Efeziërs 5: 18 : Waar ben je vol van ? (1e Pinksterdag – avonddienst CGK-GKV)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Die lui zullen wel dronken zijn!
Met dat soort spottende opmerkingen proberen sommige aanwezig daar op dat tempelplein zich af te maken van het enthousiasme waarmee de volgelingen van Jezus de grote dingen die God door Jezus gedaan had en het werk dat de Heilige Geest deed in hen, uitbazuinden: ach, dronkemanspraat, geen aandacht aan schenken, als ze weer nuchter zijn is het wel weer over.

Maar hoe kwamen ze er nou toe om wat ze daar bij die mensen van Jezus zagen gebeurden en van hen hoorden, toe te schrijven aan de invloed van sterke drank i.pv. aan de Heilige Geest? Meer dan alleen dat het feest was en dat dan mensen wel eens te diep in het glaasje kijken? We moeten dan bedenken dat drank mensen loslippiger kan maken en vrijer in hun praten, en ook dat om religieuze extase op te wekken – in heidense religies b.v. – het drinken van veel wijn nogal eens voorkwam – vergelijk het maar met wat in onze tijd bepaalde drugs doen met mensen: dat ze zich beter voelen en hun problemen vergeten, dat ze er een kick van krijgen.

Kijk, dan kun je een beetje voorstellen waar die spottende opmerkingen vandaan kwamen: dat die lui uit Galilea ineens zo spraakzaam zijn en geen schroom meer hebben en ook nog vanalles door elkaar staan te roepen in vreemde onverstaanbare klanken, dat komt omdat ze ‘onde invloed’ zijn, niet van de Heilige Geest van God, maar van de geest uit de fles. Dit is geen spiritualiteit maar zijn de spiritualiën. Waarop Petrus nuchter reageert met de constatering dat het toch wel heel onwaarschijnlijk is dat zoveel mensen tegelijk ’s morgens om negen uur zoveel hebben gedronken dat ze lallend over straat gaan; later schrijft Paulus ook dat mensen die dronken zijn, dat meestal ’s nachts zijn. Wie doorzakt tot de kleine uurtjes, slaapt daarna zijn roes uit, en misschien een gat in de dag.
Jaren later pakt Paulus het op en zet ze tegenover elkaar: ‘spiritualiën’, de geest uit de fles (en meer waar je vol van kan zijn) en ‘spiritualiteit’ – onder invloed van de Geest van God. In het kader van zijn onderwijs over het nieuwe leven als je Christus hebt leren kennen en wilt volgen, dat een breuk betekent met praktijken van vroeger en van anderen om je heen, komt Paulus op dat contrast: “Drink niet te veel wijn maar laat u vullen met de Heilige Geest”. Je zou ook kunnen zeggen: waar ben je vol van, onder invloed van wat – of van Wie – leef je?

Waar ben je vol van?

Efeze was een belangrijke stad in Asia, het westelijk gedeelte van het tegenwoordige Turkije. Een zeker voor die tijd erg grote stad, er zijn aanwijzingen dat er 300.000 mensen woonden. Ook daar was een christelijke kerk ontstaan, als vrucht van het zendingswerk van Paulus, met Joodse christenen maar vooral – dat blijkt ook uit deze brief – mensen van heidense komaf.Lees maar Ef. 2: 11vv: “u, die eigenlijk door uw afkomst heidenen bent en onbesnedenen genoemd werd…u leefde in een wereld zonder hoop en zonder God… en u die eens ver weg was” – maar dat is veranderd toen ze tot geloof in Christus kwamen: “u bent in Christus Jezus dichtbij gekomen…geen vreemdelingen meer of gasten, maar burgers (van Gods rijk), huisgenoten van God”. Ja, en daarom ook “samen opgebouwd tot een plaats waar God woont door zijn Geest” (2:22). Zoals ook al in 1: 14: jullie zijn ‘gemerkt’ , gelabelled, “met het stempel van de Heilige Geest”.

Nou, en dat maakt het leven totaal anders, en betekent afscheid van allerlei gedachtengoed en gedrag dat tot dan toe normaal voor ze was, en wat nog altijd gemeengoed is voor familieleden en collega’s en buren, stadgenoten, die niet de keus voor Jezus maken. Met alle gevaar daar nog niet los van te zijn of daar weer naar getrokken te worden of in terug te vallen, en dat hoeft niet het weer dienen van afgoden te zijn; het is vooral een leefpatroon dat zo eigen is aan mensen, zeker in zo’n stad vol vertier en verleiding als dat bruisende Efeze. Waar toen net als in onze tijd voor veel mensen uitbundig gebruik van wijn- van alcohol – bij hoorde, thuis of in de kroeg, of tijdens uitbundige feesten in en rond de vele afgodstempels. In de Griekse en Romeinse oudheid was er zelfs een speciale god van de wijn, van de drank. Die god heette Dyonios of Bacchus, herkenbaar aan wijnranken om zijn hoofd en vereerd tijdens uitbundige oogstfeesten of drankfestijnen – en als je dat zo leest lijkt het inderdaad als twee druppels water – vooral sterk water – op wat wij kennen als het carnaval in het zuiden van ons land of b.v. de jaarlijkse Zuidscharwouse kermis waarbij mensen zich helemaal vol laten lopen tot ze niet meer op hun benen kunnenstaan en niet weer goed weten wat ze zeggen en wat ze doen – echt onder invloed. Met vaak ook nare gevolgen want als de remmen los zijn kan dat leiden tot ongewenst seksueel gedrag – Paulus heeft het over ontucht en zedeloosheid – en ook tot agressie, schelden, geweld. Allemaal bedoeld met wat in dit vers genoemd wordt: “want dat leidt tot uitspattingen”.

Nog altijd is overmatig drankgebruik een groot probleem-maatschappelijk maar ook voor de gezondheid van zeker jongeren maar net zo goed volwassenen: slecht voor de hersens, voor de lever, een gevaar als je aan het verkeer deelneemt, en schadelijk voor je presteren. In het slechtste geval – dat heet dan comazuipen – belanden zelfs al kinderen in het ziekenhuis. Er zijn ook heel veel verslaafden die bijna niet meer te helpen zijn, of die geen hulp willen. Goed daarom dat drank kopen en consumeren tot 18 jaar sinds kort verboden is, juist omdat de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn en alcohol daar een negatieve invloed op heeft. Maar ook het misbruik boven de 18 geeft zorgen, en zeker ook christenen hebben de taak om
thuis, en als we een feest hebben en als we als gemeente bij elkaar zijn, alert te zijn en sober.

De bijbel verbiedt niet elk glaasje of elk pilsje – al kunnen er redenen zijn om radikaal nee te zeggen – of ter bescherming van wie zwak zijn op dit punt af te zien van je eigen genot. Paulus schrijft: “vlees, wijn of iets anders waaraan uw broeder of zuster aanstoot neemt” – waarover hij struikelt of waarin hij zwak is, vult de HSV aan “kunt u beter laten staan” . (Rom.14:21) Even verder : we moeten de zwakken in hun kwetsbaarheid helpen en niet ons eigen belang dienen (Rom. 15: 1) – ja en laten we niet te gauw denken dat we zelf sterk zijn en het wel aan kunnen. In elk geval is de bijbel helder dat drank meer kapot maakt dan je lief is, te beginnen met jezelf.
Lees maar het stukje wijsheid – met humor erdoor heen en vooral uit het leven gegrepen – dat je vindt in Spreuken 23: ” Laat je niet verleiden door de glans van wijn,wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong, maar later bijt hij als een slang, spuit hij gif als een adder. Dan zie je vreemde dingen en begin je wartaal uit te slaan. Je voelt je heen en weer geslingerd door de golven,alsof je vastzit boven in het want. ‘Ik ben geslagen, maar heb niets gevoeld, ik ben afgerost, maar heb niets gemerkt. Laat ik maar eens opstaan, eerst een beker wijn.’ Dan ben je echt verslaafd. Vervang gerust wijn door bier of andere sterke drank, het gaat om de gevolgen voor je functioneren.

Maar vanavond gaat het ons vooral om de positieve keerzijde: “maar laat de Geest u vervullen”. Als mensen onder invloed zijn van alcohol – bij drugs geldt hetzelfde – of andere verslavingen – dan neemt die drank of neemt die drug – of het geld als het om gokken gaat – of die game-obsessie -de leiding over in je leven: je bent echt een slaaf geworden, je bent de grip op je leven kwijt – en dat leidt tot allerlei wanprestaties of verkeerd gedrag of schade aan jezelf of voor anderen – het maakt zoveel kapot dat waardevol is voor jezelf en anderen, het verwoest je leven en dat van anderen. In de tekst wordt een woord gebruikt dat letterlijk betekent: wat heil-loos is; ongeluk brengt.

Maar als je je laat vervullen met de Heilige Geest en zo vol bent van de liefde van God en van Jezus,kom je onder goede, heilzame invloed, en dan gaat je leven zoveel beter en rijker en mooier worden. Die twee die hier tegenover elkaar staan en tot in de woorden zoveel op elkaar lijken – spiritualia en spiritualiteit – geestrijk vocht en geestelijk leven – dat is niet voor niets, ze zijn elkaars tegenbeeld. We zagen al dat alcolhol mensen vrijer maakt en de tongen losmaakt, ook socialer maakt zo lijkt het. Alleen maar: wat voor vrijheid veroorloven mensen zich dan, wat voor taal komt er uit je mond als drank je loslippig maakt, waar leidt het toe als je meer durft in het omgaan met het andere geslacht?

Wat je ziet gebeuren op die Pinksterdag en wat ook daarna als werk van de Heilige Geest is gaan gebeuren lijkt erop: vrijmoedig anderen tegemoet treden en dingen delen met elkaar, durven praten over je geloof en als het moet ook tegenstanders te woord staan, omgaan met mensen als je broers en zussen die je anders niet had zien staan en niet zou hebben uitgekozen, vriendelijk zijn, sociaal. Zoals die discipelen die hun angst konden overwinnen en frank en vrij van hun Heer gingen getuigen.’Ze werden vervuld van de Heilige Geest’, daar begon het mee, en Petrus zegt tegen de mensen die zijn preek hadden gehoord en vroegen wat ze moesten doen om goed te maken wat ze met Jezus hadden gedaan, dat ze zich moesten bekeren en zich laten dopen, en dat God dan hun zonden wilde vergeven en dat ook zij de Heilige Geest zouden ontvangen – en het gevolg was een grote gemeente van mensen die voor Jezus uitkwamen en die om elkaar gaven en goed voor elkaar wilden zorgen.

Nou, en zoiets gebeurde overal , en gebeurt steeds weer overal waar mensen in Jezus als Heer geloven, en dan ook hun leven willen leven vanuit dat geloof en met elkaar en tot eer van God. En dan komen ook de tongen los: door vrijmoedig voor je geloof uit te komen, door een goed woord en een bemoedigende blik voor wie het moeilijk heeft, en ook door Gods lof te zingenin – lees de volgende verzen -“psalmen, hymnen, en liederen die de Geest u ingeeft” en dat niet omdat het moet of met tegenzin maar “met heel uw hart voor de Heer” – en dank aan Hem. Ja want je bent vol van je Heer, vol van zijn liefde in Jezus die de Geest je laat voelen en ervaren. Paulus schrijft in Rom.5: “omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de Heilige Geest”.

Maar let dan op hoe het er staat in de tekst: “Laat de Geest u vervullen”, en dat elke keer weer. Vergelijk het met een auto die elke keer weer brandstof nodig heeft, anders blijft hij stil staan. Of met je mobiel als je die niet op tijd hebt opgeladen.
Dat kan ook zo gaan met je geloof en met je leven als christen, en met een gemeente als geheel. Dat het allemaal zo zijn gangetje gaat maar de vaart is er uit en het enthousiasme; het gaat stroef allemaal en de pit is eruit en we komen maar niet in beweging en niet verder met z’n allen. Dan is de vraag – allereerst aan mezelf: waar ben ik eigenlijk vol van – of ben ik vooral leeg? In de bijbel kom je ook het beeld tegen van dorst hebben, en dan drinken van levend water – en ook dat heb je steeds weer nodig want anders kom je droog te staan en verdor en verlep je.Vandaar dat God zijn Geest belooft uit te gieten zodat dorstig land – een droog leven – opbloeit. In de tekst is het een opdracht niet voor één keer maar voor steeds weer: laat de Geest je vervullen – daar zit in dat de Geest het moet doen en wil doen – maar dat je zelf daar voor open moet willen staan – de catechismus spoort ons aan de Geest in ons te laten werken en niet Hem tegen te werken: laat je enthousiasme niet bekoelen ; doof de Geest niet uit.

De vraag is dan : hoe kan ik vervuld worden met de Heilige Geest – wat is daar voor nodig? In elk geval moeten we niet denken dat het wel lukt door vooral veel vergaderen en activiteiten al is dat ook goed en belangrijk en helpt het om elkaar beter te leren kennen en te leren waarderen. Maar ik zei al dat er staat laat u vervullen door de Heilige Geest – laat Hij je leiden en beheersen,stel je open voor de woorden van Jezus die de Geest je na aan het hart wil leggen, bid ook steeds maar weer om de leiding van de Geest en stel je open voor wat Hij wil doen en je wil laten ervaren,voor wat via mensen naar je toe komt, voor wat muziek kan doen, en wat je in de natuur kunt beleven – en zou het echt zijn opgehouden wat Petrus aanhaalt vanuit die profetie van Joël over wat gebeurt als de Geest mensen bezielt: “Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten”. Niet alle dromen zijn bedrog,en profeteren kan ook zijn dat de Geest inzichten geeft en vergezichten; met altijd de waarschuwing erbij alles te toetsen en ook dat wie profeteert controle moet houden over zijn geest (1 Kor.14:32).

Ik denk dat ook heel waar is wat ik ergens las dat als je vol wil worden van geloof, liefde, hoop -dat je dan ook leeg moet willen worden van alles waar je vaak zo vol van kunt zijn dat voor dat geloof en voor die liefde geen plek meer is, en dan kun je denken aan al die dingen die ook in Efeze voorkwamen en die langskomen in deze brief: wrok, hebzucht, eerzucht, jaloersheid, allerlei dingen die je helemaal opeisen en die je relatie met anderen en met God in de weg staan. Dat vraagt dus loslaten, afzien van jezelf, vechten tegen jezelf, feedback vragen aan anderen… Denk aan wat de bijbel alle twee zegt en wat eigenlijk op hetzelfde neerkomt: dat de Geest in je hart gaat wonen – en ook – met andere woorden: niet meer mijn ik maar Christus leeft in mij.Ja en juist zo gooi ik mezelf niet weg maar kom ik tot mijn recht en mijn doel, en u ook, en jij.
Eerder in deze brief heeft Paulus erom gebeden, voor die christenen in Efeze en ook voor ons:” Moge hij (God de Vader) vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid”.

amen

liturgie avonddienst zondag 15 mei 2016

welkom
zingen: Gz. 141: 1,3 GK
stiltemoment
votum en groet
zingen: Ps. 104: 1,8
gebed
Schriftlezing: Hand. 2: 5-13
zingen: Gz. 249: 1,2,3 LB
Schriftlezing: Ef. 5: 1-21
zingen: Gz. 327: 1,2,3 LB
verkondiging: Ef. 5: 18 ‘Waar ben je vol van?’
zingen: Gz. 95: 1,2,3 LB
geloofsbelijdenis Nicea
zingen: Gz. 141: 3 GK
gebed
collecte
zingen: Ps. 150 (1,2) LL

1 Zing het uit en prijs de HEER!
Prijs God, geef hem alle eer!
In de tempel waar hij woont,
in de hemel waar hij troont.
Prijs zijn koninklijke hoogheid!
Prijs hem om zijn scheppingsmacht.
Prijs hem om zijn zeggingskracht.
Prijs zijn grenzeloze grootheid!

2 Dans! De toon is nu gezet.
Prijs hem, ramshoorn en trompet.
Prijs hem, snaren, harp en luit.
Prijs hem, tamboerijn en fluit.
Prijs hem, klinkende cimbalen.
Prijs hem, bekkens: vol geluid!
Prijs de HEER en zing het uit
alles wat kan ademhalen!

zegen
amen: NLB 425

Handelingen 2: 17 en 18 Kom, Geest van God! (1e Pinksterdag – morgendienst)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
Het is weer feest in de kerk, Pinksterfeest.
Maar wat is dat eigenlijk voor feest, wat vieren we nou vandaag
Dat is niet zo eenvoudig, voor jullie en voor ons niet, en al helemaal niet om
uit te leggen aan mensen die niet met de Bijbel en het geloof vertrouwd zijn.
Pinksteren is denk ik het lastigste en meest ongrijpbare van de kerkelijke feestdagen.
Kerst spreekt veel mensen nog wel aan een kind in een kribbe, geboren in een stal.
En dat ooit een zekere Jezus onschuldig is gestraft en gedood, roept de nodige
emotie en ook herkenning op, wat je merkt als de Passion van alles losmaakt.
Maar dat die Jezus korte tijd later weer uit het graf kwam en naar de hemel ging,
dat wordt echt lastig> wat kun je als mens van 2016 je daar bij voorstellen….
Om over Pinksteren maar helemaal te zwijgen: de Heilige Geest werd uitgestort…
wat is dat nou weer, wat voor Geest is dat en hoe merk je dat dan…vaag allemaal.
Ja, en waarom wordt dat elk jaar gevierd, waarom is dat belangrijk na 2000 jaar?

Eerst nog even een basale vraag wat is nou het nieuwe van dat Pinksterfeest.
Niet het feest zelf, dat bestond al veel langer, dat hebben we net gelezen:
“Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak, waren ze allen bij elkaar”.
Die ‘allen’ zijn de volgelingen van Jezus die biddend op de Heilige Geest wachtten.
Maar zij waren ook bij elkaar in Jeruzalem, rond de tempel, met heel veel anderen
uit stad en ommeland en allerlei andere landen, voor het Joodse Pinksterfeest.
Het was het feest van de tarweoogst, maar de Joden vierden ook Gods verbond met eerst Noach en later Abraham, en dat God aan Mozes de wet had gegeven. dia 2
Juist toen veel mensen dat feest kwamen vieren, gaf God zijn Heilige Geest.

Maar ja, was dat dan nieuw en bijzonder, de Heilige Geest was er toch altijd al?
De Heilige Geest die God zelf is en die er al was bij de schepping en die zorgde
voor steeds nieuw leven en die mensen gaven gaf om hun taak te kunnen doen.
Daar is ook het OT al vol van, denk aan Mozes en die zeventig leiders, denk aan
David en aan Salomo, aan profeten en anderen met bijzondere taken van God.
En hoe zouden mensen in God kunnen geloven, zonder dat de Geest in hen werkte?
Dus: de Heilige Geest was er altijd al, en Pinksteren bestond al, wat is het nieuwe?

Nou, het allerbelangrijkste nieuwe kunnen we afleiden uit een uitspraak van Jezus.
Hij zei nog voor zijn sterven en opstanding en daarna de hemelvaart dat als Hij er niet meer was er een plaatsvervanger zou komen, niet Petrus of een paus of dominees, maar niemand minder dan de Geest van de Vader en Jezus de Zoon.
Vandaar dat Petrus in zijn toespraak de link naar Jezus uitdrukkelijk legt:”Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterhand van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen” (Handelingen 2: 33 – BGT). Zien en horen:
geluid als een storm, vuurvlammetjes op de hoofden, en vooral: de volgelingen van
Jezus die frank en vrij, vol vuur, de grote daden van God door Jezus uitbazuizenden,
verstaanbaar voor al die mensen van dichtbij en ver weg, in ieders eigen taal: want de Geest spreekt alle talen en doorbreekt alle grenzen en doet ons elkaar verstaan.
Het grote nieuwe van Pinksteren is dat de Geest de Geest is van Jezus, dat Hij de
Geest uitdeelt en dat die Geest geloof werkt in Jezus en zijn liefde uitgiet in harten
van mensen, hen goede woorden ingeeft en ook hun leven anders en nieuw maakt.
Iemand schrijft: onder het Oude Testament houdt God zijn adem nog in, maar als
Jezus komt en zijn overwinning behaalt op zonde en dood, dan barst het los: een geluid als van een geweldige storm, en vuur dat verwamt, en ook schoonbrandt.
dia 3
Ja, en ook en vooral: dat de Heilige Geest vanaf nu gegeven wordt aan allerlei heel verschillende mensen, en dat er geen onderscheid meer is en geen beperkingen zijn.
In vers 4 staat dat allen vervuld werden met de Heilige Geest, al die mensen die om de Geest gebeden hadden, en daar waren de elf discipelen bij maar ook andere volgelingen van Jezus, daar waren mannen bij en vrouwen, jongeren en ouderen,
vrije mensen maar ook slaven, mensen die wel en die niet gestudeerd hadden…..
En als na de toespraak van Petrus veel aanwezige feestgangers vragen hoe ze kunnen goedmaken wat ze met Jezus hadden gedaan, roept Petrus hen op om te breken met hun zonden en een nieuw leven te beginnen, door geloof in Jezus, en
zegt hij erbij dat ook aan hen de Heilige Geest gegeven zal worden, “want voor u geldt deze belofte en voor uw kinderen, en voor allen die ver weg zijn, en die de
Heer, onze God, tot zich zal roepen”. De Geest doorbreekt echt alle grenzen!

Nou, en daarmee gebeurt waar Mozes eeuwen eerder al naar verlangd had:
“Legde de HEER zijn Geest maar op heel het volk. Profeteerde iedereen maar!”.
Dat was op een moeilijk moment voor Mozes, midden onder de zoveelste uitbarsting van ontevredenheid en geklaag bij het volk in de woestijn: waren we maar in Egypte,
daar hadden we tenminste volop vlees en verse groenten, en niet alleen maar elke dag datzelfde manna – wat Mozes ertoe bracht op zijn beurt zich te beklagen bij God:
ik kan het niet alleen aan, als het zo moet, laat me dan maar liever hier doodgaan!
Waarop God hem tegemoet kwam door zeventig mannen als medewerkers aan te stellen en ook hen te vervullen met zijn Heilige Geest zodat ze samen met Mozes
leiding konden geven aan het volk – zoiets als vandaag ouderlingen en diakenen.
dia 4 En als dan twee van hen niet aanwezig zijn in de samenkomst maar thuis zijn gebleven, in hun eigen tent, en daar toch onder invloed van de Heilige Geest gaan profeteren, en Jozua daar kritiek op heeft – laat ze daarmee ophouden, Mozes, zij horen hier te zijn, in de kerk zouden wij zeggen -dan wil Mozes daar niets van weten:
“Ben je bang dat ik het erg vindt wat er gebeurt? Helemaal niet! Ik zou wel willen dat de Heer aan het hele volk zijn geest gaf. En dat alle Israëlieten gingen spreken als
profeten!”. Liever dan al dat ongeestelijk geklaag en gemopper, dacht Mozes vast.
Wat zou het geweldig zijn als veel meer mensen zouden praten en doen en later vanuit liefde en dankbaarheid, vriendelijk en bescheiden, vol van Gods Geest.
Dan zou het er zoveel anders uitzien in de kerk, en ook in de wereld erom heen.
Jesaja gebruikt er het beeld voor van een uitgedroogde bodem waar weer regen op valt zodat allerlei zaden ontkiemen en het dorre weer groen wordt, en bloemen gaan bloeien zodat heel de natuur bijkleurt en opleeft – zo belooft God geestelijke opbloei:
“Ik zal water uitgieten op dorstige grond,waterstromen over het droge land, Ik zal mijn Geest uitgieten over je nazaten en mijn zegen over je telgen. Zij zullen ontkiemen tussen het gras, uitbotten als wilgen langs het water”. De Geest geeft nieuw leven.
Die andere profeet – Joël – mocht diezelfde belofte nog wat concreter doorgeven:
“Daarna zal ik aan alle mensen mijn geest geven. Aan mannen en vrouwen, aan oude en jonge mensen, en zelfs aan slaven en slavinnen. Aan alle mensen zal ik mijn Geest geven. Dan zullen ze dromen krijgen en als profeten spreken” (Joël 3:1-2)
Heel trefzeker haalt Petrus precies die profetie aan als vervuld op die Pinksterdag in Jeruzalem: “vandaag gebeurt er iets waarover de profeet Joël al gesproken heeft”.
Dat waarover die mensen op dat tempelplein vooral ondersteboven waren: wij horen die lui uit Galilea frank en vrij en enthousiast vertellen over de grote dingen die God doet – en dat ook nog verstaanbaar in de taal van ons moederland – hoe kunnen ze en hoe durven ze…mensen die geen theologie gestudeerd hebben en ook geen talenstudie hebben gedaan…en die een paar dagen geleden nog onzichtbaar en onvindbaar waren …en nu staan ze er, en vertellen ze over Jezus en gaan ze helemaal uit hun dak en is al hun angst verdwenen – hoe kan dat en wat is dat…?
Ik las: “dat is het nieuwe van Pinksteren: die ongekende hevige werking zonder dat God zich hoeft in te houden: alle gelovigen worden vanaf nu bijzondere ambtsdragers, toegerust om te getuigen (Gods grote daden) en te dienen (de opbouw van de kerk door de afzonderlijke Geestesgaven)”.
Zoals Jezus had beloofd: “wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen” (Handelingen 1: 8)

Dat is natuurlijk in eerste instantie werkelijkheid geworden voor die mannen en die vrouwen toen, daar rond te tempel, en daarna, in de zgn apostolische tijd; lees maar
door in het boek Handelingen en ook in de brieven van de apostelen. Maar niet voor niets geeft Petrus die profetie van Joël iets anders door dan wat er in oorspronkelijk staat. dia 5 : het ‘daarna’ van Joël wordt: ‘aan het einde van de tijden’, en dat is in de Bijbel de laatste fase van de geschiedenis tot aan de wederkomst, en dus de tijd waarin wij ook leven, en waarin steeds weer mensen vol van de Geest zijn en ze voor hun geloof en hun Heer uitkomen en anderen daarmee bemoedigen en de weg wijzen, en waar ze nodig ook zichzelf en elkaar en anderen bij de les houden.

Er is nogal wat te doen geweest en nog te doen over wat dat profeteren inhoudt.
Gereformeerden benadrukken meestal dat nu de Bijbel af is en daarin alles staat
wat we nodig hebben om te geloven en God te dienen, en wat we voor de toekomst mogen verwachten, profeteren is dat je doorgeeft en uitlegt wat in de Bijbel staat,
wat natuurlijk vooral in kerkdiensten gebeurt door bijbellezing en preek en liederen.
En als iemand komt met eigen ervaringen of wat wat hij gedroomd heeft, of als je dingen leest van mensen die beweren een boodschap van God gekregen te hebben, dan zijn we daar beducht voor en kritisch over, en kunnen we er niet veel mee.
Daarom is de Bijbel de toetssteen en moet je wat je als mens ervaart en denkt als boodschap of leiding van God te krijgen, altijd kritisch beoordelen en daarbij ook open moet staan voor de feedback van anderen, en vooral van de Bijbel.
Dat zegt de Bijbel trouwens zelf: toets alles en behoudt het goede, en ook: als iemand een profetie heeft, moeten anderen die beoordelen, en nog zo eentje:
de geesten van de profeten zijn aan de profeten onderworpen, dus blijft kritisch
en laat je niet zomaar meeslepen door je eigen ingevingen of die van anderen.
Paulus hamert erop dat wie profeteert uit moet zijn op de opbouw van anderen
en dat er ook altijd anderen moeten zijn om uitleg te geven en het gezegde te
beoordelen: zo voorkom je dat mensen zichzelf een profetenmantel omhangen
en geen tegenspraak dulden, wat kan leiden tot de vorming van enge sectes.
Maatstaf voor echtheid van een profetie is ook of die uitkomt, of een misser blijkt.

Toch staat in diezelfde Bijbel dat als je op je geloof wordt aangevallen en je dat moeilijk vindt, de Geest de woorden zal geven die op dat moment goed zijn.
Profeteren kun je niet beperken tot de preken in de kerk of tot evangelisatie.
Onze eigen catechismus zegt dat elke gelovige priester is en koning en profeet.
En dan is profeet dat we de naam van de Heer belijden, en dat is maar niet wat
Bijbelteksten of vrome waarheden doorgeven maar dat is op allerlei gebied en in allerlei situaties laten horen en merken waar je voor staat en in wie je gelooft.
God geeft sturing door de Bijbel maar zijn Geest kan ons ook door middel van
bepaalde ervaringen of gebeurtenissen leiden, of via mensen, en ook soms door een droom of een andere aanwijzing zodat je zeker weet dat het niet toevallig is maar dat God je iets wil duidelijk maken, je ergens voor wil waarschuwen of op wil attenderen.
Het kan ook door een bijbeltekst die ineens tot je gaat spreken, een preek die precies
gaat over een probleem waar jij net mee zit, een lied dat net is wat jij nu nodig hebt.
Daarvoor openstaan hoort ook bij wat we zelf belijden, zoals in de catechismus: dat
we de Heer door zijn Geest in ons laten werken, en de Geest zelfs in ons kan wonen.
dia 6
Ja, en dat is niet beperkt tot sommigen, tot speciale ambtsdragers,of supergelovigen.
Petrus geeft die belofte door die al bij Joël stond: de Geest komt over mannen en vrouwen, ouderen en jongeren, mensen met geld en status, en wie achteraan komen
in de maatschappij – want de Geest doorbreekt de grenzen door mensen gemaakt.
Ik denk dat het ook wat te zeggen voor de discussie die aan de gang is en af en toe op het scherpst van de snede gevoerd wordt over de plaats en taken van mannen en vrouwen in de kerk – mag een vrouw ouderling zijn of dominee of toch niet – en als we daar niet uit zijn of we er als kerk niet aan toe zijn,wat kan dan in elk geval wel en wat betekent het dat hier en ook op andere plaatsen duidelijk staat over elke christen als
profeet/profetes – en dat Paulus schrijft dat verschillen voor Christus niet tellen “Omdat jullie in Jezus Christus geloven, vormen jullie een eenheid: Joden en niet-Joden, slaven en vrije mensen, mannen en vrouwen. Verschillen zijn niet belangrijk meer” (Galaten 3: 28, BGT). Hoe geven we daar in de gemeente inhoud aan?
Ja, en als we allemaal de Geest ontvangen hebben en gaven gekregen hebben
om te luisteren en te spreken, te dienen, te helpen, te bemoedigen, te troosten,
wat kunnen we meer doen voor elkaar als het invullen van het ouderling-zijn en diaken zijn lastiger lukt – en we dan lezen in een andere brief, van Petrus, wat hij niet tegen speciale ambtsdragers zegt maar tegen iedereen in de gemeente: “Jullie moeten elkaar helpen. God zal ervoor zorgen dat jullie dat kunnen. Want Hij heeft aan ieder van jullie een bijzondere kracht gegeven, die je goed moet gebruiken.
Als je spreekt, spreek dan woorden van God. En als je mensen helpt, doe dat dan vanuit de kracht die God je geeft. Zo krijgt God op allerlei manieren eer. Want dankzij Jezus Christus kunnen jullie doen wat God wil” (1 Petrus 4: 10-11, BGT)
Dan kan er zoveel loskomen aan blijdschap, geloof, liefde – zoals met Pinksteren!
Het helpt om er vaak om te bidden, en om open te staan voor wat de Geest wil doen.

Een gebed om af te sluiten: dia 7

Een nieuwe bezieling, een Geest die levend maakt,
de aarde een nieuwe glans geeft:
Kom, Geest van God!

Een wind die ons wekt, op onze benen zet
en voortbeweegt:
Kom, Geest van God!

Een vuur dat ons aansteekt, verwarmt
en vooruit brandt.
Kom, Geest van God!

amen

liturgie 1e Pinksterdag zondag 15 mei 2016
votum en groet
zingen: Ps. 68: 1,3,7 NLB
gebed
Schriftlezingen
1e – Numeri 11: 24-30
zingen: Ps. 139: 3,4
2e – Jesaja 44: 1-5
zingen: Lied 39: 1,2,3
3e – Handelingen 2: 1-11
zingen: Lied 39: 4,5,6,9
verkondiging: Hand. 2: 17-18
zingen: Opwekking 766 ‘Als de hemel openbreekt’
gebed
wet van de Heer
zingen: Opw. 389 ‘Create in me a clean heart’

Create in me a clean heart, o God
and renew a right spirit within me. 2x
Cast me not away
from thy presence, o Lord
and take not thy Holy Spirit from me.
Restore unto me the joy of thy salvation
and renew a right spirit within me

(Nederlandse vertaling; zie Psalm 51 vs 12- 14)

Schep mij een rein hart, o God!
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
Schep mij een rein hart, o God!
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

Verwerp mij niet van Uw aangezicht,
en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
Geef mij weder de vreugde Uws heils;
en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.

collecte
zingen: Opwekking 723 Kom, volk van de verrezen Heer!
zegen
amen: Opwekking 710 Zegen mij

Johannes 14: 27: Geef vrede, Heer!

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
We mogen al ruim 70 jaar vrede hebben in Nederland en West-Europa.
Aanstaande donderdag is het 5 mei – bevrijdingsdag – 71 jaar na 5 mei 1945.
Sinds dat einde van de 2e Wereldoorlog is er gelukkig geen oorlog meer
gevoerd hier in de buurt, en ook is er geen nieuwe wereldoorlog uitgebroken.
Maar helaas betekent dat niet dat er wereldvrede is gekomen, integendeel.

Op de website van het comité 4-5 mei staat de onthutsende constatering
dat sinds 1945 “de wereld nog geen dag vrij is geweest van oorlog”.
Wat zijn en worden veel conflicten uitgevochten met wapens en zijn er veel
slachtoffers, juist ook in de 71 jaar vanaf 1945: Korea, Vietnam, de Balkan,
Sudan, en nog altijd wordt fel gevochten in het Midden-Oosten en in Afrika.
In diezelfde website staat over onze tijd: “Evenals in de Tweede Wereldoorlog
hebben we vandaag te maken met wrede en autoritaire groeperingen die zich schuldig maken aan aanslagen, martelingen, slavernij en massamoord. Op dit moment zijn er zestig miljoen mensen op de vlucht voor geweld, vervolging en
oorlog. Van hen is 51% onder de achtttien jaar. Het aantal mensen op de vlucht
is sinds de Tweede Wereldoorlog voor het eerst weer boven de vijftig miljoen”.

Om nog maar te zwijgen van zoveel kleinschaligers en soms heel dichtbij:
drugsgerelateerde criminaliteit met vaak moorddadige afrekeningen, huiselijk
geweld, familiedrama’s, discriminatie, onverdraagzaamheid t.o. wie anders zijn
of hier hun toevlucht zoeken, echtscheidingen die vaak vechtscheidingen zijn…
Je zou kunnen zeggen dat onze samenleving vol onvrede zit en boosheid:
tussen burgers en de overheid, tussen individuele burgers, tot in families toe.
Je hoeft maar naar TV-programma’s te kijken als Familiediner, Bonje met
de buren, De Rijdende Rechter – en wat een agressief taalgebruik kom je
tegen in de sociale media, en wat een agressie op straat en in de politiek!

Net weer laaide de discussie op rond de arrestatie van die journaliste in Turkije:
hoever gaat vrijheid van meningsuiting, mag je vrijuit zomaar iedereen beledigen.
En in die discussie lopen de emoties hoog op en gaan mensen er hard in.
Zelfs in de kerk is vrede soms ver te zoeken, kom je verbaal geweld tegen en
onopgeloste conflicten; gaan onderlinge verhoudingen stuk; is er wantrouwen.
Dat lied dat we net gezongen hebben blijft helaas nog altijd brandend actueel:
“de wereld wil slechts strijd; al wordt het recht beleden, de sterkste wint – al te
vaak – het pleit; het onrecht heerst op aarde, de leugen triomfeert; er wordt
zoveel geleden, de mensen zijn zo bang, de toekomst is zo duister en – ook
dat – ons geloof – of dat van u en van jou niet? – is zo klein: geef vrede, Heer!

Maar, is het niet bijzonder dat dit jaar 5 mei en hemelvaartsdag samenvallen?
Dat als we onze bevrijding als Nederland vieren, we ook vieren dat Jezus de
troon in de hemel heeft gekregen, en dat we geloven dat Hij over alles regeert:
Ja, en die Heer heeft ook ons beloofd, voordat Hij naar zijn troon in de hemel ging:
“Ik laat jullie vrede na, mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.”
En daarom ook: “maak je niet ongerust en verlies de moed niet”. Niet vergeten!

Geef vrede, Heer!

Gesprekken in de late avond, vlak voor een zware en zwarte, stormachtige, nacht.
Gesprekken van Jezus met zijn meest vertrouwde leerlingen, na de laatste maaltijd samen, en vlak voor de wandeling richting Getsemané, verraad, arrestatie, en dood.
Gesprekken die Johannes later uit zijn herinnering opschreef, vier hoofdstukken vol.
Gesprekken waarin het allemaal zit en door elkaar heen loopt:het naderend afscheid,
Jezus die naar de Vader gaat en toch de zijnen niet in de steek zal laten, de haat van de wereld die Jezus afwijst, tegenstand die ook de volgelingen zullen meemaken, de Heilige Geest die zal komen, en daarom:”wees niet ongerust maar vertrouw op God”.
Ze zullen die nacht lang niet alles begrepen hebben, wel bijzonder dat er zoveel in
de herinnering bewaard is gebleven, en dat het ook voor ons is bewaard in de Bijbel.
Het staat trouwens in vers 26, vlak voor ons kernvers vanmorgen, als belofte van Jezus met het oog op het werk van de Heilige Geest: “Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest die de Vader jullie namens mij zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb”. Ook met oog op ons !
Zoals weer later Paulus schreef: “Alles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen”. (Romeinen 15: 4) . Zo mogen ook wij ons eigen maken wat de Heer ook ons belooft: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie”.
dia 2
Het is een bekende en dagelijkse groet van Joden, toen en nog steeds: vrede met
jou, met jullie – sjaloom alèchem – bijna gelijk met het Arabisch: salaam alaikum.
Ook Jezus begroette zo mensen, zoals zijn leerlingen op de avond van Pasen, tot
twee keer toe zelfs – en een week later, met Tomas erbij, weer: ‘Vrede voor jullie’.
Als mensen dat tegen elkaar zeggen, is het een mooie wens, zoals wij ook elkaar
van alles toewensen, bij komen en gaan: goedendag, goedenavond, goede reis.
Maar hoe gemeend ook, wij kunnen er niet alles aan doen dat die ander een goede dag heeft of een goede reis – wel wat en misschien veel zelfs: door onze houding,
door onze manier van omgaan met elkaar, door hoe we praten over en met elkaar.
Want wij hebben niet ons leven in de hand en ook niet dat van die ander die wij het allesbeste wensen en het allerbeste gunnen, leven en geluk zijn niet maakbaar.
Wij kunnen elkaar een goede dag wensen, even later wordt het een heel nare dag.
Wij wensen de ander een goede reis en toch overkomt hem of haar een ongeluk.
Wij kunnen de jarige een mooi jaar wensen, niet lang erna wordt hij of zij erg ziek.
Nou, en breder bekeken: vrede op aarde is een mooie wens en een diep verlangen van veel mensen en ook een streven van wereldleiders, maar het lukt van geen kant.

Hoe zou dat komen, dat het maar niet lukt, wat er ook is en wordt geprobeerd.
Dat er hoogstens een tijdje niet geschoten wordt en het aardig veilig lijkt, maar
dat echte vrede, duurzame goede verhoudingen, blijkbaar niet te realiseren is.
Dat we in Nederland dan wel geen oorlog hebben maar dat er wel veel onvrede is,
onrust, wantrouwen, boosheid, en dat veel mensen ongelukkig zijn, bezorgd, bang?
Dat zit, denk ik maar niet, maar blijkt telkens weer, en leert ook de Bijbel ons, omdat
de verstoring van verhoudingen tussen mensen, en groepen mensen, en volken, ten diepste voortkomt uit onbalans en onvrede, wantrouwen, angst, in de mensen zelf.
En dat is al begonnen bij de eerste mensen toen die in het paradijs ontevreden werden met hun eigen plek en zich lieten verleiden om zichzelf als een soort god op de eerste plek te zetten en in het centrum van alles, alsof alles om jouzelf draait – en ja dan is de ander zomaar een concurrent en ben je erop uit je eigen plek te bevechten en te verdedigen, en zit je ook vol met angst om te verliezen wat je hebt en stress om meer te worden dan je bent en meer te pakken dan je hebt – het gaat meteen al mis als Adam zijn vrouw de schuld geeft en ze wegkruipen voor God –
en in hun gezin loopt het gruwelijk fout als de ene broer de ander het licht in zijn ogen niet gunt en uit jaloersheid en wrok hem zelfs doodslaat – de oorlog begint.
Tot vandaag toe is dat niet opgehouden en het de wereld lijkt gevaarlijker dan ooit.
Kijk, en zolang dat zo is en zo blijft, is vrede op aarde een vrome wens, een illusie..

Gemeente, toch is dat wat de engelen in de kerstnacht uitzongen: ‘vrede op aarde’,
en zegt Jezus in onze tekst tegen zijn leerlingen: mijn vrede geef Ik jullie….maar hoe dan, wat is die vrede dan en hoe kan die er komen, of is het alleen toekomstmuziek.
stil maar, wacht maar, alles wordt ooit een keer nieuw, en dan komt er ook vrede….?

Nou, in elk geval is vrede maar niet dat er geen oorlog is en geen gevaar te duchten is, vrede in Bijbelse zin is veel dieper en veel meer en kan er zelfs zijn midden in de
oorlog en midden onder allerlei gevaren, vrede kost ook veel offers en zelfs levens!
Als onze Heer Jezus vrede belooft en aankondigt, is dat onderweg naar zijn kruis.
Het lijkt van geen kant te kloppen als Hij juist dan het over vrede heeft, terwijl Hij even later wordt gearresteerd – en de leerlingen krijgen de waarschuwing mee dat ze achter Jezus aan hun kruis moeten opnemen en dat ze vervolgd en gedood kunnen worden: “De mensen willen mij gevangen nemen, en ze zullen ook proberen jullie
gevangen te nemen. De mensen zullen jullie veel kwaad doen omdat jullie bij Mij horen” ….dus de vrede in de wereldse zin van het woord is ver te zoeken bij Jezus.
Hij zei eerder zelfs dat Hij geen vrede kwam brengen maar uiteengaan van mensen.
dia 3 – niet als doel maar als gevolg van het preken en werken van Jezus, want
mensen moeten kiezen en zichzelf loslaten en dat gaat niet vanzelf, dat brengt strijd mee, met jezelf en met wie de vrede van Jezus afwijzen: vrede vraagt een prijs!

Ja en toch en dwars ertegen in en juist zo die belofte: mijn vrede laat Ik u, en nee,
niet zoals de wereld vrede bedoelt en probeert en niet bereikt: mijn vrede geef Ik u!
Met als bemoediging dat al die komende beproevingen en tegenstand en gevaren
toch niet reden zijn voor paniek: “maak je niet ongerust en verlies de moed niet!”.
In 16: 33 komt het terug en met de reden erbij: “Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen, maar houd moed: Ik heb
de wereld overwonnen”. De overwinnaar over zonde, ziekte, pijn, brengt de vrede.
Een vrede die niet meer stuk kan, een vrede die geen mens kan maken en geven.
Als Jezus zegt dat Hij een vrede geeft die de wereld niet kan maken en kan bieden,
zullen ze toen ook gedacht hebben aan wat heette de pax Romana, dia 4 de vrede van Rome – wel orde en rust maar over de ruggen van veel onderworpen volken heen en opgelegd door een sterk leger – en wee je gebeente als je in verzet kwam….
En dan zegt Jezus tegen de man die de vrede van Rome in het Joodse land met
harde hand moest handhaven: maar mijn rijk is anders, is niet van deze wereld.
Niet een rijk dat bevochten wordt maar een rijk dat de Koning zijn leven kost….
De diepste laag van die echte vrede is herstel van de geschonden relatie met God,
waarmee het allemaal is begonnen: zonde maakt scheiding tussen God en mensen,
en daardoor en daarna ook scheiding tussen mensen en ruzie, oorlog, angst, stress.
Omdat alles daardoor uit balans raakt en je stuk zit van binnen en alles stuk maakt.

Bijzonder: Jezus gaat aan het kruis en de dood door om de breuk met God te herstellen en verzoening te brengen zodat het vrede wordt tussen God en ons.
Lees Kol. 1:20: God “wilde via zijn Zoon vrede brengen tussen de schepping en
zichzelf. Hij liet hem voor ons sterven aan zijn kruis. Daardoor is het nu weer goed tussen God en iedereen op aarde en in de hemel”. En in Ef. 2 schrijft Paulus over dat Jezus de muur die scheiding maakte heeft afgebroken, zoals tussen Joden en niet-Joden: “Want Hij is onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt en de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken. dia 5…Zo bracht hij vrede en verzoende hij door het kruis beide in één lichaam met God… Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader”(Ef.2:14v.)
Dat is toch wel een ijzersterke basis voor vrede en eensgezindheid: doordat Jezus
voor ons stierf en betaalde voor onze schuld en ons weer kinderen van God maakt,
worden wij elkaars broers en zussen, en horen we bij die ene wereldwijde familie..
ja, en we hoeven ook niet bang en bezorgd te zijn met zo’n Heer, en zo’n Vader?

Ja, maar waarom lukt nog steeds niet en zo vaak maar niet om die vrede te ervaren?
Gaan ook christenen al te vaak uiteen en staan we zelfs in dezelfde kerk tegenover elkaar, lopen discussies moeizaam en bereiken we elkaar zo heel vaak niet meer?
In de Bijbel zelf kom je dat al tegen. wat een onenigheid tot oorlog toe, tussen de
stammen van het ene volk Israël, en wat heeft de Heer Jezus een verzet en een
vijandschap ervaren vanuit zijn eigen volk, en wat moesten de apostelen in hun brieven het vaak hebben over verdeeldheid en conflicten in de net gestichte kerken.
Paulus verzucht in een van die brieven: “is Christus dan verdeeld?” Nee toch? Maar
waarom zijn volgelingen dan wel, waarom staat de vrede dan zo vaak onder druk?
Ik denk dat we daarvoor nog een laag dieper moeten gaan, tot in ons eigen hart.
Vrede is meer dan geen oorlog of geen ruzie, vrede is dat een mens in balans is,
heel is, zoals ik las: “dat de dingen binnen ons op orde zijn: geestelijke opgeruimd-heid, gemoedsrust” , dat onvrede en onrust en wantrouwen zijn overwonnen. Een
ander citaat: “wie heeft geleerd op God te vertrouwen en zijn levensomstandigheden te aanvaarden, leeft in vrede met zichzelf. Daarnaast wil God je ook vrijmaken van beknellende ervaringen uit het verleden die je van je vrede kunnen beroven” eind citaat
Paulus roept ons op niet bezorgd te zijn maar God te vragen wat we nodig hebben en Hem te danken voor wat Hij elke dag geeft, en ” dan zal de vrede van God die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren” (Fil.4: 6-7)
Zelfs midden in conflicten en onder moeilijke omstandigheden geeft God dan rust en
groeien de vruchten van de Geest door: de liefde en de vreugde,de vrede allermeest.
dia 6
Ja en dan gaat dat ook onze houding, ons gedrag, ons praten en ons doen en laten,
anders maken, en kunnen we de vrede die Jezus geeft, uitstralen en gaan uitdelen.
We hebben er in dat lied al om gevraagd: geef vrede, Heer, Gij die de vrede zijt en voor ons hebt geleden en hebt gestreden onze strijd: opdat wij zouden leven bevrijd van angst en pijn, de mensen blijdschap geven en vredestichters zijn – en daarom – hoe pijnlijk maar nodig: bekeer ons, bekeer mijn, vaak nog zo felle hart – geef vrede!
Zodat er nu al stukjes vrederijk opbloeien, en er toch al vrede komt, zoals iemand
het noemde: lichtplekken rond het kruis – of: oases in wat nog een woestijn is.
De Heer feliciteert wie uit zijn op vrede, herkenbaar als kinderen van de Vader
dia 7
En laten we blijven bidden om nu al vrede, in ons hart en samen, en in onze wereld:
Ja Heer, u hebt het toch zelf beloofd, wilt u het nu al waar maken, in en door ons, onderweg naar uw vrederijk: maak ons een levend teken, uw vrede wint de strijd!
amen

liturgie morgendienst

votum en groet
zingen: Ps. 66: 1,2
wet van de HEER
zingen: Ps. 66: 5,6,7
gebed
Schriftlezing: Johannes 14: 21-31
zingen: Lied 285: 1,2
Schriftlezing: Johannes 18: 33-37
zingen: Lied 285: 3,4
verkondiging: Johannes 14: 27 Geef vrede, Heer!
zingen: Ps. 72: 1,2,4
gebed
collecte
zingen: Gz. 111
Jezus leeft in eeuwigheid,
zijn sjaloom wordt werk’lijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.

1. Straks als er een nieuwe dag begint,
en het licht het van het duister wint,
mag ik bij Hem binnengaan,
voor zijn troon gaan staan.
Hef ik daar mijn loflied aan:

Jezus leeft in eeuwigheid,
zijn sjaloom wordt werk’lijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.

2. Straks wanneer de grote dag begint,
en het licht voor altijd overwint,
zal de hemel opengaan,
komt de Heer er aan.
heffen wij dit loflied aan:

Jezus komt in heerlijkheid.
Zijn sjaloom wordt wereldwijd.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van ons leven.

zegen
zingen: Lied 411: 1 en 6 (Wilhelmus)