God houdt van kleuren (3): het bloedrood van een nieuw verbond (3e zondag van de veertigdagentijd) – met nagesprek

Broers en zussen, kinderen, gemeente,
dia 1
Vandaag is de kleur die centraal staat: rood.
Ik denk dat veel van jullie en van u rood een mooie kleur vinden, denk maar aan
een bos rode tulpen of rozen, een glas rode wijn, aan kleding of make up…….
Rood is een frisse kleur en heeft een feestelijke uitstraling, en heeft iets vrolijks.
Ik las: “Rijpe vruchten en bessen zijn vaak rood. Zo zou het kunnen komen dat mensen gevoelig zijn voor deze kleur. Rood trekt de aandacht. Daarom wordt rood vaak gebruikt als signaalkleur. Denk maar aan verkeersborden en remlichten. Rood is in veel culturen ook de kleur van het geluk. Rood is de kleur van bloed, van het leven en van warmte. Rood is de kleur van het hart. Rood is zo de kleur van de liefde geworden”. Denk maar aan Valentijnsdag, aan rode rozen, aan rode hartjes….
dia 2
Maar rood kan ook op gevaar wijzen: code rood als er noodweer dreigt, rood is
ook de kleur van alles verzengend vuur en van oorlog – de rode planeet Mars dankt zijn naam aan de god van de oorlog – denk aan rood van waarschuwingsborden, en als kleur om te stoppen, en niet voor niets is de kleur van brandweerwagens rood.
Tijdens de koude oorlog had men het over het ‘rode gevaar’: het communisme.
Misschien is dat dubbele dat rood staat voor liefde en warmte en energie en ook
voor gevaar en geweld wel te verklaren uit het feit dat rood de kleur is van bloed.
En bloed is leven en energie maar ook gevaar: verwonding, dood, verderf……..

Kijk, en daarmee zijn we dichtbij waar de kleur rood in de Bijbel voor staat.
Op de handout staat: “in het bijbelse spraakgebruik verwijst rood bijna alleen naar
bloed, vergoten bloed” – dat kan zijn van mensen die door andere mensen dood
gemaakt worden of in de oorlog sneuvelen; het kan ook over dieren gaan die geslacht worden om te worden opgegeten of om aan God geofferd te worden.
En heel veel teksten gaan over Jezus die zijn bloed=zijn leven, voor ons opofferde.
Jezus die als het volmaakte offerlam, het grote Paaslam, voor ons is geslacht.
dia 3
De Bijbel maakt dan op meer dan een plaats duidelijk dat bloed staat voor leven.
Daarom mag de ene mens niet zomaar de andere doden, en loopt wie dat toch
doet het risico op zijn beurt te worden gedood, heb je eigenlijk het recht om te
leven verspeeld, hoor maar wat God erover zegt vlak na de zondvloed – die straf
voor een wereld vol onrecht en geweld: “Ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten…..wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt” ; dus: wie aan zijn medemens komt, komt aan God (Gen. 9: 5-6)
Omdat bloed staat voor levenskracht, mag de mens ook geen vlees eten waar nog bloed in zit – achtergrond zal zijn de wijdverbreide heidense gewoonte om het bloed te drinken van geslachte dieren of verslagen vijanden om de levenskracht die daarin zit tot je nemen en zo je eigen levenskracht te versterken – terwijl God je leven geeft.
In Lev. 17: 10 en 11 staat dat als iemand toch bloed eet, uit de gemeenschap moet
worden verstoten, “want het bloed is de levenskracht van een levend wezen”.
dia 4
Maar vanuit diezelfde gedachte dat bloed levenskracht symboliseert, gaf God zijn volk de opdracht om dieren te offeren om verzoening te bewerken voor de zonden.
In Leviticus 7: 11 staat verder: “…het bloed is de levenskracht van een levend wezen.
Ik heb het jullie gegeven om er op het altaar de verzoeningsrite mee te voltrekken.”.
Later in de Bijbel wordt op die offerwetten teruggegrepen: “Volgens de wet wordt vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er
geen vergeving plaats” (Heb. 9: 22) – dia 5 denk aan de bede die we vorige zondag David nazongen: “voltrek de reiniging, en raak mij aan met bloed en hysop” (Ps.51).
Rood is de kleur van leven en van dood, en van verzoening door dood tot leven.

Heel bijzonder is hoe dat werd uitgebeeld in die nacht toen Israël uit Egypte trok.
God had aangekondigd de koppige Farao en zijn volk op de knieën te krijgen met
een laatste beslissende slag: alle eerstgeborenen van mensen en dieren zullen
sterven – veel verdriet dus in Egypte – maar de Israëlieten zullen gespaard blijven.
Ja maar, ze moeten niet denken dat ze dat verdiend hebben door hun goede
gedrag, dat ze daar recht op hebben omdat zij nou eenmaal Gods volk zijn….
Later zal Jozua de volgende generatie herinneren aan een besmet verleden dat
nog altijd doorwerkt: “doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de
Eufraat en in Egypte hebben gediend, dien alleen de HEER” (Jozua 24: 14).
En in Deut. 9 legt Mozes er de nadruk op dat ze het land dat God ze gaat
geven niet verdiend hebben: “want jullie zijn een ongehoorzaam volk” (9:6).
Om dat juist in de nacht van hun bevrijding te onderstrepen en dat scherp op hun netvlies en tussen de oren te krijgen is er die vreemde opdracht om het bloed van
het lammetje of bokje dat elk gezin moest slachten en voor vertrek op te eten, te
smeren aan de deurposten van elk huis om dat huis te merken als veilig dia 6.
God zei: “Ik straf de Egyptenaren met de dood. Maar jullie zal Ik niet straffen.Als ik bloed aan een huis zie, ga Ik dat huis voorbij…In jullie huis zal de dood niet komen”.
Ik las: “De Israëlieten waren niet beter. Ook zij hadden de dood verdiend. Dat de HEER hun huizen voorbijging, wat niet te danken aan iets in Israël zelf, maar aan zijn genade. Hijzelf had hun het bloed gegeven ter bescherming van hun leven. Hijzelf had voor hen de mogelijkheid geopend dat het bloed van een lam vloeide in plaats van hun eigen bloed…Ze hadden de dood verdiend, maar God zette iets tussen hen en de dood in: het bloed van een offerlam. Dankzij dat bloed mochten ze leven”.
dia 7
Ja, en voortaan moesten ze daar elk jaar aan terugdenken en dat vieren, op het
feest dat Pasen zal gaan heten, letterlijk: pesach, en dat betekent ‘voorbijgang’.
Het feest van de bevrijding en dat de dood hun deuren voorbijging, uit genade.dia 8
Wat meegaat de eeuwen door met Gods volk: we leven alleen van Gods genade.
Heel veel eeuwen na die bevrijding uit Egypte was het weer pesach – Pasen.
Ergens in Jeruzalem viert de Heer Jezus het, samen met zijn leerlingen, en Hij weet dat het voor de laatste keer is op aarde, dat dit pesach letterlijk zijn galgenmaal is:
“Ik heb er heving naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt. Want Ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God”. (Lucas 22. 15-16). En:
“vanaf vandaag zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader”.
dia 9
Wat de leerlingen er op dat moment van begrepen zullen hebben, ongewoon was het in elk geval wel – en later zullen ze erop terugkijken als echt een keerpunt.
Er is nog iets dat totaal anders was dan bij de paasmaaltijden die ze eerder hadden meegemaakt, als kind bij hun ouders, later in eigen gezin, en eerder met Jezus.
Dat was wat deze keer gezegd werd toen brood en wijn werden rondgedeeld.
Normaal werd gezegd – en dat is bij de joodse pesachmaaltijd nog altijd zo – als de matses uitgedeeld en gegeten worden: “Dit is het brood der ellende, dat onze voorouders in Egypte hebben gegeten”. En de vierde en laatste beker wijn die
rondging, heette en heet nog steeds de beker van de aanneming of lofprijzing,
waarbij God wordt gedankt dat Hij zijn bevrijde volk wilde aannemen als zijn volk.
Maar deze keer geeft Jezus eerst bij het brood en later ook bij de vierde beker
een heel andere uitleg die gaat over Hemzelf als de vervulling van Gods redding.
“Neem eet, dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt” en: “Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond – hedt nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden”. Ik combineer even Matteüs en Lucas.
De lijn is duidelijk: Jezus is het echte en laatste en volmaakte Paaslam, geslacht
als offer voor de zonden van mensen: zijn bloed redt van onze zonde en schuld.
Johannes de Doper zei het tegen zijn volgelingen toen Hij Jezus zag aankomen: “Daar is het lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt” (Joh.1:29) dia 10
En Paulus schrijft aan christenen in Korinte: “ons paaslam is geslacht: Christus”.

Nou, en dus mag wie zijn vertrouwen aan Jezus geeft, geloven dat zijn bloed je
beschermt tegen de veroordeling die je verdient voor wat fout is en gaat in je leven, net zoals die Israëlieten veilig waren als dat bloed aan hun deur te zien was. dia 11
De apostel Johannes schrijft dat ‘het bloed van Jezus ons reinigt van alle zonden’
en ook. “Belijden we onze zonden, dan zal Hij die trouw en rechtvaardig is, ons
onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad” (1 Joh.1: 7 en 9). dia 12

Wat Jezus aankondigde tijdens die pesachmaaltijd die het eerste avondmaal was,
is zelfs letterlijk gebeurd: zijn bloed vloeide in Gethsemané en op Golgotha, met
alle pijn die daarbij hoorde – Jezus heeft echt geleden, lichamelijk en geestelijk.
Maar het was vooral wat daarachter zat: Jezus die zijn leven gaf als een losgeld,
een betaling, voor de schuld van veel mensen, van de wereld, ook van jullie en mij.
En dat geeft echte bevrijding, en bescherming, is een deur naar God en elkaar.
Waarmee ook helder wordt wat het nieuwe is in het verbond dat God wil sluiten
met mensen, met een veel steviger fundering dan het oude verbond met Israël:
niet het bloed van beesten dat zonden niet echt en voorgoed kan wegnemen,
maar het bloed, het leven, dan Gods eigen Zoon, genoeg voor altijd en iedereen.
Zo dat Gods liefde sterker is dan alle weerstand en wereldwijd verzoening brengt.
Daarom klinkt het misschien raar maar is het waar -wat ik onlangs ergens las –
dat dit nieuwe verbond een revolutie inluidt: geweldloos, want revolutie van liefde.
Sterker dan het oude verbond dat steeds weer stukliep op onmacht en onwil omdat mensen niet God en elkaar echt en blijvend kunnen liefhebben, sterker omdat God
zelf ons komt redden uit ultieme onvoorwaardelijke liefde: Hij gaf zijn eigen Zoon.
Om – zegt Jezus zelf – mijn leven te geven tot een losgeld en tot verzoening – dat is het pesach-nieuwe-stijl: mijn lichaam en bloed, voor velen, tot vergeving van zonden.

Ja, en dat nieuwe en revolutionaire is ook dat God ongelofelijke en ongedachte dingen kan werken in de houding en het gedrag van mensen zoals u en jou en mij,dat verzoening met God doorwerkt in verzoening tussen mensen, zelfs zo
dat we leren onze vijanden lief te hebben en te bidden voor wie ons kwaad doen.
Want rood staat ook voor veel bloed van mensen, vaak onschuldig, verspild:
heftige conflicten en mishandelingen, moord, oorlogen, vreselijke rampen, dood.
Wat God al vanaf het begin verbiedt gebeurt aan de lopende band en trekt een bloedrood spoor van dood en verderf: mensen die andere mensen het leven
zuur maken of zelfs het leven afnemen, en dat tot in gezinnen en familie toe.
En soms zijn er zelfs geloofsgenoten die elkaars bloed wel kunnen drinken, al zeggen ze dat niet hardop natuurlijk of hebben we er vrome verklaringen voor.
Lees de Bijbel zelf maar, b.v. de brieven van de apostelen, en luister maar naar verhalen van mensen om je heen, ook van wie kerkverlaters heten….je wordt er
niet vrolijk van en je schaamt je soms diep en je staat met een mond vol tanden.
Ja en ook wat we in Bijbel lezen over oorlogen en volken die uitgeroeid moesten worden maakt ons best verlegen en het is lastig dat een plek in je geloof te geven.
Een onderwerp dat het verdient apart aandacht te krijgen, b.v. in een themadienst.
Vanmorgen volstaan we met wat we in elk geval duidelijk leren uit het onderwijs van Jezus dat wat Gods diepste bedoeling is, waar Hij op uit is en naar toe wil, is dat
in zijn nieuwe wereld de liefde het wint van de haat, dat recht en vrede elkaars
maatjes worden en dat wie Hem volgen niet heersen maar dienen, uit liefde.
Jezus zegt in de bergrede: “Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: ‘Je moet je naaste liefhebben en je vijand haten’ . Dat laatste staat niet letterlijk zo in de wet van Mozes maar andere volken werden gezien als vijanden van Gods volk – en daarom werd het liefhebben van de naaste beperkt tot eigen volk en familie en vrienden, en gold het niet voor b.v. Samaritanen,slechte mensen als tollenaars, en heidenen.
Maar Ik zeg jullie (zegt Jezus): heb je vijanden lief en bid voor wie jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel. Hij laat zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Matt. 5. 43-45). Hoe doen wij?
Wat doet het ons dat God zo zorgt, en dat Jezus bad en stierf voor zijn vijanden?
dia 13
Jezus werd niet als offer op een altaar gelegd maar vastgespijkerd aan een kruis.
Dat kruis staat voor verachting en veroordeling: je hing tussen hemel en aarde.
Maar de vorm van het kruis brengt nog iets anders, moois, in beeld: er is een
lijn naar boven, de verbinding tussen God en ons, tussen hemel en aarde – en
er ook de horizontale lijn, als het ware die van twee uitgestoken armen: redding
van velen, redding voor de wereld: het kruis als een zegen en als uitnodiging!
dia 14
Het is meer dan Jezus’ droom: onze eenheid rond zijn kruis en door zijn Geest.
Het is waar hij voor leed en stierf en wat hij wil bewerken door zijn liefde.
En dan gaat het nu al beginnen: de schepping (groen) gaat bevrijd worden van
het zwart van zonde, van geweld en bederf, van slijtage, dankzij het bloed van
Jezus dat een nieuw verbond inluidt en een nieuwe schepping mogelijk maakt.
Een nieuw verbond met een nieuw gebod – oud maar met nieuwe kracht: “Heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, moeten jullie elkaar liefhebben.Aan jullie liefde voor
elkaar, zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn” . amen

1. Wat betekent de ‘veertigdagentijd’ voor u, geeft u daar zelf of als gezin invulling aan? Zo ja, hoe?’
2. Wat betekent het voor de praktijk van uw/jouw leven dat Jezus zijn leven gaf om de wereld te redden?
3. ‘De wereld zou beter af zijn zonder religie’. Kun je voorstellen dat mensen dat zeggen? En moeten wij daar iets mee?
4. Beleven we het avondmaal als gemeenschapsmaaltijd, en als startpunt voor meer gemeenschapszin in de samenleving?
5. Vindt u het lastig om anderen te vergeven en/of anderen om vergeving te vragen? Welke weerstanden ervaart u en wat zou eraan te doen zijn?

liturgie morgendienst zondag 28 februari 2016

votum en groet
zingen: Gezang 145. 1-4 ‘Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam’
wet van God
zingen: Opwekking 642 ‘Al mijn zonden’
gebed
Schriftlezing: Ex. 12: 1-13 en Matt. 26: 17-30
zingen: Lied 178: 1,4,5,8,9,10 ‘Jezus, om uw lijden groot’
verkondiging: Matt. 26: 28
zingen: Opwekking 268 ‘Hij kwam bij ons, heel gewoon’
gebed
collecte
slotzang: Gz. 89: 1,3,4 ‘Jezus, leven van mijn leven’
zegen
amen: Opwekking 602 ‘Vrede van God’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *