Romeinen 11: 17-24: Christenen moeten hun roots niet vergeten (Israël-zondag)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,
dia 1
In veel kerken is de eerste zondag van oktober Israël-zondag.
Wij hebben daar niet zo veel mee gedaan tot op vandaag.
Binnen de vrijgemaakte kerken staat de plaats en de betekenis van
het joodse volk minder in het middelpunt van de belangstelling dan b.v.
binnen de Chr. Gereformeerde kerken en de Gereformeerde Bond.
Er is zelfs lang de neiging geweest de nieuwtestamentische kerk te zien
als in de plaats gekomen van het volk Israël – dat in grote meerderheid
Jezus niet als messias erkent, en dus niet meer het echte Israël zou zijn.
Dat kan makkelijk tot de gedachte brengen dat de rol van het Joodse
volk in de plannen van God is uitgespeeld, en de Joden niet méér zijn
dan gewoon een volk tussen alle andere volken in deze wereld…
dia 2
Pas vanaf de jaren ’80 van de vorige eeuw is weer aandacht gevraagd
voor de bijzondere plek die het Joodse volk Bijbels gezien nog altijd heeft
in de ogen van God, wat christenen niet moeten vergeten en wat een
opdracht meebrengt om het evangelie van Jezus Messias te delen met
het volk waarmee God een verbond sloot en waar Jezus uit geboren is.
Binnen onze kerken werd de Stichting tot evangelieverkondiging aan
het joodse volk opgericht (Stevaj), en toen er contacten kwamen met
joods-christelijke kerken (Messiasbelijdende joodse gemeenten) is vanuit
de GKV in Ommen de BatTsion commissie gevormd – en in 2009 zijn die
twee organisaties gefuseerd tot wat nu heet de commissie Yachad. dia 3
“Yachad is het Hebreeuwse woord voor samen. Zoals in Psalm 133 – hoe goed
is het, hoe heerlijk als broeders bijeen (samen) te zijn. Met deze naam wordt de gezamenlijke verbondenheid aan het Joodse volk tot uitdrukking gebracht”.

Yachad vraagt de kerken iets te doen met Israël-zondag – ik citeer: “Eén
zondag per jaar vragen wij uw speciale aandacht voor het Joodse volk en de verhouding tussen kerk en Israël, want een kerk zonder Israel bestaat niet.
Wie Israel vergeet zaagt de tak door waar hij zelf op zit ( zie o.a. Romeinen 11 )”
Waarmee we bij het hoofdstuk zijn dat we net gelezen hebben en bij ons tekst.

dia 4 Christenen moeten hun roots niet vergeten…
1. die spreken van Gods trouw aan ‘Israël’ ;
2. die brengen tot bescheidenheid t.o.v. ‘Israël’ ;
3. die vragen om betrokkenheid met ‘Israël’ . N.B. let op die hoge komma’s!

dia 5 1. Christenen moeten hun roots niet vergeten…
die spreken van Gods trouw aan ‘Israël’.

Elke zondag beginnen we de kerkdienst door te zingen over de trouw van God:
“Eeuwig duurt zijn trouw, Hij laat het werk van zijn handen niet los”. Prachtig!
Het is die trouw van God die Paulus moed en hoop geeft met het oog op zijn
volksgenoten die tot zijn verdriet voor het overgrote deel Jezus niet als de door
God beloofde messias en als hun redder aanvaarden – wat de apostel in 9:2-3
brengt tot de emotionele uitbarsting: “Ik ben diepbedroefd en wordt voortdurend
door verdriet gekweld. Omwille van mijn volksgenoten, de broeders en zusters
met wie ik mijn afkomst deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt te worden en
van Christus gescheiden te zijn”….en positief in 10:1: “Broeders en zusters, ik
wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze zullen worden gered”.
En daar omheen komen stevige teksten over wat zijn volksgenoten missen
en zichzelf aandoen door hun afwijzing van Jezus die allereerst voor hen is
gekomen, om hen te redden, maar die ze hebben gekruisigd en gedood…..
En daarna is Hij opgestaan om een volk bij elkaar te brengen uit alle volken.

Kijk, maar boven alles uit en dwars door alles heen staat Gods trouw als een huis.
Lees meteen al 9: 6: “God heeft zijn belofte niet gebroken”, zijn verbond met Abraham en met wie uit Abraham zijn voortgekomen en geloven als Abraham.
Vandaar dat hoopgevende begin van hoofdstuk 11: “Heeft God zijn volk soms
verstoten? Beslist niet!….God heeft zijn volk, dat Hij al van te voren uitgekozen
heeft, niet verstoten”. Daar is de bekering van Paulus zelf een voorbeeld van,
en ook dat vele andere Joden wel in Jezus zijn gaan geloven – zoals God in
het verleden ook beloofd had en heeft waargemaakt, zoals in de moeilijke
tijd van Elia toen alles verloren leek en God toch met zijn werk doorging:
“zo is ook nu een klein deel over dat God uit genade uitgekozen heeft”.
Met een beeld: er zijn wel takken afgebroken maar de boom blijft staan.
dia 6
Nou, en dat moeten later op de oude stam ingeënte takken nooit vergeten.
Waarmee Paulus zijn lezers – voor het merendeel niet- joodse christenen -op
hun plek wijst: niet jullie dragen de wortel (=Israël), maar de wortel draagt jullie.
In het OT wordt het volk van God en worden gelovigen meer dan eens met een
boom of struik vergeleken zoals met een wijnstok, maar ook met een olijfboom.
In Jer. 11. 16 wordt Israël ‘een groene olijfboom met edele vruchten’ genoemd,
waarin helaas de bliksem inslaat, beeld van Gods oordeel: “Ik heb jullie geplant,
maar nu laat ik jullie met geweld vernietigen” – dat gebeurde met de ballingschap.
Ja maar dankzij de trouw van God bleef een rest over, een wortel die weer uitloopt.
Wat gebeurt als God Jezus in de wereld brengt en takken ent op die oude stam.
Je kunt bij die ‘stamboom’ ook denken aan Abraham, de vader van de gelovigen.
En let dan op de omdraaiing van wat in het bewerken van olijfbomen in die de
gewoonte was, namelijk dat als regel een edele tak werd geënt op een wilde
olijf – God doet precies andersom: op die nog altijd edele olijf die Abraham is
en Israël, geworteld in Gods liefde en trouw – worden wilde takken ingeënt.
Het herinnert ons eraan dat ook wij van oorsprong van die wilde takken zijn
die zijn ingevoegd in de stamboom van Abraham en van Israël – denk er maar
aan als in de kerk een kind wordt gedoopt en we zingen – kort geleden nog –
dat God het verbond met Abraham, zijn vriend, bevestigt van kind tot kind.
Iemand merkt terecht op dat God als Hij een volk vormt uit alle volken, niet
een nieuwe boom plant naast de oude, of in plaats van die oude, maar dat
Hij wilde takken inent in die oude stam, die voortkomt uit die ene wortel, want
God laat niet los wat zijn hand begon en daarom wordt de eens geplante boom
niet omgehakt en uitgeroeid en vervangen, maar mag die doorgroeien en tot
nieuwe bloei komen en veel vrucht dragen – ook onze roots liggen in Israël.

Als de kerk dat vergeet, denkt ze zomaar in termen van vervanging van Israël
en meer en beter, alsof God pas met Pinksteren pas echt begonnen zou zijn.
En zomaar ligt dan ook bij christenen het anti-semitisme en de jodenhaat op
de loer zoals de geschiedenis al te vaak tot onze schande heeft laten zien.
Daarom: laten we als christenen en als kerk onze roots niet vergeten en ter
harte nemen wat Paulus schrijft: “als sommige takken van de edele olijfboom
zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven
takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, dan moet
u zich niet boven de takken verheffen.”- dan past geen trots maar dankbaarheid.
“Lof zij de Heer! Christenen looft Hem met – en: als – Abrahams kinderen samen”.

dia 7 2. Christenen moeten hun roots niet vergeten…
die brengen tot bescheidenheid t.o.v. ‘Israël’.

Blijkbaar vindt Paulus dat heel belangrijk en speelde dat in de kerk van Rome.
Een kerk met vooral christenen met een niet-joodse, heidense, achtergrond
die zich zomaar verheven gingen voelen boven die joden die Jezus afwezen.
Later in de geschiedenis is het echt een probleem geworden met al te vaak
heel kwalijke en giftige gevolgen van kruistochten, pogroms, antisemitisme,
met een beroep op het ongeloof van de joden die Jezus gekruisigd hadden
en de eeuwen door weinig moesten hebben van christenen en hun geloof
dat hun Jezus de al door profeten en psalmen beloofde messias zou zijn.

Maar Paulus die daar zelf vandaan kwam en ook erge dingen gedaan had
tegen Jezus en zijn gemeente en daar zijn leven lang veel spijt van heeft gehad,
weigert te spuwen in de bron waaruit hij gedronken had en waarschuwt om
niet de tak door te zagen waarop je als christen zit – verbonden als je bent
met al je vezels aan de stamboom Abraham en Israël: “De Israëlieten zijn
Gods kinderen. Ze vereren de ware God, die altijd bij hen is. Met hen maakte
God zijn afspraken, en aan hen gaf hij zijn wet. En God deed aan hen al zijn
beloftes. Zij zijn het volk dat afstamt van Abraham, Isaak en Jakob. En zij zijn het
volk waaruit Christus is gekomen, toen hij leefde als mens” (Rom. 4. 4-5, BGT).
Alle reden dus om die roots te erkennen en te koesteren, met dank aan God.

Ja en als je dan ziet dat er ongeloof is en dat takken uit die boom weggekapt zijn,
is dat geen reden voor trots en afkeer maar eerder reden een waarschuwing: dia 8
“Wees daarom niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God: als Hij de oorspronkelijke takken niet gespaard heeft, zou Hij u dan wel sparen?” (vs. 21).
Wees blij dat je er ook bij mag horen, en pas op dat je zelf er niet uitvalt.
Er is dus geen enkele reden om zelfvoldaan te zijn en je beter te voelen
dan mensen die niet hetzelfde geloof hebben of andere keuzes maken.
Paulus haalt op wat hij hoorde zeggen door christenen uit de heidenen als ze het hadden over het niet-in-Jezus geloven van Joden in hun buurt: dia 9
“die takken zijn toch afgebroken zodat ik geënt kon worden” – weer dat
van de kerk die in de plaats van het oude Israël is gekomen – en dan
reageert Paulus daarop met de waarschuwing dat er niets is om je op
te laten voorstaan maar dat het enige dat beslist geloof is, en genade: dia 10
“zij zijn afgebroken vanwege hun ongeloof, jullie danken je plek aan je geloof”.
En dus kan je hetzelfde overkomen als je het van jezelf verwacht en niet
dicht bij Jezus blijft – zoals Jezus zelf gezegd heeft met dat voorbeeld
van de wijnstok en de ranken: de rank die niet aan de wijnstok verbonden
blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen maar die rank valt uit en verdort.
En daarom – zei Jezus – blijf in Mij zoals Ik in jullie en dan draag je vrucht.
Paulus herhaalt: “blijf alleen op God vertrouwen, vertrouw niet op jezelf”.
Dat geldt u en jou en mij persoonlijk, het geldt ook voor ons samen als kerk:
alleen een levende band met de Heer zorgt voor groei in geloof en liefde.
En geloof kan niet bij woorden blijven maar wordt door de liefde werkzaam.
Aan de vruchten herken je de boom, zei Jezus ook, en een boom waaraan
geen vruchten komen of slechte vruchten, wordt uiteindelijk omgehakt.
Laten we niet onze roots vergeten, maar geworteld zijn in Gods liefde.

dia 11 3. Christenen moeten hun roots niet vergeten
die vragen om betrokkenheid met ‘Israël’.

God is trouw, God breekt zijn beloften niet, God verstoot zijn volk niet.
Daar is Paulus van overtuigd, daar houdt hij zich aan vast, en daar put
hij moed en hoop uit, ook en juist als het over Gods oude volk Israël gaat.
Daar helpt datzelfde beeld van die olijfboom en die takken bij: “Want als u
– en wij vandaag – als van nature takken van de wilde olijfboom – tegen de
natuur in op de edele olijfboom bent geënt, hoeveel eerder zullen dan zij
die er van nature bij horen, op die boom worden geënt” – en dat niet op
eigen kracht maar omdat God machtig is, in goedheid, liefde, genade.
dia 12
Elk mens, zeker ook elk mens met Joods bloed in de aders, die zich aan
God gewonnen geeft en zich door Jezus laat vinden en raken door zijn
liefde, is er het bewijs van – Paulus dankt er zijn leven en zijn geloof aan.
Nog altijd zijn er veel joodse christenen, in de staat Israël en wereldwijd.
En we delen met het joodse volk een groot deel van onze Bijbel, en we
gaan met hen terug op Abraham, de stamvader van allen die geloven.

Nou, en dus zullen we ons verbonden voelen met het Joodse volk en
betrokken zijn met wie je onze oudste broer kunt noemen – en we leven
als het goed is mee met wat dat volk moet meemaken en moet lijden.
We zullen opkomen tegen alle vormen van antisemitisme en jodenhaat.
Net zo trouwens tegen ongefundeerde angst voor moslims en islamhaat.
Ook veel van hen stammen af van Abraham, ook zij mogen delen in de
liefde van God en het evangelie van Jezus vindt ook in die wereld gehoor,
Laten we alle werk van evangelieverkondiging en hulpverlening zowel
aan Joden als aan Arabieren en Palestijnen steunen en ervoor bidden.
In de hoop en met de bede dat het evangelie volken bij elkaar mag brengen
en vijanden vrienden worden. want in Christus is geen Jood en Palestijn…
dia 13
Waarbij er nog iets heel belangrijks komt waar Paulus het over heeft.
Dat is dat als het goed is Gods liefde voor mensen als wij zijn, met onze
van oorsprong heidense komaf, wie nu nog buiten staan, jaloers maakt.
Dat is de hoop en drive van Paulus bij het werk dat hij doet:”ik ben een apostel
voor de heidenen, maar ik schat mijn taak juist daarom zo hoog, omdat ik hoop afgunst bij mijn volksgenoten op te wekken en een deel van hen te redden.” (13-14)

Helaas hebben christenen en heeft de kerk door de eeuwen heen veel
aanleiding gegeven om allesbehalve jaloers te worden en zich aangetrokken te
voelen – zeker de houding tegenover de Joden is veel om ons diep te schamen,
met als gruwelijk dieptepunt de holocaust, en nog altijd is er veel onbegrip en
wantrouwen – wat een extra drempel is voor Joden richting de christelijke kerk.

Dus hoe belangrijk is onze houding: durven we kwetsbaar te zijn, bescheiden,
open naar de ander met zijn of haar verhaal, vragen, ergernis, verdriet, pijn.
Vanuit de houding die Jezus voorleefde en Paulus ons voorhoudt, en met zijn
gebed: “Ik wens uit de grond van mijn hart en bid tot God dat ze worden gered!”.

Met als in één adem: en Heer, geef dat wij, en ikzelf, niet zullen ontbreken.

amen

dia 14

liturgie morgendienst zondag 4 oktober 2015

votum en groet
zingen: Ps. 105: 1,4,5
gebed
zingen: Lied 87: 1,5
samenvating van Gods wet
tien geboden zingen : NLB 310
Schriftlezing: Romeinen 11: 1-16
zingen: Ps. 106: 18,22
verkondiging: Rom. 11:17-24
zingen: Ps. 87: 1-5
gebed
collecte
zingen: Lied 434: 1,2,5
zegen
amen: Ps. 41: 5

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *