Psalm 34: 9: Schuilen bij God, daar ben je veilig (met gaande viering avondmaal)

dia 1 Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Schuilen, dat doen we allemaal wel eens: tegen de regen, of het onweer….dia 2
Als het echt gevaarlijk wordt, ga je rennen: naar waar je veilig denkt te zijn.
Misschien zijn er wel onder ons die de oorlog hebben meegemaakt en toen
in een schuilkelder hebben gezeten of naar ver weg moesten evacueren.
Het gebeurt in onze tijd in oorlogsgebieden, in Syrië, Irak, Gaza, dia 3 en ook
als er een aardbeving is of een overstroming, en wie nog kan rent voor z’n leven.
Dramatisch was het die zaterdag in Parijs en vreselijk als vluchten niet meer kan.
Het is van alle tijden: mensen die moeten vluchten naar een plek die veilig is.
In de hoop dat ze daar tijdelijk of voorgoed bescherming krijgen en rust vinden.
Ze zijn er ook in onze eigen omgeving: in de sporthal Geestmerambacht en in
de vroegere gevangenis in Heerhugowaard, en ze doen ook een beroep op ons.

Zoveel mensen, met uiteenlopende ellende of angst of andere omstandigheden
hebben behoefte aan plekken en aan mensen bij wie ze kunnen schuilen; het
was de aanleiding voor het populair geworden en vaak gezongen liedje “Mag
ik dan bij jou” – het werd ook gezongen tijdens The Passion 2015 in Enschede.
Terwijl het niet over God gaat maar – afgezien van dat jij en jou – juist meer dan
op wat ook past bij geloof en vertrouwen op God – ik maak van jij en jou U:
Mag ik bij U schuilen, als het nergens anders kan?
en als ik moet huilen, droogt U m’n tranen dan?

Het zijn moderne woorden voor waar de Bijbel en vooral de psalmen vol van zijn.
Zeker uit de mond van David horen we in allerlei toonaarden en vanuit allerlei
situaties de roep om hulp: Heer, mag ik bij U schuilen, verberg me in uw tent, onder uw vleugels dia 4 , of hoog op een rots, waar mijn vijanden niet bij mij kunnen.
David bad het en mocht het ook ervaren, vooral toen hij door Saul achterna
gezeten werd, en hij zich ook soms zelf in gevaarlijke situaties manoevreerde
zoals wat we net gelezen hebben toen David asiel aanvroeg bij de Filistijnen,
de aartsvijanden van Israël waar hij zelf niet lang geleden tegen gevochten
had en die daarom David wantrouwden en hem zelfs dreigden te arresteren.

Asielzoekers, ze komen met tienduizenden naar West-Europa en Nederland.
En ze hebben allemaal hun eigen verhaal dat niet altijd goed te controleren is.
Zodat mensen ook wantrouwen uiten: stel dat er jihadisten tussen zitten,terroristen,
lui van IS die hier komen om aanslagen te plegen: wie halen we ons land binnen?
Best begrijpelijk, en dus belangrijk om op te letten en wie kwaad wil op te sporen.
Goed dat de veiligheidsdiensten verdachte personen in de gaten houden en volgen.
Zo is ook best begrijpelijk dat ze daar in Gat die generaal David niet vertrouwden:
“Is dat niet degene over wie ze triomfantelijk hebben gezongen: ‘Saul versloeg ze
bij duizenden, David bij tienduizenden?”, en dan ging het over verslagen Filistijnen!
Had die David niet als jongen de Filistijnse zwaardvechter Goliat verslagen? dia 5
Blijkbaar wisten ze bij de Filistijnen ook dat David de beoogde opvolger van Saul
was: “Is dat niet David, de koning van het land?”. Wat doet die man dan bij ons?
Zal hij niet als spion de zwakke plekken opsporen en er straks gebruik van maken?

Geen wonder dat David zich niet langer veilig voelde en zich eruit wilde draaien.
Heel bizar dat verhaal van een stoere generaal en aanstaande koning die helemaal door het lint gaat en als een waanzinnige zich verzet tegen zijn arrestatie zodat de
soldaten denken dat hij zijn verstand heeft verloren en dat aan de koning melden.
Het leidde tot de vrijlating en uitwijzing van David terug naar zijn eigen land, want
de koning zat niet te wachten op krankzinnigen – van wie ze in die tijd ook nog
dachten dat ze bezeten waren door duistere goddelijke machten: “Zien jullie niet dat die man gek is? Waarom brengen jullie die man bij mij? Heb ik hier geen gekken
genoeg, dat jullie hem bij me brengen om tegen me te keer te gaan?” Weg ermee!
Het was precies waar David op had gehoopt en op uit was: wegwezen hier, snel!
Om terug in eigen land zich te verstoppen in de grotten bij Adullam dia 6

Tegelijk was het natuurlijk een afgang en reputatieschade – en ik denk dat uitleggers gelijk hebben die aangeven dat David hier een gevoelige les kreeg van God zelf:
dat hij geen hulp moest zoeken buiten God om, bij de tegenstanders van zijn volk.
Het is de les van een andere psalm, Psalm 118: “Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht” – ooit is uitgerekend dat dit het middelste vers van heel de Bijbel zou zijn: in elk geval is het een kerntekst voor wat geloven is: schuilen bij de HEER.
Actueel ook in onze tijd: uiteindelijk kunnen ook politie en veiligheidsdiensten en nog
meer gewapende strijd – nog meer bommen op IS – niet onze veiligheid garanderen.

Daar gaat die psalm dan ook over die is ontstaan na de redding van David uit die
benarde situatie in het hof van de Filistijnse koning Achis – die in de psalm Abimelech
genoemd wordt; waarschijnlijk een titel die letterlijk betekent: ‘mijn vader de koning’.

Deze psalm getuigt ervan dat David zijn redding niet toeschrijft aan eigen slimheid,
want wat was hij bang en in paniek, maar aan de macht en de genade van de HEER:
“ik zocht de HEER en Hij gaf antwoord, Hij heeft mij van alle angst bevrijd…in mijn
verdrukking riep ik tot de HEER, Hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered”.
Ja, en dat is precies zoals David de HEER had leren kennen en wat hem steeds
toch weer moed en vertrouwen gaf: “de Engel van de HEER waakt over wie Hem vrezen, en bevrijdt hen” – en daarom: “gelukkig de mens die bij Hem schuilt”.

Kijk, en dan komt het ineens veel dichter naar ons toe, uw en jouw leven binnen.
En komt ook God zelf veel dichter naar ons toe, letterlijk ons eigen leven binnen.
Misschien weet u wel dat in het OT de naam ‘Engel van de HEER’ vaker gebruikt wordt en meestal in één adem met ‘de HEER’ , dus meer dan zomaar een engel.
Dat wijst op de HEER God die naar mensen toe komt, reddend, helpend, waakzaam,
zoals hier: “De Engel van de HEER waakt over wie Hem vrezen, en bevrijdt hen” .

Wij kennen de HEER zo als onze Heer Jezus Christus, door wie God met ons en bij ons wil zijn, reddend, helpend: als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?
Jezus die heel vaak tegen zijn leerlingen zij en ook tegen ons zegt: wees niet bang, want Ik ben bij je en Ik ga met je mee, en kom maar bij Mij, dan geef Ik je rust.
dia 7
Dat liedje dat ik noemde vraagt – naar God doorvertaald: als ik nergens meer heen kan, mag ik dan schuilen bij U – en het antwoord is – en dat vanuit God gehoord:
Jij mag altijd bij Mij, kom wanneer je wilt, ik heb een kamer – bij Mij thuis – voor je vrij.
Aan ons om dan ook bij God te schuilen, en te merken: daar ben ik echt veilig.

Ja, en als we bij die God horen, zoeken en vinden we ook veiligheid bij elkaar:
Mag ik dan bij jou schuilen, Als het nergens anders kan? En als ik moet huilen
Droog jij m’n tranen dan? Want als ik bij jou mag, Mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt,‘k hou een kamer voor je vrij.
Helaas stellen we daarin vaak elkaar – en mensen om ons heen – en God – teleur.
David vertolkt de ervaring van hemzelf en veel anderen dat vertrouwen op mensen
vaak op een teleurstelling uitloopt: je kunt beter bij God schuilen dan bij mensen.
Je ervaart het, zelfs heel dichtbij soms: mensen op wie je bouwde en die het laten afweten en zich afkeren – en hoe vaak heb je zelf mensen – en God – teleurgesteld?
Vlak voor de verzen die we gelezen hebben wordt verteld dat David op zijn vlucht
voor Saul verder was geholpen door de priesters van Nob, vlak erna staat dat de Edomiet Doëg hem had gezien en dat doorgespeeld aan Saul waarop die kwam
en de priesters uitmoordde – later zocht David ergens in het land veiligheid wat
door zijn volksgenoten daar verraden werd – weer later beraamde zijn eigen zoon
Absalom een staatsgreep – dan blijft er weinig over dan te schuilen bij God alleen.

Wie dat meer dan ooit, en erger dan wie ook, heeft ervaren, is Davids zoon Jezus:
niet aanvaard door zijn eigen volk en de leiders ervan, niet op waarde geschat in
zijn eigen dorp, niet begrepen door zijn eigen familie, verraden door de ene leerling en verloochend door de andere, op het laatst in de steek gelaten door alles en iedereen, en zelfs verlaten door zijn eigen Vader: “Mijn God, mijn God, waarom
hebt U mij verlaten? Hoe hard ik ook schreeuw, U redt mij niet, U blijft ver weg”.
Jezus die niet de goedheid van God zijn Vader mocht proeven en genieten maar de bitterbeker van de gal van Gods boosheid moest leegdrinken tot de laatste druppel.
Die toen Hij wilde schuilen bij God de deur dicht vond en de hemel stikdonker….
dia 8
Vandaag vieren we dat onze Heer om ons een schuilplaats bij God te geven waar het veilig is en waar we de goedheid en liefde van God mogen proeven en genieten,
zelf doodsbang geweest is – in Gethsemané – en door God verlaten is – aan het kruis – zodat de angst van de hel hem alle troost deed missen – en Hij niet kon vluchten en nergens kon schuilen – en Hij als gevloekte tussen hemel en aarde hing.
Wij gedenken vandaag zijn bittere dood – maar mogen daarom en daarin proeven hoe goed God is voor ons, hoe liefdevol: Jezus zijn Zoon is door God verlaten opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden – en wij altijd en overal bij God onze Vader mogen komen schuilen – God die een schuilplaats is, zelfs over de dood heen.
Weer dat liedje. “als het einde komt, mag ik dan bij U? Jij mag altijd- eeuwig- bij Mij!

Kijk, en als we dat echt in alle diepte en volle rijkdom beseffen en ervaren, dan zal
er ook iets groeien van verlangen om voor elkaar en mensen om ons heen een plek te zijn waar het veilig is: waar een mens zichzelf kan zijn, en waar wij en iedereen
iets gaat proeven en steeds meer ervan mag genieten dat God echt goed is – en
dan gaat dat liedje – nee niet vanuit een christelijke achtergrond maar als je met
de liefde van God gaat vullen voluit christelijk – dan gaat dat liedje echt waar worden, en dan twee kanten op: dia 9
Mag ik dan bij jou schuilen, als het nergens anders kan?
en als ik moet huilen droog jij m’n tranen dan?
Want als ik bij jou mag, mag jij altijd bij mij, kom wanneer je wilt,

En dan wordt de kerk echt – we zongen er een vorige zondag over – en worden ook onze huizen en harten en levens echt – een toevluchtsoord in de woestijn, een huis waarin men smarten deelt, en weet hoe Gods liefde harten heelt – omdat het een huis is waarin dé Gastheer is, vandaag rond zijn tafel, en elke dag ook aan je eigen tafel – het huis ons tot heil gegeven – waar het elke zondag weer Pasen mag zijn:

‘Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig als je bij Hem schuilt’.

amen
dia 10

liturgie morgendienst (met gaande viering van het avondmaal)
zingen: Ps. 61: 1,3 LB

1 O Here, verhoor mijn smeken. Haast bezweken
roep ik, ver bij U vandaan.
Sla toch acht op mijn gebeden, leid mijn schreden,
dat ik tot U op kan gaan.

3 Laat mij als een kleine vogel / schuilen mogen
waar G’ uw vleuglen om mij slaat.
Want Gij weet wien ik mij wijdde, / dat ik zeide:
Heer, Gij zijt mijn toeverlaat !

votum en groet
zingen: Ps. 91: 1,2
schuldbelijdenis
zingen: Ps. 86: 2
genadeverkondiging
zingen: Ps. 86: 5
Gods leefregels
zingen: Ps. 86: 4
gebed om verlichting met Gods Geest
Schriftlezing: 1 Sam. 21: 11-22: 1a en Psalm 34: 1-9
zingen: Ps. 34: 3
verkondiging: Psalm 34: 9 ‘Schuil bij God, daar ben je veilig’
zingen: Gz. 75: 1a, 2v, 5m, 6a – R: allen
gebed
collecte
zingen: Ps. 23: 1,2,3
avondmaalsformulier 2
zingen: Gz. 28: 1,2,3
zegen
amen: Gz. 144: 7

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *