Sleuteldienst: zondag 31 Heid. Catechismus (toerustingsdienst CGK-GKV)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 4
Het gaat in zondag 31 over de ‘sleutels van het koninkrijk van de hemel’.
En dat dan toegepast op prediking van het evangelie waardoor de deur naar God opengaat, en vermaan en tucht als waarschuwing dat de deur weer dicht kan gaan als je vasthoudt aan verkeerd gedrag, maar: met de bedoeling dat dat niet gebeurt en ook dat we samen door één deur kunnen blijven gaan of weer kunnen gaan.,
Hoe dan ook, het zijn zware woorden die nogal eens mis verstaan worden.
Daarom is het goed eerst even na te gaan wat met die sleutels bedoeld wordt.

dia 5 1. Jezus geeft mensen de sleutels in handen van het rijk van God

Wanneer krijg je de sleutels?
Kan je gevraagd worden als je net een ander huis hebt gekocht.
Als je de sleutels krijgt, van de vorige eigenaar of van de verhuurder,
ben jij echt de eigenaar of in elk geval de wettige bewoner, van dat huis.
Voortaan kun jij alleen naar binnen, en beslis jij over wie je binnenlaat.
Best een belangrijk moment dus, als je de sleutels in handen krijgt.

In de Bijbel kom je ook op enkele plaatsen sleutels tegen als symbool van
zeggenschap, van de bevoegdheid om beslissingen te nemen en uit te voeren.
In Jesaja 22 wordt verteld over een hoge ambtenaar van koning Hizkia die
blijkbaar misbruik had gemaakt van zijn positie en daarom ontslagen werd.
Dan lezen we dat God zelf een opvolger aanwijst, een zekere Eljakim, en dan
zegt: “Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit kan niemand opendoen”.
Die sleutel staat symbool voor het gezag dat Eljakim krijgt aan het hof en
in het land: hij laat toe tot de koning en hij kan ook mensen tegenhouden.
Heel veel verder in de Bijbel, in het laatste Bijbelboek Openbaring, komt die
uitspraak bijna letterlijk terug, maar dan toegepast op de Heer Jezus die maar
niet een knecht is van de koning, maar de koning zelf, de grote zoon van David.
Lees maar Openbaring 3: 7: “Dit zegt Hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft .- wanneer hij opendoet kan niemand sluiten, wanneer hij sluit kan niemand openen” – dan gaat het over Jezus die de bevoegdheid heeft – als de zoon des huizes – om de deur naar God voor ons open te doenmaar die ook de deur dicht kan houden of dicht kan doen voor wie weigert in Hem te geloven of zegt te geloven maar niet doet wat God graag wil. Zoals Jezus zelf gezegd heeft, in de bergrede: “Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader” (Matt. 7: 21)
Kort en goed: wie de sleutels heeft kan opendoen en dichtdoen / of dichthouden.

Met dat in het achterhoofd luisteren we naar wat Jezus zegt tegen Petrus: dia 6
“Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven”.
U weet dat dat de katholieke kerk op grond van vooral deze uitspraak van Jezus de apostel Petrus beschouwt als plaatsvervanger van Jezus op aarde en als de eerste paus van Rome – en dat die sleutelmacht van paus tot paus overgedragen wordt.
Vandaar ook dat beeld van Petrus met de sleutels – als zelfs portier in de hemel .
Het pauselijke wapen heeft twee sleutels dia 7: een van goud die staat voor toegang tot de hemel, een van zilver die zeggenschap over de gelovigen op aarde uitbeeldt.
Die uitleg gaat er vanuit dat Jezus het had over twee sleutels: wat er niet staat, er wordt geen aantal genoemd; dat moeten we ook bij zondag 31 bedenken: prediking en tucht als de twee sleutels is een latere kerkelijke toepassing van wat Jezus heeft
gezegd – dat moet je niet al meteen en als enige uitleg teruglezen in Matt. 16.
Net zo min als dit beperkt kan worden tot Petrus als die ene persoon – het gaat de
Heer om de apostelen en de kerk later die met het evangelie de wereld ingaan
om zo mensen uit te nodigen en op te roepen door Jezus naar God te gaan.

dia 8 2. We moeten en mogen allemaal door één Deur.
We zeggen wel eens: die en die kunnen niet langer door één deur.
Collega’s bijvoorbeeld op een afdeling die niet kunnen samenwerken;en dan blijft niks anders over dan ontslag of overplaatsing. Of een minister die geen vertrouwen meer heeft, en moet aftreden.
Het kan ook in de kerk gebeuren dat mensen het niet meer volhouden met elkaar:
gemeenteleden onttrekken zich en zoeken een gemeente waar ze zich thuisvoelen,
of ze haken helemaal af en houden zich ver van alles wat maar lijkt op een kerk;
soms neemt het zo’n omvang aan dat een gemeente of een kerkverband uit elkaar valt en de leden niet langer elke zondag door diezelfde kerkdeur kunnen en willen…..

In zondag 31 gaat het over deuren die opengaan en over deuren die dichtvallen.
En dan gaat het maar niet over een huisdeur of de deur van de kerk maar over de deur die toegang geeft of de toegang blokkeert naar het koninkrijk van God.
Wat uiteindelijk beslist is niet of mensen met elkaar nog door één deur kunnen,
maar of de Heer zelf de deur voor ons opendoet, of dat we voor een dichte deur komen…en de beslissing daarover valt al hier op aarde, zegt niet maar een kerkelijke catechismus, maar heeft de Here Jezus zelf gezegd tegen zijn leerlingen die Hij zijn huissleutels meegaf: wat jullie op aarde voor bindend verklaren, dat is: wat jullie namens God aan de mensen voorhouden en voorleven, daar zijn jullie en die mensen aan gebonden en dat zal beslissend zijn in de eindbeoordeling door God.
Zondag 31 zegt het de Heer na: naar dit getuigenis van het evangelie zal God oordelen – of ik straks het rijk van de hemel mag binnengaan of dat ik buiten moet blijven staan, dat hangt er van af of ik geloofd heb in Jezus’ woorden en gedaan heb wat Hij zei, of ik bereid was om te leven voor God en dienstbaar aan mijn medemens

Nou, en daarmee zijn we bij het hart van de zaak waar het in zondag 31 over gaat.
Wat hier allemaal staat, kan zo overkomen alsof mensen beslissen of zij met andere mensen wel door één deur kunnen, en als dat niet zo is, hen de deur kunnen weigeren of de deur achter hun rug in het slot kunnen gooien, zelfs in het nachtslot:
je staat buiten het rijk van God, jij komt niet in de hemel.
Alsof een dominee of een kerkenraad daarover gaat! Wat verbeeld een kerk zich wel! Het maakt mensen huiverig en kerkenraden aarzelend als het woord ‘tucht’ valt…….en er zijn kerken waar die tucht een dode letter is geworden: laat de verantwoordeljkheid maar liggen bij de mensen zelf, probeer hen te trekken inplaats van met tucht te dreigen…waar achterzit dat tucht overkomt als mensen afwijzen.
En wie zou durven ontkennen dat er geen misbruik is gemaakt van de tucht: wij kunnen met jou niet meer door één deur dus daar is het gat van de deur.
Zo moest de Heiland tot zijn verdriet herders van Gods volk misleiders noemen:dia 9
jullie gaan zelf niet binnen maar erger: jullie blokkeren ook voor anderen de toegang.
Hoe ze dat deden? Wel, doordat ze mensen die Jezus wilden volgen, tegenhielden
en er alles aan deden om Jezus af te schilderen als een misleider en een gevaar voor het volk. Ze weigerden te erkennen dat Jezus de deur is, de enige, die binnenbrengt bij God. Ze dachten er niet aan zelf aan te kloppen bij die deur en door die deur binnen te gaan. Ze wezen ook het volk niet op die deur, integendeel: ze joegen iedereen van die deur weg. Terwijl dat nou dat de enige deur is waardoor een mens weer bij God thuis kan komen.

Jezus zegt dat met goddelijke overtuigingskracht: voorwaar, voorwaar, Ik zeg u,
Ik ben de deur. De deur waardoor de schapen veilig in de schaapskooi komen.
Aan het begin van een mensenleven klinkt al dat zware waar niemand om heen kan:
wij en onze kinderen – geboren zondaars en zondaressen – kunnen niet in het rijk van God komen. Denk maar terug aan dat verloren paradijs: met die gewapende engel die de weg terug afsluit, want God had gezegd: laat de mens niet eten van de levensboom, om eeuwig te leven. Zoals we geworden zijn door de zonde, kan niemand meer Gods koninkrijk binnen:mensen van vlees en bloed kunnen niet dat rijk van vrede en liefde en leven beërven. Voortaan geldt voor iedereen wie hij of zij ook is: verboden toegang voor onbevoegden.
Totdat Gods eigen Zoon komt die kan zeggen: Ik ben de deur, de deur naar God.
Zoals zondag 31 zegt: al je zonden werkelijk vergeven om de verdienste van Christus. De blokkade op de weg van ons naar God toe heeft onze Heiland opgeruimd: zo baande Hij voor ons de weg om weer tot God te komen. En als een goede Herder gaat Hij voor zijn schapen uit en geeft hen leven in overvloed.
dia 10
Kijk, en daarom komt het erop aan die ene deur te zoeken en daar doorheen te gaan. Anders gezegd: goed te luisteren naar de Herder en gehoorzaam achter Hem aan te gaan. Want als Jezus zegt: Ik ben de Deur voor de schapen – wil dat ook zeggen: Ik alleen.Er zijn niet allerlei achterdeurtjes waardoor je ook wel naar binnen kunt glippen. En de Heer zegt ook dat de poort naar het rijk nauw is, smal – en dat je dus de ballast van je zonden en van alles wat je in de weg kan zitten op die smalle weg naar huis en door die nauwe poort naar het rijk – weg moet willen doen.Want we kunnen alleen door bekering dat rijk binnen, als we alles willen achter laten: bereid onszelf te verloochenen en ons kruis op te nemen en Jezus te volgen.
Hoor het de Heer zeggen tegen Petrus toen die samen met de anderen net de sleutels overhandigd had gekregen: maar de Heer die jij volgt, gaat op weg naar kruis en dood.Alleen zo kan de deur open gaan voor wie achter Jezus aan komen:
Hij opende voor ons een nieuwe, levende weg door het tempelgordijn heen,
dat wil zeggen de weg van zijn lichaam. Jezus is de Weg om bij God te komen.

Kijk, en nu mogen we allemaal door die ene Deur binnenkomen, bij God, en dus in de kerk. Zullen we ook elkaar de ruimte gunnen om door die Deur binnen te gaan,
Moet er wel heel wat gebeuren voor je zegt: ik kan niet meer door één deur met hem/haar. Zal het als er tucht nodig is, daarom moeten gaan: dat weer samen door dè ene Deur gaan. Het mag nooit erom begonnen zijn een broeder of zuster de deur uit te werken maar juist om te voorkomen dat hij of zij straks de deur gesloten vindt –
als het zover komt dat hier op aarde een deur dichtgaat – en iemand er buiten staat –
is het doel van de Here leven en bekering: verloren zonen en dochters weer binnenhalen. Iemand schrijft: “we worden binnengebracht (wij allemaal!) door de goede Herder zelf, die ruimte voor zijn schapen heeft gemaakt. Dan moeten we met elkaar door één Deur”. Dan willen we toch graag elkaar helpen, ondersteunen, en dienen. Om samen binnen te gaan?

dia 11 3. Er is maar één sleutel die op die Deur past.

Jezus is de Deur naar God en naar het hemelse rijk van God. En Hij wil dat heel veel mensen door die deur dat rijk binnengaan. Daar moeten we ook aan denken als de Here Jezus tegen zijn leerlingen zegt: Ik geef jullie de sleutels van het koninkrijk van de hemel, om open en dicht te doen. Wat wordt daar dan mee bedoeld, met die sleutels?

Straks gaan de leerlingen de wijde wereld in, vanuit Jeruzalem al maar verder.
En overal brengen ze het goede nieuws van Jezus die door zijn lijden en sterven
de toegang naar God en zijn rijk voor zondaren open gezet heeft, en die door zijn opstanding de sleutels in handen gekregen heeft van dood en dodenrijk, en overal waar mensen dat goede nieuws gelovig aanvaarden en voortaan gehoorzaam doen wat de Heer in de hemel van hen wil, daar gaan deuren die voor verloren zondaars potdicht zaten, wijd open te staan.

Zoals zondag 31het zegt: zondaars wordt verzekerd dat al hun zonden hun vergeven zijn, echt en steeds weer, zo vaak zij de belofte van het evangelie met waar geloof aannemen. Maar de keerzijde is er ook; waar ongeloof blijkt, verzet wordt geboden, of ongehoorzaamheid de kop opsteekt, blijft de deur hermetisch dicht, of valt weer in het slot. Dus de sleutel op die ene Deur is geloof in het evangelie gevolgd door gehoorzaamheid, dan zwaait niet alleen de deur van de kerk maar ook die van de hemel nu al wijd open, en andersom: nu al gooi je zelf de deur dicht als je niet werkelijk gelooft en niet je Heer volgt.

Niks Petrus straks aan de hemelpoort en dan maar zien of de deur voor je opengaat.
Jezus zei tegen die rijke die hier er niks op uit had gedaan en bang was dat het zijn familie net zo zou vergaan: ze hebben Mozes en de profeten, ze hebben toch hun bijbel?! Het was het trieste van de leiders van Israël dat ze – zegt Jezus -de sleutel van de kennis hebben weggenomen. Dat ze de mensen weghielden van Jezus en niet Hem niet als de vervulling van de wet en de profeten wilden geloven. Ze stelden allemaal regels en voorwaarden om het rijk binnen te komen, maar die sleutel past niet op het slot en de deur blijft hopeloos dicht, Alleen de sleutel van geloof in Jezus en in zijn beloften geeft toegang tot Gods rijk. Jezus zei: echte schapen herkennen de stem van de Herder en gaan Hem achterna, maar ze lopen weg bij de ‘vreemden’, die wel herders lijken maar het niet zijn, die illegaal de schaapskooi binnendringen en de kudde verstrooien. Erg als je niet meer samen met je familie en met andere christenen door die ene Deur gaat. Terwijl samen naar de ene Herder luisteren en Hem volgen, samenbindend zal werken.
dia 12
Kijk, en daar is ook die tucht op gericht, om terug te roepen tot die Herder en zijn kudde. Om dat schaap dat aan het dwalen is en dreigt te verdwalen, op te zoeken en terug te halen. Ook om wat kwaad is, schade doet, mensen in de weg zit om bij God te komen of te blijven, in te perken of weg te doen, en om wat tussen mensen zit op
te ruimen en verstoorde verhoudingen te herstellen, en te voorkomen dat wat kwade
invloed heeft ongestoord verder kan uitgroeien tot soms verwoestende proporties.
Paulus vergelijkt het met desem, met gist – in die tijd deeg dat was gaan gisten – en
dat door het hele deeg heentrekt, en hij past dat toe op zonde die niet aangepakt
wordt: “door de invloed van één slecht mens wordt de hele groep slecht” (1 Kor.5:6).
En in Heb. 12: 15 staat: “Zorg ervoor dat niemand zich de genade van God laat ontgaan, dat er geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt, en met zijn bitterheid velen besmet” – noem het tucht, en je merkt meteen dat die juist gericht is op bescherming en genezing, niet om weg te stoten maar om vast te houden en het
goed te houden, en om te voorkomen dat kwade invloeden hun gang kunnen gaan.

Ja, en dat is nooit iets om af te schuiven naar wie er voor zijn: b.v. de ouderlingen.
Die hebben zeker een taak om op te zoeken en waar nodig dingen aan te pakken.
Maar de gemeente als geheel is verantwoordelijk – als beheerder van de sleutels.
En we zijn verantwoordelijk voor onszelf en elkaar, als leden van dat ene lichaam.
We hebben gelezen dat Jezus ons allemaal aanspreekt en verantwoordelijk maakt:
“als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die onder vier ogen
aanspreken” – en als dat niks oplevert, kun je er anderen bij betrekken, en pas in laatste instantie wordt het zeg maar een kerkenraadszaak, is de gemeente aan zet.

Ik heb de indruk dat die openheid en eerlijkheid naar elkaar niet goed ontwikkeld is.
Dat we wel veel praten over elkaar – wat soms dichtbij roddelen komt, in elk geval
achter de rug om gebeurt – maar het lastig vinden om te praten met elkaar en dan
maar niet over koetjes en kalfjes en met sociaal of kerkelijk wenselijke praat, maar
van hart tot hart en ook met positief bedoelde en positief-kritische feedback – en dat van de andere kant we gauw reageren met: kijk naar jezelf, en bemoei je niet met mij….dat ook als we wat hebben tegen een ander het lastig vindt dat ter sprake te brengen en we dan maar die ander negeren of elkaar dan maar uit de weg gaan.
En zelfs: gewoon met elkaar avondmaal vieren met al dat oud zeer in ons hart..
Jezus leert het ons anders, ook al in de bergrede: “Stel dat je in de tempel bent om een offer te brengen aan God, en dat je dan opeens bedenkt dat een ander boos op je is” – hoort u het goed: niet als jij iets tegen een ander heeft, maar als je weet dat een ander al of niet terecht iets tegen jou heeft – “Laat dan je offer bij het altaar achter. Ga eerst snel naar die ander toe en maakt het goed. Daarna kun je terugkomen om je offer te brengen”. Dus niet. hij moet maar bij mij komen, ik heb geen probleem met haar, zij heeft een probleem met mij – nee: zet zelf de eerste stap – en laat er geen gras over groeien, zorg dat het niet steeds verder uitgroeit.
Ja want als je allemaal door die ene Deur bij God mogen binnenkomen, moeten
we alles aan doen om samen door die ene deur te kunnen, samen uit samen thuis.

dia 13 4. Pas op dat de Deur niet dichtgaat.

Dat is de keerzijde: de deur die voor wie gelooft opengaat, kan ook in het slot vallen.En dan denk ik niet alleen en meteen aan dat uiterste: iemand die wordt afgehouden van het avondmaal en uiteindelijk buiten de kerk gesloten.
Nee, zondag 31 zegt dat als je je verzet tegen het evangelie van je redding
of als je je gemakzuchtig afmaakt van de geboden die de Here geeft, als je niet bereid bent om van genade te leven en anderen die genade van God te gunnen,
je dan jezelf buiten de deur zet en als het niet verandert, die deur dichtblijft.

Daarom luistert het nauw of je luistert en hoe je luistert, wat je doet met de bijbel
en met al die kerkdiensten die je meemaakt en al die preken die je hoort in je leven,
wat het met je doet als je keer of keer samen avondmaal viert, hoe je omgaat met
wat God je geeft en met wie God op je weg plaats en aan je zorgen toevertrouwt.,
Jezus zei: niet iedereen die Heer,Heer, roept, komen het hemelse rijk binnen,
maar alleen wie doet wat mijn Vader in de hemel wil. Wie gelooft en daarnaar leeft.
Dan staat de deur van God wagenwijd open, altijd, dag en nacht, voor iedereen.
Maar mijn deur, staat die open voor God?
amen

dia 14

liturgie toerustingsdienst zondag 13 maart 2016

welkom
zingen: Opwekking 462 ‘Aan uw voeten, Heer’
stiltemoment
votum en groet
zingen: Ps. 118: 1,7
gebed
Schriftlezing: Joh. 10: 1-10
zingen: Opwekking 687 ‘Heer, wijs mij uw weg’
Schriftlezing: Matt. 16: 16-21 en 18: 15-20
zingen: Opwekking 378 ‘Ik wil jou van harte dienen’
kindernevendienst groep 6-8
verkondiging: zondag 31 dia 1 2 3
geloofsbelijdenis Gz. 161 (staande) ‘Heer, u bent mijn leven’
gebed
collecte
slotzang: Gz. 165 GK ‘Machtig God, sterke Rots’
zegen
amen: Opwekking 746 ‘De God van de vrede’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *