God houdt van kleuren (5): (goud)geel: Jezus wil in je wonen

Gemeente van Christus, u en jullie, nog jong en al wat ouder,
dia 1
God houdt van kleuren – we hebben groen gezien en zwart, rood, en wit.
Vanmorgen is geel de kleur, en ik heb maar vooral voor goudgeel gekozen.
Ook over die kleur valt weer heel wat te zeggen en is van alles te vinden:
Zoals: geel verwarmt, geeft focus, maakt doelgericht; of: geel staat voor
optimisme en energie, je wordt actief van de kleur geel; en ook: geel is de
kleur van de zon, geel staat voor creativiteit, is de kleur van groei en bloei.
Goudgeel straalt ook kwaliteit uit, staat chique en geeft echte uitstraling.
Ik denk dat ik niet de enige ben die van geel in de natuur blij wordt: geel is
de kleur van de lente: krokussen, narcissen, paardenbloemen, boterbloemen.
En dat samen met groen en wit – kleuren die opvallen en alles opfleuren.

In de Bijbel kom je het woord geel niet echt tegen maar wel natuurlijk de
zon die licht en warmte geeft, en ook gele bloemen als narcissen en lelies.
Waar het vanmorgen vooral over gaat is dat God door Jezus en met zijn Heilige Geest zo dicht op onze huid komt en zo ons hart wil veroveren en wil vullen en
ons leven wil veranderen dat het licht en warm wordt van binnen en dat dat licht
en die warmte het donker en de kilheid en grauwheid als van de nacht en de winter verdrijven; dat Jezus zelf in ons komt wonen, zodat gebeurt wat Paulus heeft
ervaren en beschreven – “Ik zelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij” (Gal. 2:20) Paulus bedoelde dat hij niet meer zijn eigen leventje leefde zijn eigen gang ging, en ook niet meer dacht dat hij zichzelf prima redden kon, maar dat hij zich gewonnen had gegeven aan Jezus zijn redder en wilde leven zoals Jezus.
Ergens anders heeft hij het over dia 2 de oude mens uitdoen en de nieuwe mens
aantrekken en dat is niet een makeover aan de buitenkant maar dat gaat heel diep en verandert een mens compleet: dan wordt je echt een totaal nieuwe schepping.

dia 3 Ik vind deze bloemen – margrieten – daar wel een mooie illustratie van.
Zoals jullie weten en zien hebben die witte margrieten een goudgeel hart,
en dan ook nog mooie frisse groene bladeren – samen een mooi geheel.
Het is misschien vergezocht maar betrek dat maar eens op wat God wil
doen met een mens, dus ook met jezelf, en met zoveel andere mensen.
Dat gele hart staat dan voor Jezus die in je wonen wil, met zijn Geest.
En dan mag je dankzij Hem ook wit worden, schoon, zuiver in Gods ogen.
Nou en zie in dat groen maar Gods schepping, zijn mooie wereld die Hij
wil redden en waar wij in mogen wonen en van mogen genieten, nu nog
met alle beschadigingen en bedreigingen, maar uiteindelijk gaaf en goed.

Als je de Bijbel eens zou doorbladeren en met die ogen zou lezen, gaat
je opvallen dat dit om zo te zeggen een gouden draad is door heel de
Bijbel heen de gouden draad van God die wil wonen bij ons mensen.
Dat begint al bij de eerste mensen voor wie God een tuin aanlegt en
met wie Hij vertrouwelijk wil omgaan, totdat het mis gaat door de zonde
en ze de tuin uit moeten, en er afstand ontstaat en een mens niet meer
als vanzelf zo dicht in Gods buurt kan zijn – want heilige grond wordt
zondige mensen te heet onder de voeten en God is een verterend vuur.
Des te meer bijzonder is dat God ons mensen meteen en steeds weer
blijft opzoeken: mens waar ben je, kom tevoorschijn, loop toch niet weg.
Later redt God de mensheid door Noach en zijn gezin te sparen in de ark.
Weer later roept God Abram weg uit zijn leven op afstand en gaat met hem op weg richting een eigen land om daar weer voor hem en het volk dat uit hem zou groeien een woonplek te creeëren als proeftuin voor een hersteld paradijs: een land van melk en honing, met in het midden een tent van ontmoeting eerst – toen nog midden in de woestijn – en een stenen tempel daarna, met in het hart daarvan een super-heilige plek waar de ark de aanwezigheid van de Koning onder zijn volk zichtbaar maakte.
God had gezegd tegen Mozes: “Ik zal te midden van de Israëlieten wonen, en Ik zal hun God zijn. En zij zullen inzien dat Ik de HEER, hun God ben, die hen uit Egypte bevrijd heeft om in hun midden te wonen.Ik ben de HEER, hun God”. (Ex 29.45-46)
dia 4
Helaas zagen ze dat al te vaak niet in en liepen ze andere goden achterna, en werd
de omgang van Israël met de HEER en met elkaar een repeterende breuk van afval
en ontrouw en onrecht met straf als gevolg tot uiteindelijk zelfs de ballingschap.
Daarover zei God bij monde van Jesaja:”Jullie wangedrag is het, dat jullie en je God uit elkaar heeft gedreven; door jullie zonden houdt Hij zich verborgen en wil Hij je niet meer horen. Want jullie handen zijn besmeurd met bloed, je vingers bezoedeld door wandaden, je lippen spreken leugens, je tong prevelt bedrog.” (Jesaja 59: 2 en 3).
Dat is dat zwart waar het eerder over ging: de zonden in hun hart, maar ook in uw en jouw en mijn hart – waardoor ook slechte dingen gebeuren in het leven van elke dag en de omgang als mensen met elkaar en in de samenleving, ook in onze wereld.

Maar weer: God liet het er niet bij zitten en wilde zijn volk, zijn mensen, niet kwijt.
En daarom nam God een onvoorstelbare grote stap naart ons toe: Hij kwam zelf!
Meer nog: Gods eigen Zoon werd mens – en werd geboren net zoals wij allemaal!
De belofte van God-met-ons – immanuël – werd in Jezus vlees en bloed – dia 5 – en
Johannes schrijft later in zijn evangelieverhaal: “het Woord is mens geworden en
heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader” (Joh. 1: 14) – de grootheid
vooral van de liefde van God en van Jezus: Hij leefde ons leven en gaf zijn leven.
We weten dat eerst de zon boven dat kruis onderging en Jezus in het donker hing
als teken van de boosheid van God om al onze zonden: mijn God, mijn God, waarom verlaat U mij? – zodat wij nooit meer verlaten worden door God en zijn zon blijft schijnen…..en mogelijk wordt wat Jezus belooft dat we voor altijd dicht bij God mogen zijn en God met ons wil omgaan en bij ons wil wonen – zelfs wil wonen binnen in ons.

We hebben een stukje meebeluisterd uit de afscheidsgesprekken van Jezus met zijn
leerlingen in de nacht waarin hij gearresteerd en afgevoerd en later gekruisigd werd.
Jezus kondigt aan dat Hij een weg gaat alleen en dat ze die nacht niet mee kunnen.
Hij komt wel terug – Hij staat op uit de dood – maar gaat daarna terug naar de Vader.
Maar, zegt Jezus, dat is om voor jullie een plek klaar te maken in het huis van mijn
en jullie Vader – “in het huis van mijn Vader zijn veel kamers” – ruimte genoeg dus,
voor die leerlingen en alle mensen die later erbij komen, en ook voor u en jou en mij.
Door Jezus is de deur naar God die op slot zat door de zonde, weer open gemaakt.
We mogen weer zonder angst bij God aankloppen, b.v. als we bidden, en dan gaat
de deur open – en als we sterven mogen we leven bij God – ons sterven, belijden we,
is geen straf meer voor de zonde maar een doorgang naar het eeuwige leven – de
hemel is nooit te vol en het einddoel is een nieuwe aarde van God met de mensen.
Gods geschiedenis met de wereld loopt erop uit en de Bijbel eindigt ermee – dia 6 –
“Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken
zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen”.
Ja en dan komt ook die kleur goudgeel terug en nu voorgoed, helderder dan ooit. Johannes vertelt over de stad van de toekomst, Gods nieuwe wereld: “het zal er geen nacht zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet meer nodig, want God de Heer zal hun licht zijn” (Openbaring 22: 5)
Zover is het nog niet, maar toch wil Jezus nu al dichtbij zijn en zelfs in ons wonen:
in ons hart, in onze huizen en gezinnen, in ons als gemeente, en in onze wereld.
Ook daarover gaat het al in dat gesprek van de Heer met die eerste leerlingen.
Hij belooft hen dat Hij als Hij weggaat niet is de steek zal laten maar dat Hij de
Heilige Geest zal sturen om in hen te wonen en hen te leiden en zo Gods liefde en
zorg dichtbij hen te brengen: “Hij woont in jullie en zal in jullie blijven” (Joh.14:17).
En dat om de tijd te overbruggen totdat Jezus zelf terugkomt om nooit meer weg
te gaan: “Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug” (14: 18).

Nou, wij leven nog altijd in die tijd van afwachten en verwachten, en dus ook in de tijd dat de Heer Jezus in wie in Hem geloven wil wonen, door de Heilige Geest.
Paulus maakt dat een heel stuk concreter als hij schrijft dat “Gods liefde in ons hart
is uitgegoten door de heilige Geest die ons gegeven is” (Rom. 5: 5)
Dat maakt dat het van binnen licht wordt en dat je, ook al zijn dingen moeilijk en is
er misschien veel verdriet en pijn in je leven, heb je zorgen of stress, mag geloven
dat je een kind van God bent en dat je een Vader in de hemel hebt die er voor je is.
Dat is wat de Heilige Geest doet: ons aan Jezus verbinden, ons vertrouwen geven,
en ook – wat we leren van Paulus – ons helpt om tot God te bidden als onze Vader.
Ook Johannes heeft erover geschreven: “Bedenk toch hoe groot de liefde is die de
Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd en dat zijn we ook……Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God.” (1 Joh.3:1-2)
Dat geeft vertrouwen, en houvast, en rust – bemoedig jezelf en elkaar ermee!

Ja, en als Jezus in je wil wonen, door zijn Geest,dan wordt je er een ander mens van.
Want dat licht en die warmte die in je zitten gaat ook uitstralen en zichtbaar worden in hoe je in het leven staat en omgaat met mensen om je heen en met je tijd en je geld..
Paulus schrijft dat als de Geest in je woont, je niet meer maar doet wat in je opkomt
en wat jouzelf het beste uitkomt, maar dat de Geest van Christus je leidt en stuurt –
en dan ga je anders denken en praten, en maak je andere keuzes en doe je anders.
Nee, niet als vanzelf, het blijft een strijd, vooral tegen jezelf en tegen een mentaliteit
die zomaar normaal wordt van leven op jezelf en voor jezelf, en alles bekijken en beoordelen vanuit jezelf, en vooral kiezen voor eigen belang, en eigen volk eerst…. dat hangt in de lucht en zomaar gaan we erin mee,ten koste van anderen en onszelf.
Maar als Jezus in ons woont, als Gods liefde ons vult, als de Geest de leiding heeft,
wordt het anders, en gaan we in praktijk brengen waar Paulus ons toe oproept: “Laat onder u – letterlijk en beter: in u – de gezindheid heersen die Christus Jezus had” , van dienstbaarheid, de minste willen zijn, het belang van de ander zoeken, uit liefde.
Dan komen er – een andere uitspraak van Paulus – als vrucht van het werk van de Geest dia 7 “liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” , want aan de vruchten herken je de boom.
En dan gaat gebeuren – begint het nu al – wat Jezus ons belooft: “Dan zullen de rechtvaardigen in het koninkrijk van hun Vader stralen als de zon”
Als Jezus echt in je woont, wordt je een zonnetje in huis, in je straat, op je werk….
Of – hoor Paulus – “dan vallen jullie op…als sterren die schitteren in de nacht”.
Ja, God houdt van kleuren, Hij geeft kleur aan je leven: goudgeel. dia 8 amen

liturgie morgendienst zondag 13 maart 2016
votum en groet
zingen: Ps. 43: 1,3,4
wet van de Heer
zingen: Ps. 52: 1,5,6
gebed
Schriftlezing: Johannes 1: 14-18 en 14: 1-20
zingen: Psalm 16: 1-4 Levensliederen
1. Bewaar mij, want ik schuil bij u, mijn God.
Ik wil mij zielsgraag aan de HEER verbinden:
‘U bent mijn Heer, mijn leven, mijn genot.
HEER, los van u is er niks goeds te vinden.’
De heiligen, die mij veel vreugde geven,
wil ik vertellen hoe je goed kunt leven.
2. Wie het geluk bij andere goden zoekt,
is van problemen en verdriet verzekerd.
Ik volg hen niet, ik pleng voor hen geen bloed.
De HEER is mijn bezit, mijn eigen beker.
Hij houdt me vast en laat me vrolijk leven
met al het moois dat hij mij heeft gegeven.
3. Om al zijn goede raad prijs ik de HEER.
Dag in dag uit houd ik de HEER voor ogen.
Ik merk zelfs ’s nachts dat ik nog van hem leer.
Hij staat dan naast me, is om mij bewogen.
Dit maakt me sterk en blijft me blijdschap geven.
Ik leid een veilig en verzekerd leven.
4. U laat mijn ziel de dood niet ondergaan.
U laat mijn heilig lichaam niet ontbinden.
U wijst mij zelf de grote toekomst aan.
Heel dicht bij u zal ik volmaaktheid vinden.
Uw rechterhand zal volop blijdschap geven,
daar is het goed, daar bruist het van het leven
kindermoment
verkondiging: Romeinen 8: 8-9a en Fil. 2: 5
zingen: Gz. 103: 1,3,5,6,8
gebed
collecte
zingen: Lied 114: 1,2,3
zegen
amen: Ps. 73: 10 LL

Bij u te zijn geeft zekerheid.
God is mijn ziel en zaligheid!
Van hem vertel ik onomwonden.
In hem heb ik mijn rust gevonden.
Eer aan de Vader en de Zoon,
eer aan de Geest die in ons woont.
Hij redt ons, hij is onze Heer.
Drie-enig God, aan u de eer!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *