Exodus 8: 19 (NGB-1951) : Gods vinger

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes.
dia 1
Laat ik met een klein verhaaltje beginnen.
Ik heb het niet zelf verzonnen maar het gevonden
in een bijbels dagboekje voor kinderen van 10-12 jaar.
Misschien hebben jullie dat boekje zelf wel en zeg je: o ja!
Luister maar. Een voorbeeld bij het verhaal van de tekst.

“De meester van Kees is aardig maar streng.
Hij is rustig en hij schreeuwt niet.
Toch gehoorzaamt iedereen hem direct.
Als iets niet naar zijn zin is, wijst hij alleen maar.
Naar dat geknoei in je schrift – en je schaamt je.
Naar je mond – en je bent stil.
Naar de deur – en je gaat.
Zelfs het vervelendste kind in de klas
heeft ontzag voor die wijzende vinger.”

Nou lijkt me dat een heel ideale meester en ideale kinderen.
Ik weet niet of ze er nog zijn ……meesters zijn er al niet veel en zulke..
en kinderen die meteen doen wat de meester of de juf wil en zegt….
Zelf had ik een ‘bovenmeester’ (zo heette dat toen nog)
die maar hoefde te kijken of met zijn vingers te knippen…en het was stil.
Ik denk zomaar dat daar vandaag meer voor nodig is dan een vinger….

De Farao van Egypte trok zich van de vinger van God niks aan.
Zijn geleerden begonnen over wat gebeurde in elk geval na te denken
en ze waarschuwden hun koning de vingerwijzingen van God niet te negeren..
maar het was niet aan hem besteed: hij verhardde zich en luisterde niet.
dia 2
Eeuwen later deden de leiders van Gods eigen volk – van de kerk – hetzelfde.
In plaats van in de machtige dingen die Jezus deed Gods vinger te zien wijzen…
bleek hun hart hard als steen in volgehouden afwijzing van Jezus….
Stelden ze hem zelfs gelijk met zulke lui als die tovenaars van Egypte:
het zal wel zwarte kunst zijn wat die Jezus laat zien:
hij staat in verbinding met het occulte, met de heer van de duisternis….

Herkennen wij Gods vinger, in dingen die met ons en om ons heen gebeuren?
Laten we ons waarschuwen en ons gezeggen? Gaan we de weg die God wijst?
dia 3
Gods vinger
1. prikt voelbaar;
2. wijst nadrukkelijk;
3. wenkt uitnodigend.

dia 4 1. Gods vinger – prikt voelbaar.

De mug is een van de ergste plaaggeesten van de mensheid.
Las ik in een artikeltje over de mug in het boekje Dierenleven in de bijbel.
En ik denk dat we het er allemaal wel over eens zijn.

We hebben het niet zo begrepen op muggen.
Zeker niet als je bij die beestjes erg in trek bent en je altijd als eerste geprikt wordt.
We kunnen al uit ons doen zijn door één mugje om ons heen, b.v. ‘s nachts in bed.
Kinderen houden je uit je slaap en tijden bezig: mama, er zit een mug op m’n kamer!!

In warme landen – zoals Egypte – heb je muggen en andere insecten
waarbij vergeleken die muggen waar wij mee te maken hebben,
eigenlijk nog heel vriendelijke en ongevaarlijke beestjes zijn.

Om maar meteen naar die muggenplaag waar de tekst over vertelt te gaan:
volgens dat boekje dat ik noemde moet je denken aan de ‘zandvlieg’ dia 5
die de ‘meest geduchte afrikaanse muggensoort’ wordt genoemd.
Ik geef maar even door wat daarover in dat boekje wordt verteld:
“Volkomen geluidloos nadert die mug haar slachtoffer,
dringt door het muskietengaas heen,
werkt zich onder de lakens en dekens
en geeft een klein steekje.
Dat geeft zulk een onduldbare pijn,
dat een gestoken mens of dier zichzelf krabt,
tot hij letterlijk ‘zwemt in zijn bloed’.”
Elk najaar legden de muggen hun eitjes in het water.
Vooral na warme vochtige zomers teisterden zwermen muggen mensen en dieren.

Het kan waar zijn dat als gevolg van de eerste plaag (veel vissen dood)
en de tweede (het sterven van al die kikkers) er extra veel muggen waren:
hun natuurlijke vijanden waren door de vorige plagen uitgeschakeld.
Maar hier wordt de muggenplaag het met nadruk toegeschreven
aan het optreden van Mozes en Aäron in opdracht van de Here.
terug naar dia 3
Aäron moest met die bekende en beroemde staf op de grond slaan.
Op datzelfde moment veranderden zandkorreltjes en stof van de grond
in ontelbare hoeveelheden van die akelige en gevaarlijke steekmuggen.
Dat is een wonder – normaal kwamen de muggen uit de eitjes
die in het water van de rivier en allerlei slootjes en meertjes waren gelegd.
Nu rechtstreeks uit stof en zand dat op de grond lag – door die staf van Aäron.
Je kunt je er geen voorstelling van maken hoe vreselijk dat geweest moet zijn!
Niet één mugje dat om je heen zoemt en je prikt,
maar miljarden en miljarden en nog veel meer, overal!

Je ziet met elke plaag dat God harder en voelbaarder begint te slaan.
Alle water dat bloed werd, het was erg en moeilijk: schaarste, dorst, paniek.
De tweede plaag was ook geen pretje: overal van die enge, vieze kikkers…
Maar die gemene steekmuggen vielen mensen en dieren zelf aan….
veroorzaakten ondraaglijke jeuk en pijn, en gekrab tot bloedens toe…
Wie niet wilde horen, ging aan den lijve de gevolgen ervan voelen.

Daar komt nog iets bij dat nieuw is en dat indruk maakt:
voor het eerst blijken de toverkunsten van de hofgeleerden te falen.
Ze proberen weer wat Mozes en Aäron doen, na te apen…maar het lukt niet.
Ze staan perplex en moeten toegeven dat die God van de Israëlieten
hun te sterk is: dit is de vinger van God! hier hebben wij niks van terug!
Hoe dan ook, een eerste voorzichtige erkenning van Gods overmacht.

Je ziet in die muggenplaag de macht van de Here als de Schepper.
Zoals een psalm daar hoog van opgeeft: de Here spreekt en het is er.
En allen die in Egypte leven, moeten voor Hem beven!
In elke muggensteek moeten ze voelen dat Gods vinger prikt: bekeer je toch!

Ja, want de Here plaagde de Egyptenaren niet omdat Hij daar plezier in had!
Zo is de Here niet. “Niet van harte verdrukt en bedroeft Hij de mensen” (Klaagl.3:33)
Het ging erom dat dat onderdrukte Israël werd vrijgelaten.
Vrijgelaten vooral uit de greep van de eigenlijke vijand achter de schermen: satan.
Ook van dat gevecht tussen God en Farao geldt wat later Paulus schrijft:
onze strijd gaat niet tegen mensen van vlees en bloed,
maar tegen de heersers en machten van deze duistere wereld,
tegen de geestelijke en bovenaardse machten van het kwaad.
Die Farao influisterden niet overstag te gaan
maar vol te houden tegen beter weten in.
Die eeuwen later Jezus de voet probeerden dwars te zetten
toen hij de boze geesten te lijf ging
en mensen wegtrok uit de invloedssfeer van satan.
Jezus zei: daar moet u Gods vinger in zien,
de kracht van boven waar satan niet tegenop kan.
dia 6
Maar kunnen we ook vandaag het met de vinger aanwijzen:
dit en dat wat gebeurt, is Gods vinger – is straf van God, of een waarschuwing….?
Daar is nogal wat over geschreven, vaak om te zeggen: zo kan dat niet meer.
En het is waar dat we moeten oppassen om de Here na te rekenen
alsof wij precies weten wat de Here van plan is en waarom iets gebeurt…
alsof narigheid en verdriet dat je overkomt een straf is op een speciale zonde..
alsof we op succes mogen rekenen omdat we toch geloven en de Here dienen….
Nee, vaak gaat het anders dan wij verwacht hadden, vaak begrijpen we God niet.
Maar altijd is het goed ons de vraag te stellen: wat kunnen we hiervan leren?
Wil de Here ons misschien wakker schudden, ons waarschuwen,
ons er weer bij bepalen waar het echt om gaat in ons leven?
En zijn niet rampen en oorlogen en zoveel lijden signalen dat Gods rijk eraan komt:
mensen, wordt toch wakker, bekeer je toch tot de levende God – wees niet hardleers?
Voel er maar Gods vinger in en voel er vooral Gods liefde achter
die ons redden wil en die zijn wereld niet kwijt wil maar terug wil hebben.

dia 7 2. Gods vinger wijst nadrukkelijk.

Ontzag voor Gods vinger. Voor zijn macht.
Dat ontzag spreekt uit de reactie van de geleerden van Farao.
Die met al hun ervaring met duistere krachten en aangeleerde kunsten
nu met lege handen staan: zij kunnen niet van stofjes mugjes maken.
Daar moet je blijkbaar God voor zijn, de Schepper ook van de muggen.
Eerlijk geven ze hun nederlaag toe: hier zit die God van Israël achter….
Al zeggen ze dat niet met zoveel woorden, zo zullen ze dat bedoeld hebben
en niet in het vage: dit is de macht van de goden….
wel degelijk, zonder dat ze alles begrijpen laat staan in de Here geloven:
tegen die God kunnen we niet op, staan we met al onze trucs machteloos.
Ze zeggen niet: dit is de hand van God.
Nee: dit is Gods vinger. Die God hoeft maar te wijzen. Even met die staf…..
dia 8
Dat zeggen ze niet alleen tegen elkaar maar ook tegen hun baas de koning,
Het komt neer op een advies: majesteit, geef maar toe, dit wint u nooit!
Had de koning maar geluisterd, dat had veel ellende en schade gescheeld,
dat had ook een heleboel mensenlevens gescheeld, zoals van zijn eigen zoon.

Ook dat teken van de muggenplaag is een nadrukkelijke verwijzing
naar de God van Mozes en Aäron, de God van Israël maar ook van Egypte.
De Schepper van hemel en aarde die daarom de Eigenaar en de Baas is
van heel de wereld en over alle landen en alle volken.
Ze moesten weten en erkennen dat de Here de enige God is…
en dat je niet straffeloos Hem kunt negeren en je tegen Hem kunt verzetten.
Maar uiteindelijk is het God erom begonnen dat heel de wereld
voor Hem niet alleen maar door de knieën maar op de knieën gaat.
We gaan er straks van zingen:
dwing ze tot onderworpenheid door ramp en nederlagen…
totdat Egypte, met het Morenland….en alle volken.. aan U om vrede vragen.
en erkennen: van deze God komt alle macht, laat elk zijn grootheid loven.
Smalend had Farao geroepen: wie is de Here dat ik met Hem zou moeten rekenen?
Maar dan geeft de Here om zo te zeggen zijn visitekaartje af,
in ramp na ramp: in de ene overwinning na de andere op zijn vijand de satan.

Kijk, en dan gaan we een lijn ontdekken – een opgaande lijn –
van de bewijzen van de macht van de Here die Mozes en Aäron mochten laten zien
naar de nog veel overtuigender bewijzen die God op tafel legde
in de wonderen en tekenen die zijn eigen Zoon Jezus deed in Israël.
dia 9
Nog veel rechtstreekser pakte Jezus de satan en zijn rijk van het kwaad aan:
als Ik door de vinger van God de boze geesten uitdrijf,
is het Koninkrijk van God over u gekomen.
En waar dat rijk van God komt, moet satan zijn biezen pakken:
hier valt niet tegen te vechten.
Eén vinger is genoeg. Eén woord maar: ga weg satan!
Kun je nog overtuigender teken uit de hemel je indenken dan dit:
wie Jezus bezig ziet, wie ziet daar niet de vinger van God zijn Vader in?
Wat erg als je dan toch nog die vingerwijzingen van God negeert
en zelfs een beschuldigende vinger uitsteekt naar Jezus: zwarte kunst, satanswerk!
Wat erg als je niet met Jezus de strijd aangaat tegen het kwaad in je leven
en in de wereld, maar je tegen Hem blijft verzetten!

Dat dagboekje waarmee ik begon laat zien
dat Gods vinger u en jou en mij persoonlijk aanwijst:
“Wie kan de satan verslaan dan God alleen?
Wie kan van een ziekte beter maken?
Wie heeft jou tot geloof gebracht?
Dank de Here er maar voor dat Hij ook jou de weg naar zijn eeuwige rijk wil wijzen.
Dan gehoorzaam je toch?”
Farao deed dat niet. Veel mensen in Israël ook niet. En wij dan….?
Neem ter harte wat Jezus zegt: wie niet aan mijn kant staat, is mijn tegenstander.
Denk aan dat voorbeeld van het begin: die aardige meester kan ook streng zijn…

dia 10 3. Gods vinger wenkt uitnodigend

De twee bijbelgedeelten die we vanmorgen hebben gelezen
hebben geen van tweeën een happy end, een vrolijk slot.
De muggenplaag in Egypte brengt Farao niet op de knieën:
het hart van Farao verhardde, en hij luisterde niet naar hen – en niet naar de Here.
Zelfs de overwinning van Jezus op het rijk van satan brengt Gods volk
niet tot de erkenning: dit is Gods vinger – en dreigend klinkt Jezus’ waarschuwing:
wie niet met Mij is, die is tegen Mij, en wie met Mij niet bijeenbrengt, die verstrooit.
Je ziet de grote Bovenmeester dreigend met zijn vinger: pas op, ik krijg je wel!
Maar toch: zie vooral uw God met zijn vinger u en jou wenken – uitnodigend:
je mag ook komen, de deur naar dat koninkrijk dat de toekomst heeft, staat voor je open!
En wees er maar gerust op: Vader hoeft maar een vinger uit te steken en ik ben gered. Daar mogen we ook van zingen: zijn volk verleent Hij moed en kracht – ik hoef niet bang te zijn! Want achter die vinger schuilt Gods hart: dia 11 kom bij Me, Ik houd van je en Ik zorg voor je en Ik wil je niet kwijt.

Zeg ook maar van deze dienst: dit was Gods vinger.
Die me waarschuwde.
Maar die me vooral riep: kom maar!!
Vader, dank u wel! Voor uw vinger.

amen

liturgie avonddienst

welkom
zingen: Ps. 65: 1,2 Levensliederen

1. Wij zingen met verstild verlangen:
God, die aan Sion hecht,
u zult van ons de dank ontvangen
die u is toegezegd.
U hoort wat mensen aan u vragen,
bij u komt al wat leeft.
Zelf kan ik al mijn schuld niet dragen –
dank dat u ons vergeeft.

2. Gelukkig wie u wilt onthalen,
verwelkomt in uw huis.
De heiligheid daar doet ons stralen,
de goedheid bij u thuis.
U antwoordt machtig en rechtvaardig,
u redt ons, neemt ons mee.
U bent de hoop van heel de aarde
en van de verste zee.

we worden stil voor God
votum en groet
zingen: Ps. 98: 1,2 LB

gebed

Schriftlezing: Ex. 7: 26- 8:15
zingen: Ps. 105: 1,14 GK
Schriftlezing: Luc. 11: 14-23
zingen: Gz. 401: 1,4 LB

verkondiging: Ex. 8: 19 (NBG-51) Gods vinger
zingen: Ps. 68: 11,12 LB

geloofsbelijdenis Nicea
zingen: Lied 477: 1,2 LB

gebed

collecte

slotzang: Ps. 24: 1,4,5

zegen

amen: Lied 456: 3

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *