Zondag 33 Heid. Cat. : Ben jij al bekeerd? (toerustingsdienst CGK-GKV)

liturgie toerustingsdienst zondagavond 24 april 2016

welkom
zingen: Gz. 327: 1,2,3, LB
stil moment
votum en groet
zingen: Ps. 119: 1,40
gebed
Schriftlezing: Hand. 9: 1-22
zingen: Ps. 119: 66
Schriftlezing: Ef. 4: 17-32
zingen: Gz. 131: 5,9 GK
verkondiging: Ben jij al bekeerd? (zondag 33 HCat)
zingen: Ps. 25: 2,4,6 LB
apostolische geloofsbelijdenis
zingen: Ps. 25: 7 LB
gebed
collecte
slotzang: Gz. 477 LB
zegen
amen: Gz. 456: 3 LB
—————————————————————————————————————–
Gemeente van Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes,
dia 1
Stel je moet naar Amsterdam….je rijdt Langedijk uit, rechtsaf, de N 245.
Maar ineens zie je op de borden Schagen staan en den Helder….help….ik heb me vergist….we rijden precies de verkeerde kant op, zo komen we niet in Amsterdam..
Dus zo gauw dat kan, keer je om en je rijdt de andere kant, de goede kant, op.
Dat is nou ook wat bekering inhoudt: omdraaien de goede kant op.

Maar echte bekering in de Bijbelse betekenis is meer en gaat dieper.
Niet maar een bepaald leefpatroon erop na houden: dingen doen en dingen laten.
Wat eerst moet gebeuren is dat je binnenin verandert: dat je anders gaat denken.
Nog even dat voorbeeld van beter halverweg omkeren dan helemaal je doel missen: je reed richting den Helder maar je wilt naar Amsterdam, en dus: keren die auto.
Maar meer in de richting komt het voorbeeld als je van huis ging met het stellige plan
eens een dagje naar Texel te gaan -wij doen dat een paar keer per jaar- maar ineens bedenk je: ik kan eigenlijk beter gaan winkelen in Amsterdam, Texel komt nog wel.
Je gaat de andere kant op omdat je van gedachten bent veranderd.
Zoals in de bijbel bekering is omdraaien en een andere weg inslaan omdat een mens er anders over is gaan denken: ik zat fout, ik heb spijt, ik wil anders gaan leven.
Zo diep gaat wat de bijbel bekering noemt: het begint met anders gaan denken en kiezen en voelen, en dan komt er ook een andere houding en een ander gedrag.
dia 2
We hebben de bekeringsgeschiedenis van Paulus gelezen: onderweg naar Damascus. Saul ging daar niet per ongeluk heen maar met een speciale bedoeling: weg met wie op de weg van Jezus lopen. We hebben gelezen dat de eerste christenen zo werden genoemd: aanhangers van de Weg. Eigenlijk een heel mooie naam. Zei Jezus niet: Ik ben de Weg! De enige weg om bij God te komen.

Maar Saulus was er vast van overtuigd dat die Weg een dwaalweg was: Jezus leidt
af van God… Saulus probeerde wie op die Weg van Jezus liepen, hardhandig te
bekeren, desnoods met geweld. Totdat de Heer zelf hem ‘op de weg waarlangs hij gekomen was’ tegenkwam en tegenhield en het grote wonder liet gebeuren dat Saulus ook ging lopen op de Weg die Jezus zelf is en hij voortaan iedereen die de weg kwijt was, wees op Jezus als enige goede Weg. Als dat geen bekering is: hij die vervolger was werd volgeling, vooroploper zelfs op dè Weg, en goede Weg-wijzer.
dia 3
Maar ik dan, vraagt u? Ik hoef toch niet zo bekeerd te worden als Saulus, denk je vast wel: ik die als kind al ben gedoopt, en heel m’n leven al uit de Bijbel heb horen lezen, en bij de kerk hoor – ik die uit een gelovig nest kom en al zo lang geleden belijdenis heb gedaan…..ik die al zo vaak in de kerk was en avondmaal gevierd heb.
dia 4
Je hebt gelijk: die bekering van Saulus was uniek. En niet iedereen wordt zo bekeerd als hij. Er wordt ook niet van u of jou gevraagd op de dag of de minuut af aan te wijzen: toen gebeurde het. Maar denk nooit: bekeerd? ik? moet dat dan? want wie zich niet bekeert, mist zijn bestemming, komt niet uit waar je leven tot bloei komt.

dia 5 Bekering:
1. van boven af bewerkt;
2. van binnen uit werkzaam;
3. naar buiten toe te merken.

dia 6 1. Bekering wordt van boven af bewerkt – van God uit dus…..
Ik weet niet hoe het met u gaat maar ik voel me wel eens wat ongemakkelijk bij wat we ‘bekeringsverhalen’ noemen, zeker als die breed worden uitgemeten, b.v. op TV.
U weet wel: mensen die vertellen hoe ze tot geloof zijn gekomen en radikaal zijn veranderd, b.v. na een crimineel verleden of na jaren verslaafd te zijn geweest, of na een leven vol vuiligheid….Als je dat zo hoort en ziet, voor de t.v. b.v., en het enthousiasme over hun nieuwe leven eraf straalt, vind ik dat vaak erg indrukwekkend ….een overtuigend bewijs dat God echt mensen verandert… Tegelijk krijg ik soms ook een wat ongemakkelijk gevoel bij dat soort verhalen: wordt niet te veel het spectaculaire naar voren gehaald….is het niet wat overdreven mooi en blij…en bij de meeste gelovigen gaat het toch veel ‘gewoner’: die hebben niet zo’n spannend verhaal…Als ze mij zouden vragen – het is me weleens gevraagd: ben je bekeerd,en wanneer? weet ik eigenlijk niet: ik ben er ‘gewoon’ bij opgegroeid, het hoorder er ‘gewoon’ bij. Nou, zeg ik maar meteen, zo gewoon is dat helemaal niet, het is een groot wonder! En als we terugkijken in ons leven, hebben we dan niet allemaal ons verhaal? Van hoe God bezig is geweest in ons leven, en nog altijd aan het werk is door zijn Heilige Geest? Ja, want hoe ons leven ook loopt en hoe ‘gewoon’ ons verhaal ook lijkt, dat is altijd hetzelfde: geloven, je bekeren van je zonden naar God toe, christen willen zijn, dat is het werk van God zelf. Vandaar dat we dat voorop zetten als het over bekering gaat: bekering wordt bewerkt van boven af.
dia 7
Als er één een spannend en spectaculair bekeringsverhaal te vertellen had, dan Paulus wel. Hij heeft het meer dan eens verteld, in het boek Handelingen kunnen we erover lezen. En als Paulus dat deed, was dat niet om interessant te doen of zichzelf te etaleren….dan had hij beter zijn mond kunnen houden, zo mooi was zijn levensverhaal niet. Hij zegt dat zelf ook eerlijk: ik was de ergste van de zondaren, ik heb de gemeente vervolgd. Hij dacht zelfs dat hij God daar een plezier mee deed, hij voelde zich supervroom: want die Jezus van Nazaret beweerde dat hij de Messias was, de Zoon van God, en wie dat durft te zeggen, moet dood – gelukkig dat we van Jezus af zijn – maar nou moeten ook al die mensen gestraft die nog steeds die leugens van die Jezus geloven! Fanatiek ging Saulus er tegenaan: eerst in
Jeruzalem, toen ook in het buitenland.Zo ging hij naar Damascus, de hoofdstad van
Syrië, om ook daar de kerk kapot te maken.

Maar dan opeens, onderweg van Jeruzalem naar Damascus, dat verblindende licht
en die stem uit de hemel: Saul, Saul, waar ben jij mee bezig, waarom vecht je zo tegen Mij?! Heer! – want Saulus begreep wel dat die stem uit de hemel kwam – Heer, wie bent U? Ja, hoe kon dat nou, hij was toch juist bezig God te dienen…en niet Hem tegen te werken…Saul, ik ben Jezus die jij zo fanatiek aan het bestrijden bent….Dus toch?! Jezus toch….Gods Zoon?!
Kijk, dat werd het keerpunt. Saulus kwam in Damascus als een hulpeloze blinde.
Drie dagen letterlijk blind om hem te leren zien hoe verblind hij al die jaren was geweest. Tot hem letterlijk maar vooral geestelijk de schellen van de ogen vielen: ineens was het licht. En God zei: Ik stuur jou naar joden en heidenen om ook hun ogen te openen, opdat ook zij zich afwenden van de duisternis naar het licht en van de macht van satan naar God (26:18). De keus is: je leven tot bloei of het loopt dood.
dia 8
Het is waar: dat ging bij Paulus heel spectaculair, van het ene moment op het andere. Vaak gaat dat heel anders, veel geleidelijker, je kunt het niet eens precies aanwijzen. Maar altijd is het God die ingrijpt in een mensenleven, die een mens brengt tot de keus om in de Here Jezus te geloven, om God te dienen, om belijdenis te doen.. om christen te willen zijn….niet uit gewoonte of voor de vorm, maar echt…
Dat kan alleen als God je ogen opent en vooral: je hart openbreekt naar Hem toe.
Zo schrijft Paulus aan die bekeerde heidenen in Efeze: u bent veranderd vergeleken met hoe u vroeger was en wat u vroeger deed, omdat u nu Christus kent: u hebt van Hem gehoord en bent in Hem onderwezen.

Zo verandert God nog altijd mensen, van vijanden van Hem in vrienden van Hem:
doordat vader en moeder uit de bijbel vertellen, door wat er over verteld wordt op school, doordat je ervan hoort en over zingt in de kerk, doordat je er met elkaar over praat…… En God wil ook mensen die er niet bij zijn groot geworden bereiken:
doordat ze echte christenen ontmoeten, doordat ze geboeid raken door de bijbel..en gaan geloven….Daar wil de Here mensen voor gebruiken, maar het is en het blijft zijn werk. We bidden het de profeet na: wil mij bekeren, dan zal ik mij bekeren….en doe het met heel veel mensen.

dia 9 2. Bekering is van binnen uit werkzaam – God verandert om te beginnen een mens diep van binnen.
Als je kort wil zeggen wat bekering is in de bijbel, dat zitten daar twee kanten aan.
Eerst dat je je omdraait en de weg terug gaat naar God van wie je weggelopen was.
En nee, zeg nou niet: maar dat hoef ik niet want ik ben nooit bij God weggeweest.
Want allemaal zijn we mensen die afstammen van Adam, die in opstand kwam tegen God en hoe vaak doen wij niet dingen waardoor er verwijdering komt tussen God en ons? Alle reden met de profeet te bidden: Heer, wilt U mij bekeren, dan zal ik mij bekeren…. Gelukkig maar dat God ook ons elke keer beetpakt als wij de verkeerde kant op leven….

Het tweede kernpunt bij bekering is dat je breekt met zonden in je leven.
Met zonde in het algemeen: een leven dat op jezelf is gericht inplaats van op God,
Met de zonde van je leven zelf in handen willen houden en jezelf proberen te redden.
Met de zonde van alle kaarten zetten op aardse zaken als geld, welvaart, carrière, uitgaan… En dan ook van die specifieke zonde die mij speciaal zo steeds in de weg zit… en dat kan voor iedereen weer anders zijn…als je jezelf een beetje kent, weet je dat zelf het beste..

Bekering is dus kort en goed: elke dag breken met je oude leventje zonder God en elke keer opnieuw beginnen met God. Zondag 33 gebruikt er een beeld voor uit de natuur: van planten die doodgaan én planten die juist gaan groeien en bloeien.
De ene kant is: afsterven van de oude mens: dat zondige en verkeerde moet al meer eronder en eraan. En dat beeld van ‘afsterven’ – als een plant in de herfst – maakt al wel duidelijk dat breken met je zonden elke dag weer nodig is, en in dit leven altijd nodig blijft. Want zonde is van dat onkruid dat niet uit te roeien is. U kent wel van die woekerplanten in de tuin: je trekt het uit maar het steekt steeds weer de kop op. De andere kant is: opstaan van de nieuwe mens: het goede dat God in ons werkt moet groeien en tot bloei komen. Weer: dat wijst op een groeiproces – zoals uit bollen en zaadjes die mooie plant gaat groeien: kiezen voor God, voor het navolgen van de Here Jezus, is maar niet een keus eens voor goed maar die keus moet je elke keer weer maken, onder soms moeilijke omstandigheden, en steeds als je toch weer teruggevallen bent, wil de Here opnieuw met ons beginnen.

Nou, en dat is voor alles en boven alles een verandering van hart, van denken, van voelen. . dia 10 Paulus herinnert zijn lezers in Efeze daaraan, hoe ingrijpend dat bij hen was geweest. Mensen die God niet kennen, zegt hij, doen niet alleen verkeerde dingen – nee, dat zit veel dieper, ze doen zo omdat ze verblind en verward zijn: ze trekken zich nergens iets van aan en worden voortgedreven door hun slechte gedachten. Paulus’ eigen verleden was trouwens net zo donker ook al wist hij wel van God. Vroeger dacht hij dat hij op zijn eigen manier God kon dienen en zalig kon worden. Zonder Jezus. Totdat hij op dat keerpunt bij Damascus de andere kant op ging lopen en – zegt hij later – alles wat tot dan toe belangrijk voor hem was ineens waardeloos bleek te zijn: ik heb het als vuilnis weggegooid om Christus te kunnen ontvangen en het van Hem te verwachten. Reken maar dat dat een ommekeer is geweest: je gaat heel anders tegen alles aankijken.

In dat bekeringsverhaal van Saulus/Paulus lezen we dat hij drie dagen blind en alleen was. Nee, niet alleen. Het werden dagen waarin God dichtbij was om een ander mens van hem te maken. God liet hem door die blindheid zien hoe verblind hij al die tijd was geweest. Er staat bij dat Paulus al die tijd niets at en niets dronk: de man toonde zo zijn berouw: oprechte droefheid dat Hij God inplaats van blij juist boos had gemaakt met hoe hij had geleefd. Echt je bekeren kan niet zonder echt gemeend berouw – tranen over zoveel dat we verknoeien.
Ja maar dan mag er ook dat andere zijn: blij om Gods liefde, blij met zijn vergeving.
Zoals toen het voor Paulus licht werd: de schellen vielen hem van de ogen en hij zag Gods liefde. De man die eerst dreiging en moord blies, werd nu vol van de Geest van Christus. Vol liefde.Dat wonder wil de Heer nog steeds doen, ook bij u en jou: je vullen met zijn liefde. En dan gebeurt waar Paulus over schrijft: dat je denken grondig vernieuwd wordt. Gericht op God, en betrokken op die ander. En dan ga je ook heel anders doen, reageren, leven.

dia 11 3. Bekering is naar buiten toe te merken – een ander mens gaat ook anders leven, anders doen…
Als er eentje was bij wie iedereen dat merkte, dan was dat Paulus wel.
Die man was na die ontmoeting met Jezus omgedraaid als een blad aan de boom.
Daar konden vriend en vijand niet omheen: wat is er toch met die man aan de hand!
Het is nog ingrijpender: zij vroegere vijanden waren nu zijn vrienden – en de mensen die zijn vrienden waren zagen die Saulus nu als een verrader en een vijand.
De eersten – christenen die doodsbenauwd waren geweest voor die kerkvervolger –
konden het eerst niet geloven en durfden er niet aan: die man heeft zoveel kwaad gedaan, het kan toch niet waar zijn dat hij nu een aanhanger en prediker van de Here Jezus is….Maar het was wel waar; dat kan alleen het werk van God zelf zijn, van de Heilige Geest. Van die God die nog steeds zulke wonderen doet – geloof het maar en prijs Hem erom!! Paulus’ vroegere vrienden waren razend, zo zelfs dat ze probeerden hem te vermoorden. Een van de vele voorbeelden dat bekering riskant kan zijn, pijn kan doen, zelfs je het leven kan kosten… Zei de Heer zelf niet: wie Mij wil volgen, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis op zich nemen….. Je tot God bekeren, voor de Here Jezus kiezen, dat is een radikale keus die alles van je vraagt. Dus is de vraag altijd weer: hebt u dat er voor over? is je dat alles waard? weet wel wat je kiest!
dia 12
Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over – u kent die uitdrukking wel.
Het gold vast en zeker van Paulus die zich een laatkomer noemde, maar
mocht zeggen: door genade heb ik meer mogen doen voor de Heer dan anderen.
Zelfs tegen bedreigingen en tot in de gevangenis kon hij niet zwijgen over zijn Heer.
Het is goed onszelf steeds de vraag te stellen hoe dat staat met onszelf:
wat krijgen andere mee over de Here als ze ons horen…en als ze ons bezig zien?

Dat laatste is minstens zo belangrijk – eigenlijk begint het daarmee: hoe leven we?
Als zondag 33 aangeeft wat echte bekering is krijgen de binnenkant en de buitenkant een beurt: oprechte droefheid dat we God door onze zonden vertoorn hebben
en hartelijke vreugde in God door Christus – dat is de binnenkant: Gods Geest die in ons werkt. Maar dat kan niet verborgen blijven, het kan niet anders of daar wordt je leven anders van.Echte bekering is daarom ook – zondag 33 weer – dat wij de zonden hoe langer hoe meer haten en ontvluchten en dat we niets liever willen dat doen wat God wil en wat God goed vindt.Dat gaat onder meer terug op wat Paulus schrijft in Ef.4: over oud en nieuw. Bekering is wat God zonde noemt als oude plunje uittrekken en afdanken, en nieuwe schone mooie kleren aantrekken. Iets dat iedereen aan je kan zien.
dia 13
Nou, en dat is niet iets voor één keer in een christenleven. Misschien kunt u een moment of een periode in uw leven aanwijzen waarin u of jij een duidelijke keus hebt gemaakt: ik wil God dienen…. misschien was dat een heel duidelijke breuk met uw leven zoals het daarvoor was. Het kan ook heel goed zijn dat veel meer geleidelijk ging – je groeide toe naar een keus, je voelde steeds meer: ik kan niet zonder God.
Hoe dat ook is of geweest is – bij ieder weer anders – voor allemaal is er dat dagelijks vechten tegen zondige verlangens in je zelf, tegen wat op ons afkomt in deze wereld, ook tegen een manier van denken en leven die je tegemoet komt via de t.v, via (a)social media of die je ontmoet bij collega’s of buren,en je laat toch die nieuwe jas die je kreeg van de Here niet thuis hangen als je uitgaat – of ben je bang anders te zijn en trek je daarom je ouwe kloffie maar weer aan: ze hoeven toch niet altijd te merken dat ik geloof, en stel je voor dat ze erover beginnen en moeilijk doen..
Als het goed is bekering een verandering ten goede, en daar profiteert de omgeving van mee…en het werkt als God het geeft, aanstekelijk, tot zegen van veel anderen.< dia 14 Laten we maar vaak in de spiegel van Paulus kijken: hoe loop ik erbij, hoe ziet m’n leven eruit? We voelen ons misschien wel eens ongemakkelijk bij bekeringsverhalen, zei ik eerder. Daar kan een gezonde dosis bijbelse nuchterheid achter zitten: angst dat de mens en zijn ervaringen in het middelpunt komen, en dat het spectaculaire vooral telt. Maar als iemand aan u vraagt, of aan jou: ben jij bekeerd - hebben we dan wel wat te vertellen? Niet over wat wij zelf allemaal meegemaakt en gepresteerd hebben, maar over wat God heeft gedaan? Kunnen we zeggen: de Heer is goed geweest voor mij? En kan die ander dat aan ons merken? Hebt u er zin in de Heer te dienen? Maak mij, HEER, met uw wegen vertrouwd, leer mij uw paden te gaan! dia 15 amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *