die daaruit voortvloeit en
die tegelijk ook een opdracht is voor wie samen Gods gezin zijn. broers en zussen.
Een opdracht want Paulus wist en de ervaring leert dat het niet vanzelf gaat, lees
ook Ef. 4 maar waar de apostel er uitvoerig en in indringend op ingaat en concreet maakt hoe je die eenheid vorm kan geven: “Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft: één lichaam en
één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof,
één doop, één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in alles is”.
Ik weet niet hoe het u vergaat, maar toen ik dat weer las en opschreef, dacht ik:
wat zouden we nog kunnen noemen wat als die eenheid ons verbindt, toch nog
verdere eenwording in de weg zou staan – of ervaren we die eenheid toch niet zo?
Misschien goed om het daarover straks te hebben met elkaar, bij het nagesprek?
En zeker belangrijk om ervoor te bidden dat die eenheid ons drijft, naar elkaar toe.
En weer: die eenheid is er dankzij onze Heer Jezus Christus, over wie Paulus hier zegt dat Hij in zijn eigen persoon onze vrede is, en vrede is heelheid, verzoening van wie elkaars tegenpolen, zelfs elkaars vijanden waren, eerst God en mensen en dan ook mensen onder elkaar, zoals Gods volk en de andere volken, joden en heidenen,
maar ook mensen die door allerlei grenzen en muurtjes van elkaar gescheiden zijn.
Jezus is onze vrede, en Hij bewerkte door zijn offer aan het kruis vrede met God en vrede op aarde, en die vrede mogen wij inhoud geven, samen delen en ook uitdelen.
dia 6
Paulus gebruikt voor hoe God door zijn Geest daaraan werkt, en ons daarbij ieder op eigen plek inschakelt, zoals vaker het beeld van de bouw: kerkbouw, tempelbouw.
En dan gaat het natuurlijk niet om stenen maar om levende stenen: mensen, u en ik.
We kennen datzelfde beeld uit de brieven van Petrus: “laat u als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel”, en dat op die eens voor altijd gelegde fundering van het evangelie zoals door profeten en apostelen verkondigd en later in de Bijbelse geschriften vastgelegd – echt reformatorisch: sola Scriptura – niet bedoeld als letterknechterij of als een laatste woord over de uitleg van de Bijbel, maar met de strekking dat de kerk maar niet een club of een vereniging is waarin idealen of ideeën van bepaalde mensen bepalend zijn maar God het eerste en het laatste woord heeft – vergeet ook niet dat erbij staat “met Christus Jezus zelf als hoeksteen” – de eerste steen die is gelegd en die bepalend is voor de verdere bouw.
dia 7
Vanuit de vrede die Christus is en mogelijk maakt, tussen mensen die zo verschillend zijn en als het aan henzelf ligt ook vaak hoekig en weerbarstig, kan er toch iets moois groeien, steen voor steen, zelfs: een plaats waar God woont door zijn Geest – wat tegelijk het geheim is achter het bestaan en voortbestaan van de christelijke kerk – en voorwaarde voor echte vrede: dat God er door zijn Geest woont en dat ieder die er zijn plekje heeft van die Geest vol is en zich door die Geest ook laat leiden – dan komt er groei, in geloof en hoop, en liefde – groei naar God toe en naar elkaar toe.
Ja, en als God het geeft, kan er dan ook groei in getal komen, doordat steeds nieuwe stenen ingevoegd worden, en mensen die buiten staan, ook huisgenoten worden.
Want een echt christelijke kerk die dienstbaar wil zijn, is ook missionair, niet naar binnen maar naar buiten gericht, en dan kan samen meer dan ieder op zichzelf.
Ik denk ook aan wat onze Heer bad over de eenheid van wie Hem willen volgen:
“Laat alle gelovigen samen één zijn. Net zoals wij samen één zijn, Vader. En laat alle gelovigen ook één zijn met ons. Dan zullen alle mensen op aarde geloven dat U mij gestuurd hebt”. Dat staat in het hogepriesterlijk gebed van Jezus (Joh.17:21 – BGT).
dia 8
Nee, die eenheid is niet dat we allemaal hetzelfde denken en het overal over eens zijn of, in geval van de vorming van één samenwerkingsgemeente CGK – GKV. dat we het eerst over alles eens moeten zien te worden – wat niet eens lukt binnen elk
van onze twee gemeentes intern – en ook niet binnen elk kerkverband intern. Dat is niet wat de Bijbel onder eenheid verstaat – Paulus schrijft in 1 Kor.12 over de kerk als het lichaam van Christus dat wij, hoevelen ook en verschillend, toch één lichaam zijn.
En dat uitwerkt juist op het punt van al die verschillende lichaamsdelen met elk een eigen plek en functie die elkaar aanvullen om samen dat ene lichaam te zijn.dia 9
Gelukkig maar dat we allemaal verschillend zijn, en ook als twee gemeentes dingen samen doen en als het zover komt, steeds meer samengaan, hoeven we niet wat er aan moois en goeds is binnen elk van de twee, op te geven, maar kunnen we juist daarmee elkaar aanvullen en verrijken, van elkaar leren, en ook soms dingen afleren.
Goed om ook daarin eerlijk te zijn voor onszelf en tegenover elkaar: wat zijn we bang te verliezen bij samengaan of wat denken we juist ermee te winnen – en vooral: wat
zou goed zijn in de ogen van onze Heer, hoe past wat wij doen of niet, in zijn plan,
in het plaatje dat de Bijbel uittekent van de plaats waar God woont door zijn Geest.
Nog eens, dan mogen verschillen er zijn, mag ieder zichzelf zijn, mag je voluit ook bij samengaan christelijk-gereformeerd blijven of vrijgemaakt of wat ook maar je genen zijn – een samenwerkingsgemeente blijft sowieso verbonden aan eigen kerkverband.
Ja, en ieder mag ook zijn wie hij of zij is, zoals het als het goed is ook is in de eigen gemeente: dat we durven zeggen en durven zijn hoe we denken en wie we zijn….en tegelijk openstaan voor wat de ander denkt en vindt en is, open ook voor feedback en kritiek, om zo elkaar op te bouwen door de liefde – en te groeien, zelf en samen.
dia 10
Dat beeld van een huis, een tempel, met mensen als levende stenen, is treffend.
Zeker als je bedenkt hoe anders in die tijd werd gebouwd, met wat voor stenen.
Niet zoals meestal in onze tijd in Nederland, met allemaal gelijke bakstenen of met
prefab materiaal, maar met natuursteen: stenen waarvan er niet een gelijk was aan
de ander, zodat het erop aan kwam dat elke steen op de goede plek ingevoegd
werd, en er soms ook aan gebikt en geschaaft moest worden om de ene steen aan
de andere ernaast of eronder aan te passen – en er een stevig geheel van te maken.
Nou, zo werkt het ook als het gaat om groei in geloof en het bouwen van Gods huis.
Daar heeft de Heilige Geest heel wat werk aan, en daar worden wij bij ingeschakeld.
Het doet soms ook pijn, want het vraagt elke dag bekering, loslaten, verandering.
Het hoort bij echt willen volgen van Jezus: jezelf verloochenen, de minste willen zijn,
niet gaan voor eigen voorkeur of belangen, maar met oog en hart voor de anderen.
dia 11
Paulus schreef dat we door het offer van Jezus – het offer van zijn bloed, zijn leven,
dichtbij gekomen zijn, dichtbij de hoge en heilige God – puur genade, ultieme liefde.
Samen dichtbij God – dat brengt ook dichtbij elkaar – één gezin, broers en zussen.
Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer – voor ons, met ons. Prijs de Heer, de weg is open, naar de Vader… en naar elkaar. dia 12

amen

liturgie toerustingsdienst
thema: Eén in Christus
welkom
zingen: Ps. 95: 1,3 LB
moment van stilte en gebed
votum en groet
zingen: Ps. 117
gebed
Schriflezing: Efeziërs 2
zingen: Gz. 119: 1,2 GK
verkondiging
zingen: Gz. 167: 1,2,3 GK (=Opw. 167)
geloofsbelijdenis
zingen: Gz. 44: 3 LB
gebed
collecte
zingen: Gz. 95: 1,2,3 LB
zegen
amen: Ps. 32: 3a/4b Levensliederen

Bij u vind ik een schuilplaats in gevaren,
ik voel me veilig, u blijft mij bewaren.
U bent het die mij liefdevol omringt
en met gejuich van mijn bevrijding zingt.
Eer aan de Vader, die om ons blijft geven.
Eer aan de Zoon, door wie wij eeuwig leven.
Eer aan de Geest, die altijd voor ons pleit.
Drie-enig God, leef tot in eeuwigheid!

gesprekspunten
1. Paulus schrijft over de eenheid die de Heilige Geest werkt. “één lichaam en één geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping, één Heer, één geloof, één doop, één God en Vader van allen..” Ervaart u die eenheid en is die voldoende voor verdere eenwording, of ziet u nog belemmeringen, zo ja welke, en wat staat ons dan te doen?
2. De kerk in de tijd van Paulus leed onder het vasthouden aan instellingen en gewoontes die hun tijd hadden gehad (b.v. besnijdenis, bepaalde feestdage, regels over wat je mocht eten ,vgl. Kolossenzen 3:16-17 en 21-22). Ga eens na of dat ook speelt in onze gemeente(s), en of dat samenwerking bemoeilijkt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *