Beste broers en zussen, jongeren,ouderen, samen Gods gemeente,
dia 1
Waarom was jij er zondag niet?
Hebben ze misschien wel gezegd tegen Tomas in de week na die zondag.
Die heftige zondag van dat lege graf en ’s avonds de Heer op bezoek.
Ze geloofden hun ogen eerst niet maar konden er niet omheen: Jezus leeft!
En ze raakten er niet over uitgepraat die week, en vertelden het aan Tomas:
“We hebben het met eigen ogen gezien: die wonden van de spijkers in
zijn handen, dat litteken van die speer in zijn zij – dat moet de Heer zijn!”
“Maar jij was er niet”, zeiden ze tegen Tomas,”jammer, je hebt heel wat gemist!”
dia 2 Waaróm hij er niet was, wordt ons niet verteld, en daar moeten we dus
maar niet over gissen, alsof die afwezigheid een teken was van ongeloof
of van angst, blijkbaar is dat voor ons niet van belang – niet oordelen dus.
Wat wij over elkaar ook maar niet te snel moeten doen – luister vooral goed naar elkaar!
We kennen Tomas als iemand die zo zijn vragen had en heel skeptisch kon reageren, en die geneigd was de dingen van de sombere kant te bekijken.
Toen Jezus bericht kreeg dat zijn vriend Lazarus was overleden, en Hij tegen
de leerlingen zei dat ze nu naar Betanië zouden gaan, was de reactie
van Tomas: dia 3 “laten ook wij maar gaan, om met Hem te sterven”.
Blijkbaar zag hij vooral leeuwen en beren op de weg naar dat gevaarlijke Judea,
en was hij bang dat het niet goed zou aflopen met Jezus, en met henzelf.
De Bijbel vertelt niet hoe Jezus reageerde; ze gingen en…Tomas ging mee.
Later, op de laatste avond voordat Jezus gevangen genomen zou worden,
wilde de Heer hen voorbereiden op wat zou gaan komen en hen vooral
bemoedigen: wees niet ongerust, Ik moet wel weggaan maar dat is om
naar het huis van de Vader te gaan en daar jullie plaats klaar te maken.
En – zei Hij erbij – geen zorgen, jullie weten de weg naar waar Ik heen ga.
Toen was het weer Tomas die het blijkbaar niet kon volgen en bijna wat
schouderophalend reageerde dia 4: “wij weten niet eens waar U naar toe
gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?”.
Gelukkig wordt Jezus niet boos maar gaat hij geduldig op de vraag in:
Het komt wel goed, Tomas. Als je Mij maar in het oog houdt, kom je er
wel want Ik ben de weg, de weg naar God die mijn en jullie Vader is.
Ja die Tomas, wat is dat voor een man, en als hij steeds zo aarzelt en
zo moeilijk doet en zo twijfelt, wat doet Hij eigenlijk bij Jezus – waarom is
Hij met Jezus meegegaan en zijn leerling geworden met steeds die twijfel?
Toch niet een voorbeeld zo’n voorganger, wat moet je nou met een dominee
of een ouderling die zelf twijfelt en er ook nog mee voor de dag komt? Is dat
nou een voorbeeld, help je daar mensen mee, en kan de Heer daar wat mee?
Ja maar, ik vind het eigenlijk geweldig dat de Heer juist zulke mensen kiest!
Niet allemaal modelgelovigen die stevig in hun schoenen staan en alles zo
zeker weten – zo kijken buitenstaanders vaak tegen christenen aan, en dat
verwachten we ook vaak van elkaar, en we meten elkaar af aan wat hoort…
Maar, wat voel je je soms eenzaam als je niet zo zeker bent, stikvol met vragen
zit, het maar moeilijk vindt om te geloven wat je blijkbaar moet geloven: met wie
kan ik nou echt eerlijk praten over wat ik denk en voel – wat krijg ik over me heen?
Mooi wat een jongere een keer zei over catechisatie: daar durf ik eerlijk te zijn,
daar mag ik ook twijfelen; hopelijk is er die ruimte ook in de kerk, en bij jullie thuis.
Dat niet sociaal of kerkelijk gewenste antwoorden verwacht worden maar eerlijke vragen en echte gesprekken en ruimte om te zijn zoals je bent en met wat je voelt.
Best belangrijk om over na te denken: gunnen we elkaar het voordeel van
de twijfel, is er ruimte om vragen te stellen aan jezelf en aan elkaar…en aan God, om in gesprek te gaan en dingen opnieuw te doordenken, of spijkeren we elkaar vast op wat wat natuurlijk vast staat en elk christen, elk mens, natuurlijk moet geloven?
‘Het voordeel van de twijfel’, dat klinkt positief en zo is het ook bedoeld. dia 5
Zoals ik las “Als je altijd alles maar zeker weet, verander je nooit. Dan draaien je gedachten steeds in hetzelfde kringetje rond. Dat wordt een dooie boel. Maar als je iets nieuws hoort en dat moffel je niet weg, dat laat je toe – ja, dat is even irritant: je moet doordenken, afwegen, piekeren. Maar zo kun je wel veranderen, een mooier mens worden, betere ideeën ontwikkelen. Bij veranderen hoort dus altijd twijfel. En dat is het voordeel van de twijfel. Het brengt verandering op gang. De paus zei daarom: als je op alle vragen antwoord hebt, heb je het niet over God. Twijfel is misschien vervelend, maar vlucht er niet voor, doe er niet krampachtig over, maar laat het gebeuren. Je zult veranderen…” einde citaat – Verandering als een groeien.
Je zou eens met die ogen de Bijbel moeten lezen, en vooral moeten letten op wat mensen allemaal zeggen, eruit gooien soms, ook aan twijfels en vragen en kritiek richting God – en hoe God dan reageert, hoe vol liefde, met ruimte, en met geduld.
Denk aan Abraham, luister naar Job, lees en zing Davids psalmen, en let ook op die twaalf kerels die Jezus heeft uitgekozen als aanstaande apostelen: Petrus die zo vaak Hem tegensprak en voor de voeten liep, Judas die een zwakhad voor geld en
uiteindelijk een verrader zou worden, Simon de Zeloot die een soort terrorist geweest was, Levi die voor de Romeinen had gewerkt als tollenaar, Johannes en Jacobus die Jezus donderwolken noemde, ja en ook Tomas die het zo vaak naar moeilijk vond hoe die Jezus deed en die het altijd eerst nog moest zien hoe het uit zou pakken….
Je zou haast zeggen: een zootje ongeregeld, lui die wij als het aan ons lag vast nooit hadden uitgekozen als leiders van de kerk, als dominee of ouderlingen of diakenen.
Ja, en als Jezus ze na de opstanding allemaal weer bij elkaar heeft – min Judas dan helaas – en Hij ze de laatste instructies geeft voor Hij naar de hemel gaat, dan lezen we nog in de Bijbel dia 6 dat “sommigen twijfelden” – nog steeds, hoe bestaat het, moeten die nou de wereld in met de boodschap van Jezus? Wat moet dat worden?
Maar zo machtig is Jezus nou, zo groot en sterk moet zijn liefde zijn, dat Hij het met zulke lui durft wagen, dat Hij het ook aandurft met mij, en met jou, met ons in Broek.
Dat is meteen het geheim achter dat vreemde waarom die Tomas toch achter Jezus aan bleef gaan, dat hij met al zijn vragen en zijn twijfels en af en toe zijn somberheid en zijn bangheid niet afhaakte maar bleef: dat is omdat de liefde van Jezus als een magneet aan hem trok, zodat hij er niet los van kwam en steeds weer zijn twijfels en skepsis overwonnen werd, en hij uiteindelijk ook een van de stichters van de kerk werd – er zijn nog altijd kerken vooral in Azië die zich Tomaschristenen noemen.
Laten we Tomas niet zwarter maken dan hij was – en hem zeker niet veroordelen.
Eigenlijk is het helemaal niet terecht en niet eerlijk dat van zijn naam een spreekwoord gemaakt is en dat iemand die nooit ergens geloof aan hecht een ‘ongelovige Thomas’ genoemd wordt – want Tomas was niet minder gelovig dan de anderen, die het er ook knap moeilijk mee hadden en ook heel wat te horen en te zien kregen van Jezus voordat ze over de streep van hun ongeloof en twijfels heengetrokken werden – en als Tomas dan ziet, moet je horen wat een belijdenis: “mijn Heer, mijn God!” – Tomas is de eerste van wie we dat horen na Pasen!
dia 7
Ik vind mooi wat ik las over Tomas: “alleen wie gelooft kan twijfelen …een gelovige Tomas dus- In ieder geval: hij voelt zich sterk verbonden aan de Here Jezus…
Tomas gaat mee, als Jezus gaat en laat Hem niet in de steek”.
Dezelfde schrijver noemt Tomas niet een pessimist maar een realist, die graag wil weten waar hij aan toe is, niet naief maar eerlijk en nuchter, en recht-door-zee-
Tomas zegt niet als ze vertellen dat ze Jezus levend en wel ontmoet hebben
dat dat gewoon niet kan en dat hij wel gek zou zijn als hij zou komen zondag.
Nee, hij zegt wat veel mensen denken en zeggen: eerst zien en dan geloven.
Zo gek is dat niet en niet veel anders dan het was gegaan met die vrouwen en met
Petrus en Johannes bij dat lege graf – Johannes is er later zelf eerlijk over in zijn evangelie: “hij – ik zelf wil hij zeggen – zag het en geloofde” (Johannes 20:8).
Er staat bij: “Want ze (Johannes zelf en ook Petrus, en de andere leerlingen)
hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Jezus uit de dood moest opstaan”.
Gelukkig dat ze mochten zien, dat de Heer hen over hun ongeloof heel wilde
helpen, en gelukkig dat zij en ook Tomas wat ze gezien hebben aan veel mensen
hebben doorverteld en dat het is opgeschreven, ook voor u en voor jou en voor mij.
Voor die mensen over wie Jezus zegt dat zij geloven ook zonder dat ze datzelfde
zien – dat het dankzij de hulp van de Heilige Geest en door de bijbel te lezen
andersom kan gaan: geloven en dan ook zien – zien dat God er echt is, ook vandaag en ook voor ons, ervaren hoe groot Gods liefde was en is door Jezus, ervaren dat Jezus echt leeft en werkt, ook als je Hem niet kunt zien, dat Hij in je wonen wil zelfs.
Terug naar die zondagavond, daar in dat zaaltje of dat huis, waar ze weer als vrienden van Jezus en van elkaar samen zijn, en nu ook met Tomas erbij.
Geweldig dat Jezus dan weer ineens bij hen is, en dat juist met het oog op
Tomas – want die hoort er ook bij, en die moet ook verder geholpen worden.
Er staat niet voor niets bij ‘een van de twaalf’ – er mag er niet eentje worden
gemist – later wordt ook de plek van Judas ingevuld, door een zekere Mattias.
Moet je opletten hoe dat gaat als Tomas er de volgende zondag ook bij is, en
Jezus dan net als de vorige keer ineens in hun kring komt staan, hoe hun Heer
laat merken dat hij precies weet wat Tomas denkt en wat hij gezegd heeft,
en hoe Hij niet afwijzend maar vol begrip hem tegemoet komt in zijn twijfel.
Luister nog even goed naar hoe Tomas had gereageerd op het verhaal over
de ontmoeting met de levende Jezus: “Alleen als ik de wonden van de spijkers
in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij
kan leggen, zal ik het geloven” – dat is geen afwijzing maar een verlangen naar
zichbare en tastbare bewijzen, naar eigen geloofservaring – hoe herkenbaar.
En de Heer wijst dat niet af maar steekt zijn handen uit en nodigt Tomas uit: dia 8
“Leg maar je vingers hier en kijk naar mijn handen en leg je hand in mijn zij”.
En ja, dan ook een lichte terechtwijzing, niet boos maar vol liefde: “wees niet
langer ongelovig maar geloof” – anders gezegd: vertrouw Me maar, Ik ben het
echt en wat ik gedaan heb en geleden heb, was ook voor jou – nou en dan is
Tomas om, hoeft dat vastpakken en dat voelen niet meer: ‘mijn Heer, mijn God!’
Dat is ten diepste geloven: niet waarheden aannemen, niet een leer beamen,
maar overgave, jezelf en alles aan weerstanden in jezelf loslaten en je als het
ware je met heel je hebben en houden toevertrouwen aan die Heer die eerst
zichzelf wilde geven voor jou en aan jou – kijk naar zijn handen, naar die wonden.
dia 9
Je hoort vaak dat mensen – zeker jongeren – jullie misschien ook wel – graag willen
begrijpen, bewijzen willen zien dat de bijbel klopt, dat God bestaat, dat Jezus leeft –
en als je die bewijzen niet zelf zo nodig hebt, dat je er leeftijdgenoten mee zou willen
overtuigen – zou het dan niet veel makkelijker zijn – voor jezelf – voor die anderen.
Dus weer dat: eerst zien – of kunnen beredeneren – willen begrijpen – dan geloven.
Nou, er is niks mis met nadenken, met beredeneren – er zijn boeken vol geschreven,
ook heel goede boeken waar je veel uit kunt leren – die laten zien dat het christelijk
geloof, en de bijbel, heel veel in zich hebben wat dingen kan verklaren – en er zijn ook heel veel mensen in de wetenschap die veel aan hun geloof hebben, ook voor hun werk. Maar uiteindelijk gaat een mens niet geloven door wat hij ziet of wat hij kan begrijpen, maar doordat je niet meer los komt van Jezus, doordat Gods liefde je zo raakt dat je niet meer zonder Hem kunt – dat je Gods aanwezigheid gaat ervaren en
dat je net als Tomas om gaat en zegt: ‘mijn Heer, mijn God! ‘
dia 10
Ja en dan er is nog iets dat we leren uit dit verhaal van Tomas: dat je elkaar nodig hebt. Tomas was er niet bij die eerste zondag, en toen miste hij het allerbelangrijkste: Jezus. Gelukkig vertelden zijn vrienden, de andere leerlingen, wat hij gemist had en dat zij en vooral Jezus hem hadden gemist – misschien hebben ze er wel bij gezegd:
zondag kom je toch ook want Jezus leeft en misschien zoekt Hij ons weer op………
Natuurlijk kun je overal God ontmoeten en is Jezus overal bij je waar jij bent….en de
bijbel lezen kun je overal: thuis, tijdens je studie, ver weg in het buitenland….maar geloven op je eentje dat is best vaak een eenzaam avontuur – kijk maar naar Tomas.
Jezus kwam niet voor niets juist toen ze bij elkaar waren, en uitgerekend op zondag.
Dus de kerk en de kerkdienst is er niet voor niets – je kunt er Jezus ontmoeten, en je
kunt met anderen delen wie Jezus wil zijn en wat Jezus wil doen – ik hoop dat je ook
een plek vindt om je twijfels te delen en je vragen te stellen – zonder dat iemand je
er hard om valt of je erom afwijst – Jezus doet het niet in elk geval – kijk naar Tomas!
En laat je door elkaar bemoedigen en inspireren, door je ervaringen te delen, door
samen blij te zijn en verdriet te hebben, samen te bidden en te zingen, te leven!
Op een keer zei Jezus tegen iemand met een groot probleem – de man had een ernstig zieke zoon: “Alles is mogelijk voor wie gelooft” – Jezus bedoelde: voor wie zich aan Mij toevertrouwt, wie het er met Mij op durft wagen – en toen riep die man: “Ik geloof!” – Ik wil zo graag geloven en me aan U toevertrouwen – maar: “Kom mijn ongeloof te hulp!” Een mooi gebed, ook voor ons, voor mij en jou, en als je zo bidt, gebeurt er wat. Echt! dia 11
amen
liturgie morgendienst
thema: ‘Eerst zien of eerst geloven?
votum en groet
zingen: Ps. 33: 1,2,8
wet van de Heer
zingen: Ps. 85: 3,4
gebed
Schriftlezing: Johannes 11: 1-16
Johannes 14: 1-7
zingen: Gz. 22: 1-4
verkondiging: Joh. 20: 24-29
zingen: NLB 632: 1,2,3
gebed
collecte
zingen: Gz. 167: 1,2,3
zegen
amen: Gz. 144: 7