Zondag 14 Heid.Cat.: Waar blijft Bethlehem?

Gemeente van Christus, broeder en zusters, jongens en meisjes,

Waar blijft eigenlijk Bethlehem?
Ik bedoel: in de prediking van Jezus, en later in de bijbel.
De plaatsnaam Bethlehem komt behalve in de geboortegeschiedenis van Luc 2 en Matt 2 alleen nog voor in Joh.7:42, en dan niet in de mond van Jezus maar mensen herinneren eraan dat volgens de profeten de messias in Bethlehem geboren zal worden – en dus kan Jezus niet de messias zijn want hij komt uit Nazaret – toch?

Het valt op dat onze Heiland nooit met zoveel woorden over zijn geboorte in Bethlehem, en over dat Hij is geboren uit de maagd Maria gesproken heeft.
Met opzet. Hij wilde daar niet mee te koop lopen.
Iedereen kende Hem als die rabbi uit Nazareth.
Jezus was voor veel mensen de zoon van een timmerman uit
een gat in de verre Kop van het land, die ook kerkelijk aan de rand lag.
Nou, en we merken niet dat de Heer daar tegenin gaat
door met nadruk terug te verwijzen naar zijn begin dat in Bethlehem lag.
Zelfs niet toen ze zeiden: de messias komt toch niet uit Galilea
maar uit Bethlehem waar David ook vandaan is.
Jezus zegt ook dan niet wat je zou ver wachten:
maar ik kom eigenlijk ook uit Bethlehem.
Ik las dit: “Bethlehem blijft in zijn optreden op de achtergrond
en zijn reddende werk staat op de voorgrond”.
Jezus wil aanvaard worden om zijn werken
die laten zien dat Hij van God gekomen is.

Pas later gaat Jezus’ wonderlijke begin een rol spelen:
als de geboortegeschiedenis in de kring van de gelovigen
wordt doorverteld en wordt opgeschreven.
Het geheim wordt dan onthuld,
het geheim van de wonderlijke afkomst van de mens Jezus:
zijn geboorte uit de maagd Maria,
zonder dat er een man aan te pas kwam,
door de kracht van de Heilige Geest die haar overschaduwde.

Dat wonder was nodig om onze redding mogelijk te maken.
En daar is de bijbel vol van.
Dat zo de liefde van God vlees en bloed werd.
Dat de Zoon van God mens moest worden
om voor mensen als u en jou en mij te lijden en te sterven.

Bethlehem was er en ook Nazareth vanwege Golgotha en met het oog op Pasen.
En vanuitGolgotha en Pasen valt het licht van het evangelie
op Bethlehem én op Nazareth.
Bethlehem is: God-met ons. Dichterbij ons dan ooit.
Ik lees: “In de gestalte van een baby! Een kleuter daarna. Een tiener.
En tenslotte vooral bekend als de man van ongeveer dertig”.
Zo te zien een heel gewone man.
Uit een doorsnee-gezin van een handwerksman en een huisvrouw.
Ja, maar toch ook weer niet gewoon.
Het grote wonder: een man met hier op aarde wel een moeder maar geen vader.
Die heel letterlijk God als Vader heeft.
Die God gebleven is en mens geworden is.
Onze menselijke natuur heeft aangenomen.
Als een bewuste vrije keus.

Het is ook daarom dat Jezus geen aardse vader had.
Dat Jozef niet zijn vader kon zijn.
Dat is niet omdat Hij anders zondig op de wereld zou zijn gekomen.
Alsof de zonde in het huwelijk zou zitten
of via het verwekken van kinderen doorgegeven zou worden.
Nee, het was omdat Jezus zelf geboren wilde worden.
Omdat Hij die al lang voor Maria bestond,
ervoor koos uit deze moeder als baby te worden geboren.
Hij heeft ons vlees en bloed aangenomen.
uit de maagd Maria. Om zo aan ons gelijk te worden.
Iemand zegt terecht: dat is niet alleen een wonder van de natuur,
maar voor alles een wonder van Gods genade.
Zoals we bij de preek over zondag 13 lazen in Hebr.2:16:
“God ontfermt zich over het nageslacht van Abraham”.

Ontferming. Dat is: je armen om iemand heenslaan,
zich het lot van die iemand aantrekken.
Bewogen zijn met mensen, met een wereld in nood.
Er alles voor over hebben om wie verloren waren te redden.
Om ons weggelopen kinderen terug te brengen bij Vader thuis.
Dat kon alleen maar doordat God zelf naast ons kwam staan,
doordat de eigen Zoon van God mens werd
om voor ons de schuld te betalen
die we bij God hebben gemaakt en steeds nog groter maken.
Gods Zoon moest aan ons gelijk worden
en zelfs voor ons lijden en sterven.

Dat was voor Hem een onvoorstelbaar diepe vernedering:
de eeuwige Zoon van God die God is en God blijft
maar die de menselijke natuur aannam.
We belijden: onze menselijke natuur, mèt al haar zwakheden.
Zwakheden als: moe kunnen worden en overspannen,
ziek en vooral ook sterfelijk.
En vatbaar voor verleiding tot zonde.
Waar de duivel gretig gebruik van heeft gemaakt.
De duivel die steeds weer geprobeerd heeft
Jezus van de weg van zijn Vader af te trekken.
Denk maar aan de verzoekingen in de woestijn.
Aan zoveel aanvallen van Jezus’ vijanden.
Aan het onbegrip van zijn eigen leerlingen.
Aan Judas die Hem verraden en Petrus die Hem verloochend heeft.
Aan het kruis waar Hij bespot werd en uitgedaagd:
als je de Zoon van God bent, kom dan van dat kruis af!

Gemeente, de weg door lijden en dood heen was onmenselijk zwaar.
Zo zelfs dat Jezus in Gethsemané bloed zweette van pure doodsangst.
Hij onderging helse kwellingen zegt de catechisémus.
Hij worstelde met zijn Vader:
Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan.
Laat deze hel Mij toch bespaard blijven.
De hel van het zelfs door God verlaten zijn.
Maar, broeders en zusters, onze Heiland is trouw gebleven.
Hij is gehoorzaam geweest aan Vaders wil:
uw wil geschiede, uw wil alleen.
Gehoorzaam tot in de dood zelfs,
de dood aan dat huiveringwekkende kruis, op die verschrikkelijke vrijdag.
Die alleen door die trouw van de Zoon een Goede Vrijdag werd voor ons.
De dag waarop voor alle kinderen van God
de deur naar het huis van Vader open ging.
Zonen en dochters komen weer thuis.

De schrijver van de brief aan de Hebreeën wil dat wie zijn brief lezen,
alle aandacht en heel hun leven op Jezus richten.
Hij spreekt daarin allereerst joden aan voor wie Mozes
nog altijd de grote voorganger is.
Nou, het is waar, Mozes was een trouwe knecht van God.
De grote Middelaar van het oude verbond.
Over wie God zelf heeft gezegd (in Numeri 12:7) dat Mozes zijn vertrouweling was,
met wie Hij rechtstreeks sprak en niet via dromen en visioenen.
Mozes was kind aan huis bij de Heer.
Ja,en toch: een knecht.
En niet meer dan ook maar een mens.
Een mens die als alle mensen behept was met zonden en gebreken.
Zo zelfs dat ook hij uiteindelijk het land dat was beloofd, niet mocht binnengaan.

Mozes was een trouwe knecht in het huis van de Heer.
die zich helemaal voor Gods volk heeft ingezet,
maar die dat volk toch niet redden kon
en kon brengen in de volmaakte rust.
Die zeker niet ze kon redden van de duivel en de dood.
Daarvoor was meer nodig.
Was nodig dat Iemand kwam die oneindig veel meer was dan Mozes.
Die niet maar was een trouwe knecht van God in zijn huis,
maar die was de Zoon die het te zeggen had over Gods huis.
Die met goddelijke kracht de zonden van een verloren mensheid
op zijn nek kon nemen en kon weglijden.
Die daarin voor 100 procent trouw was.
Hij die aan ons mensen gelijk geworden is,
en net als wij verzocht op de proef gesteld,
maar die niet gezondigd heeft.
Die niet door de knieën ging.
Die zich volmaakt gehouden heeft
aan de wetten en opdrachten van zijn Vader.
En zo voor ons allemaal eeuwige redding verdiend heeft.

Daar doelt zondag 14 op, als het gaat over de waarde van
dat komen als mens en dat lijden en sterven van Gods Zoon voor ons:
“zo is Hij onze Middelaar, die met zijn onschuld en volkomen heiligheid
mijn zonden waarin ik ontvangen en geboren ben,
voor Gods aangezicht bedekt”.
“Dank, mijn Heiland, voor uw lijden,
voor uw bittere bange nood,
voor uw heilig, biddend strijden,
voor uw trouw, tot in de dood”.

Als mensen zijn we er om elkaar te helpen.
We willen dat vaak ook best wel.
Alleen schieten onze krachten en onze mogelijkheden heel vaak te kort.
Kunnen we elkaar niet echt van moeiten en zorgen afhelpen.
Kunnen we de ander ook niet echt begrijpen.
Blijven we buitenstaanders.
Ergens is dat ook goed,
want als we de lasten en narigheden van zoveel anderen
op onze nek zouden nemen,
zouden we er helemaal onder door gaan.
En daar is echt helemaal niemand mee geholpen.

Gemeente, de Here Jezus heeft wèl al onze lasten op zich genomen,
en Hij is er wel helemaal onderdoor gegaan.
Maar daar zijn we wel en zelfs helemaal mee geholpen.
Ja, want Jezus kan echt van ellende en nood,
en vooral van de drukkende last van de zonde, afhelpen.
Hij is ook geen buitenstaander gebleven,
die wel proberen kan begrip te hebben en aandacht,
maar toch nooit echt begrijpen kan.

Nee,Hij is echt een van ons geworden,
mens van vlees en bloed.
Hij bleef niet op een afstand,
ver weg in zijn hemels paleis,
ver van die donkere aarde met
zoveel narigheid en slechtheid, nood en dood,
maar Hij kwam zo dichtbij als maar mogelijk was.
En dat vanaf het allereerste begin.

Als mensen problemen hebben,
vooral als dat psychische problemen zijn,
gaat men in de hulpverlening vaak al gauw terug naar het begin.
Naar de vroege jeugd of de puberteit waarin dingen misschien al zijn misgegaan.
Dat kan zinvol en nodig zijn, het ook juist nog meer beschadigen.
Maar God gaat veel verder terug en steekt veel dieper af.
Zijn Zoon verdiept zich maar niet in ons verleden,
maar leefde zelf ons leven.

Hoor maar: “de Almachtige kwam op aarde als een hulpeloos kind,
dat niet meer kon dan liggen, met grote ogen rondkijken, bewegingen en geluidjes maken.Net als ieder ander kind moest hij gevoed en verschoond worden en leren praten. Er was geen sprake van schijn of bedrog:de Zoon van God was werkelijk een baby.Hoe langer men erover nadenkt, hoe verbazingwekkender wordt dat.”
Tot zover J.I.Packer in zijn boek ‘God leren kennen’.
Zo mogen wij God kennen. Hem in het hart kijken.

Gemeente, zo werkelijk werd de Zoon van de Vader een van ons.
Hij is niet op aarde neergezet als al een volwassen man
die babytijd en peutertijd, schooltijd en puberteit
maar heeft overgeslagen om meteen met preken en genezen
en wonderen doen te beginnen.
Nee, Hij wilde beginnen waar wij allemaal zijn begonnen:
in de baarmoeder en bij moeder op schoot, op school en als puber.
Er staat zelfs over de jonge Joshua-Jezus dat hij opgroeide en sterker en wijzer werd, en ook dat door te lijden gehoorzaamheid heeft geleerd – menselijker kan niet!
Zo ontwikkelde Hij zich.Woonde Hij onder ons.
Leefde Hij ons leven, met al z’n ups en z’n downs,
z’n in’s en z’n outs.
Zodat je Hem niets hoeft te vertellen.
Zodat Hij beter dan wie ook ons begrijpt,
of we nou blij zijn of verdriet hebben,
fijne dingen meemaken of heel veel problemen over ons heen krijgen.

We hebben een Hogepriester die kan meevoelen met onze zwakheden,
mochten we tot onze bemoediging lezen
en mogen we tot onze troost ervaren.
En als je denkt dat je er niks van merkt en er niks aan hebt,
ga dan maar weer lezen over Jezus’ leven,
en vooral over zijn lijden en dood.

Roep Hem er maar bij, leg Hem voor wat je dwars zit.
Geloof maar dat Hij weet waar u het over hebt.
Dat Hij begrijpt hoe moeilijk je het hebt.
Hij kan ons beter helpen dan wie ook,
omdat Hij het zelf heeft meegemaakt en er door gekomen is.
Meer nog: die met zijn heilig begin onze valse start

– in zonden ontvangen en geboren als we zijn -ongedaan maakt.
En die vanaf dat prilste begin alles goed maakt.
Van voor de wieg en tot over het graf.

Die ons te hulp komt, precies op zijn tijd.
En veel doeltreffender dan de beste hulpverlener die ik ken.

amen

liturgie avonddienst ( CGK – GKV )

zingen: Lied 328: 1,2,3
we worden stil voor God
votum en groet
zingen: Ps. 92: 1,2 LvdK
gebed
Schriftlezing: Matt. 2: 19-23; Joh. 7: 40-52; Hebr. 4:14-16
zingen: SB 25 ‘Een grote hogepriester’ (=ZG 95))

1 Een grote hogepriester,
de hemel doorgegaan,
is voor de troon gaan staan –
Gods Zoon biedt aan zijn liefde:
Hij heeft zichzelf gegeven,
Hij offert eigen bloed;
gelooft het vast, houdt moed:
zijn sterven is uw leven!

2 Hij is geen hogepriester
die onze strijd niet streed;
dit lam draagt al het leed
der wereld met zich mede.
Getrouw is Hij bevonden;
in de woestijn geweest,
verzocht, beproefd – de Geest
behoedde Hem voor zonde.

3 Laat ons dan zeer vrijmoedig
de weg gaan tot de troon –
God is in Hem, de Zoon,
genadig en lankmoedig:
al wie zijn hulp verlangen
zullen te zijner tijd,
daar Hij als priester pleit,
barmhartigheid ontvangen.

verkondiging: zondag 14: ‘Waar blijft Bethlehem?’
zingen: Lied 408: 1a,2v,3m,4v,5m, 6a (LvdK)
gebed
collecte
geloofsbelijdenis Nicea
zingen: Gz. 144: 7 GK
zegen
amen: Gz. 456: 3 (LvdK)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *