Psalm 8: 2-3: Zo klein…zo groot… (bediening doop aan Femke Hospers)

Beste Melissa en Maurits, Sanna, Evelien, familie, vrienden, gemeente,
dia 1

Zo klein….zo groot…
Dat is natuurlijk met een knipoog naar die mooie zinnen op jullie geboortekaartje:
“Zo klein als je bent, zo groot is het wonder van leven” – en: door God gegeven.
Ik vind het prachtig slaan op die psalm die we net gelezen hebben, over de grote
God die de kleine mens – en zelfs dat heel kleine mensje – groot en belangrijk vindt.
Zo zelfs dat het allerkleinste Gods sterkste wapen is tegen wie en wat kwaad doet.
Zo klein…wij mensen….zo heel klein jullie Femke….zo groot in Gods plan.

Een mooie en ook bekende en geliefde psalm, Psalm 8.
Een psalm over een grote God die omkijkt en wil omgaan met kleine mensen.
Een psalm over de majesteitelijkheid van Gods schepping in groot en klein…
De uitersten raken elkaar: het immense heelal en dat kleine meisje Femke.
Met als begin en eind de lof op God: Heer, onze Heer, hoe groot bent U.

Maar dan lijkt er in die mooie psalm toch een dissonant te zitten, een wanklank.
Als David het heeft over vijanden, over wraak en over verzet..een kras op de plaat.
Het laatste waar je toch vanmorgen aan wilt denken is aan vijanden, geweld, oorlog.
We zitten rustig in de kerk. We zijn blij met jullie en met jullie Femke, met haar doop.
We hopen en bidden dat ze mag opgroeien in vrede en een goede toekomst krijgt.
En we bidden voor jullie gezin en andere gezinnen dat ze een veilige thuisbasis zijn.
We zeggen wel eens tegen elkaar en tegen onze kinde¬ren: wees maar blij dat we in Nederland wonen, en niet b.v. in Syrië, of Irak, in een sloppenwijk ergens in Zuid-Amerika of in een vluchtelingenkamp, of in een land waar je als kind moet werken.
Als ergens een burgeroorlog woedt of een hongersnood heerst, als armen uitgebuit worden door rijken, als alcohol of drugs in het spel zijn, worden altijd kinderen het kind van de reke-ning. Zij zijn de zwaksten, het meest kwetsbaar en hulpeloos.
En ze worden al jong voor het leven verpest: doordat ze verwaarloosd of misbruikt worden, als kind al aan de drugs raken of in de misdaad belanden, of als kind-soldaten met een geweer of een stengun rondlopen en maar al te vaak werkelijk bij de strijd worden ingeschakeld. Wat groei je dan als kind, als jongere, anders op als je ouders hebt die van je houden en voor je zorgen, in een land waar nog vrede is en recht, en bescherming voor wie zo kwetsbaar zijn…bid maar voor wie dat missen…
dia 2 – maar overal is God – en zijn kinderen belofte voor de toekomst
Maar dan komt onze tekst met een geweldige verrassing. Zoals heel deze korte psalm vol verrassingen en vol wonderen zit. Je kan het dan ook een wonderlijke psalm noemen. Beter nog: een lied van verwondering. De uitersten raken hier elkaar. Zoals het immense heelal met zonnen en manen, sterrenstelsels en onvoorstelbare afstanden, en dan dat ene kleine bolletje met daarop miniscule mensjes. Je schrompelt toch weg als je eraan denkt en je wordt toch nog kleiner dan je al bent? Zoals wanneer je – als David – in een heldere zomernacht al die sterren ziet schitteren en je weet dat er nog veel meer zijn dan je met je blote oog kunt zien….en dat die sterren zo onmetelijk ver van ons af staan en ook ver terug in de tijd.
dia 3
Sterker nog en wonderlijker: de grootste en machtigste die je maar je kunt voorstel¬len – God zelf, de almachtige Schepper van hemel en aarde, sterren en planeten – en die piepkleine mensjes op die mierenhoop die aarde heet. Nou, dan tel je toch niet mee en val je toch in het niet. Je wordt over het hoofd gezien. Als je dan ook nog bedenkt dat zo’n mensje er even is en dan weer – zo lijkt het – verdwijnt…Zoals die andere psalm erover stamelt: wat is de mens? – de mens is een zuchtje wind, zijn leven een voorbijgaande schaduw. Leven is voortdurend ster¬ven…daar krijgen we allemaal mee
te maken…we missen vandaag ook wie jullie en ons lief waren….zoals die ene (o)pa.

Maar dan dat grote wonder: die grote God wil zich nou juist wel met dat kleine zwakke sterfelijke mensje dat ik ben be¬moeien, en zelfs met dat allerteerste in de moederschoot en in de wieg. Het is zelfs zijn heerlijkheid en glorie ten top: de kleine mens op dat kleine planeetje aarde – de kroon op zijn hele werk. Als je even naar de sterren kijkt – zoals David deed en wij te weinig doen – dan wordt jijzelf al kleiner en God wordt als het goed is al groter. Ja, en dan wordt ook dat wonder van vanmorgen al groter. Toch: wij met onze kinderen aangeno¬men tot Gods kinderen. Erfgenamen zelfs van heel die immense schepping van God. Bedoeld – zo belijden we – om met God in eeuwige heerlijkheid te leven en Hem eeuwig te loven en te prijzen. Zo zijn we bedoeld en daar gaat het met ons heen.

Zoals juist om die mens de inzet wordt tot slotaccoord en climax: o Here, hoe heerlijk is uw naam. Hoe groot en geweldig bent U, op heel deze aarde. Wat een God die zijn kracht zoekt in wat juist zo zwak is en zo kwetsbaar. Daarin juist glorieert Hij.
Zoals de apostel schrijft: God kiest wat zwak is om wat sterk denkt te zijn en zich sterk maakt tegen God, te beschamen. God kiest voor zo klein, zo groot is Hij….
dia 4
Wie denkt dan niet aan de doop van Femke vanmorgen? Aan m’n eigen doop? Aan jullie doop? Toen beloofde de Heer het, met zijn hand erop en water erbij: jij bent mijn kind en Ik ben en blijf je Vader, en Ik beloof dat Ik mee ga en voor je zal zorgen. Dat Ik je ook helpen zal te vechten en te overwinnen. Dat je altijd bij Mij terecht kunt met je zonden en je zorgen, met je blijdschap en je verdriet, midden in deze wereld

De grootste verrassing komt dan nog en die staat in de tekst. Nog eens: we hebben het erover gehad over dat kinderen de zwakste partij zijn als het op vechten en overleven aankomt. Gaat het mis, dan betaalt het kind als eerste de rekening. Je moet ze maar zien zwerven langs de stra¬ten van de wereldsteden en ze zien sterven in de vluchtelin-genkampen. Je moet ze maar horen kermen van pijn of huilen van de honger. Of ze zien sneuvelen in de zoveelste vuile oorlog. En wie weet wat je eigen kinderen, onze kinderen, nog gaan meemaken….soms houd je je hart vast…..

Maar nou die verrassing. Die grote God blijkt nog groter en nog machtiger en nog verrassender dan we al dachten. “Voor U” – anders en treffend scherp en mooi vertaald – “voor U is de stem van de kinderen, van de allerkleinsten, het bolwerk waarmee u vijanden stuit, het wapen waarmee U hen doet zwij¬gen, aan wraakzucht een einde maakt”. Elk kind dat geboren wordt, is een wapen waarmee God zich laat kennen als de Schepper, en ook de God die trouw blijft en doorgaat met zijn plan.

Zoals we zongen: geslachten gaan en komen,wij zijn in Gods ontferming opgenomen
Hoor dat er ook maar in als Femke huilt – niet leuk als je zo aan je slaap toe bent maar teken van leven dat door God is gegeven – en je mag er zijn voor haar en door
je goede zorgen wordt ze stl – en bij het groter worden komen de kreetjes en het
lachen en de eerste woordjes – en – volgens Psalm 8 in Levensliederen – Heer, “U
gebruikt het praten van een kleuter, de eerste kleine woordjes van een peuter – en zet daarmee de vijand buitenspel, wie zich verzetten komen in de knel”.

Het blijft wonderlijk: de Here die het kraaien van een baby en het onverstaanbare gebrabbel van een peuter maakt tot een bolwerk waar vijanden zich op stuklopen- hoe bestaat dat? is dat niet ver van de alledaagse werkelijk¬heid? Uitleggers kunnen er vaak niet mee uit de voeten. Zoals niet de eerste de beste die maar niet kan begrijpen dat hier zo hoog wordt opgegeven van het gekrijs van zuigelingen: “Deze spreken nog niet en hun geschrei kan wel onaangenaam en lang¬durig zijn, maar niet bijzonder luid”. Hoe kan God daar nou zijn kracht aan ontlenen? Wat is dat tegenover vijanden? Kinderen zijn toch een makkelijk doelwit?

Maar wie zijn God een beetje kent, die weet het wel: dat is nou juist de grootheid van God en de rijkdom van het verbond dat God met zwakke mensjes wil sluiten. De doop beeld dat uit en garandeert ons dat: zonder het te weten uit genade tot Gods kinderen aangenomen. Wat zwak is kiest God om te beschamen wat sterk denkt te zijn en het wel zonder God te kunnen redden. Je redt het alleen als je heel je leven kind wil blijven. Als je je veilig weet bij God zoals die baby veilig is in de armen van zijn vader en zijn moeder. Als je net als die peuter Vaders hand goed vasthoudt, en naar moeder vlucht met je pijn en je verdriet. Is dat ook niet de kern van wat christelijke opvoeding betekent: vertrouwen uitstralen in Vader die in de hemel is, en de warmte van zijn liefde verspreiden in huis en doorstralen naar je kinderen toe? Ze de veiligheid bieden en laten ervaren die er is waar geleefd wordt vanuit Gods liefde?
Dan sta je sterk. Zo sterk als een bolwerk waar de vijand zich op stuk¬loopt.
dia 5
Nou, daarom mogen we er de moed in houden. Vertrouwen hebben in Vader en zijn beloften. Kunnen jullie met goede moed bezig zijn met verzorgen en opvoeden. God wil er zijn kracht in leggen en er zijn kracht voor geven. Hij belooft zijn hulp en zegen.
En wij samen – oud en jong, ouders en kinderen – kunnen ook weer verder. Verder thuis en op school, ook als het allemaal niet op rolletjes loopt en we vaak op de tenen moeten lopen – er ook vaak geen gat in zien en geen raad mee weten. De Here gaat mee, ook een nieuw werkseizoen in: op school, binnen de kerk als we weer bezig zijn met elkaar, en bij het groeien naar volwassen worden toe, met alles wat dat aan conflicten en onzekerheid kan meebrengen.

Als we maar niet de verwondering kwijtraken: wie ben ik en wie zijn wij met elkaar dat de HEER aan ons denkt en zich in ons en onze kinderen interesseert? Dat Hij mij nou juist bij zich wil hebben. Dat ik ouders heb die me over God en Jezus vertellen. Dat ik in de kerk en op school en op¨vereniging ik over God hoor vertellen en over Hem mag praten en over Hem mag leren zingen. Dat ik met al m’n kleine en grote zorgen bij mijn ouders en ook en altijd bij mijn hemelse Vader terecht kan.Dat ik voor m’n kinderen kan bidden en ze kan toevertrouwen aan Vaders zorgen. Onbezorgd!
dia 6
Heer, hoe heerlijk is uw naam, op heel de aarde, en ook in ons eigen huis!

amen

liturgie morgendienst zondag 6 september 2015

votum en groet
zingen: Ps. 90: 1,8 – met orgel
wet van de Heer (Lev. 19)
zingen: Gz. 9: 1,2,3 – met orgel
gebed
doopsformulier 3
voorafgaand aan de doopvragen: Opw. 599
na doop zingen: Ps.105: 5 – met orgel
dankgebed
Schriftlezing: Psalm 8
zingen: Ps. 8: 1,2,3,6 – met orgel
verkondiging: Psalm 8: 2-3
zingen: Gz. 39: 1,2
gebed
collecte – Opwekking 176

U bent mijn schuilplaats Heer,
U vult mijn hart steeds weer
met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
steun ik op U.
Ik vertrouw op U.
Als ik zwak ben, ben ik sterk
in de kracht van mijn Heer.

zingen: Lied 473: 1,2,3,4,9,10 – met orgel
zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *