Zondag 7 Heid. Cat.: Echt geloven is…

 

dia 1

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Ik kwam kort geleden ergens in een artikel een uitspraak tegen die bij me is blijven haken. Dat is deze oneliner:  de kerk lijkt vaak meer op een showroom dan op een garage. Misschien een wat vreemde vergelijking, maar ik denk dat er een kern van waarheid in zit. Er is mee bedoeld dat we de indruk wekken dat we het goed voor elkaar hebben met elkaar en graag uitstralen dat we overtuigd zijn van wat we geloven en dat we als goed christenen leven. Zoals in die showroom dia 2: allemaal glimmende en tot het laatste stofje opgepoetste auto’s, met een up-to-date keuringsrapport en de nodige garantie, en de nodige extraatjes.

Heel anders dan een garage dia 3 met auto’s waar van alles aan mankeert: mankementen, schade -en die er vaak niet uitzien; waaraan heel wat gesleuteld moet worden, opgelapt, bijgespoten.   Bijbels gezien heeft de kerk daar meer van weg, vandaar dat wel is gezegd dat de kerk – en dus ook het leven van een christen – een ‘werkplaats’ van de Heilige Geest kan worden genoemd.

Een plek dus waar heel wat gesleuteld wordt, elke dag veel op te lappen is – wat we bekering noemen en vernieuwing – en mensen steeds weer deuken en blutsen oplopen onderweg.Een plek ook om je niet mooier voor te doen dan je bent en dan wij zijn met elkaar, een plek waar ruimte is voor twijfels en vragen, waar verdriet niet iets om je voor te schamen en je niet  je tranen hoeft weg te slikken en je image hoeft op te poetsen maar je gewoon jezelf mag zijn.

Vorige week – in de preek over het geluk als je de God van Jakob tot hulp mag hebben, maakte ik de opmerking dat wij allemaal, net als Jakob, ons leven lang kreupele kinderen van God zijn dia 4 en blijven, mensen die mank gaan aan allerlei zwakheden en gebreken en zonden en wonden. Hoor dat ook maar door die geliefde psalm 23 heen over God als de goede herder, de grote beschermer en verzorgen onderweg door vaak een donker ravijn:  “uw stok en uw staf, zij geven mij moed”.

In het beeld van vandaag: geen gloednieuwe slee waarin je zit als een koning en die als een speer over de weg zoeft maar eerder een rammelend brikje met horten en stoten die regelmatig blijft stil staan en dan weer aangeduwd moet worden om weer even verder te kunnen dia 5 -en wat een geluk dat we als wegenwachters voor elkaar klaar mogen staan in geval van pech onderweg, want geloven doe je samen en de kerk, dat zijn wij met elkaar, en de weg van Jezus is een smal en steil en bochtig. Wat onze eigen ervaring ons leert maar wat we ook kunnen leren van wie op die weg ons al heel veel kilometers en zelfs heel veel eeuwen vooruit zijn: wij mogen volgen en zij wachten ons op.

dia 6   Echt geloven is:

1.  vertrouwen

2.  op zoek gaan

3.  onderweg blijven

4.  herkenbaar  zijn

 

dia 7  1. echt geloven is:  vertrouwen.

Het woord dat de bijbel voor geloof gebruikt, zegt dat eigenlijk al, geloof = vertrouwen. En dus heeft geloven in de bijbelse zin van het woord alles te maken met relaties en als eerste met de relatie die God met ons wil aangaan, en de relatie die we hebben met Jezus. Dat is echt ook de kern van zondag 7, al lijkt wat daar staat erg massief: stellig weten, vast vertrouwen,  ontwijfelbaar geloof, en dan geloofsartikelen waar je alleen ja op kan zeggen.

Een van huis uit gereformeerde student die inmiddels heeft afgehaakt, vertelt dat hij in de kerk  de ruimte heeft gemist om dingen bespreekbaar te krijgen, ruimte voor nuances en voor twijfels:  “nu heerst er een soort norm waar iedereen aan voldoet….niemand heeft twijfels of andere meningen en mocht dat al zo zijn, dan ‘snappen ze het gewoon nog niet zo goed”, wat ontbreekt is een sfeer van vertrouwen “waarin iedereen kan zeggen wat hij wil”….herkent u dat, of jij…?

Wat opvalt is weer dat woord ‘vertrouwen’, of het gebrek eraan, en nu tussen mensen in de kerk. Maar ik weet bijna wel zeker dat vertrouwen al of niet tussen mensen staat of valt met een echte vertrouwensband die we als gelovigen, als mensen van de kerk, hebben met God en met Jezus.

Waar het wel degelijk de kern is ook in zondag 7, hoor maar meteen dat eerste antwoord over wat echt geloof doet, hoe geloven werkt:  dat we bij Christus worden ingelijfd, intiemer kan niet.  Het is wat Jezus uitbeeldt als Hij het beeld van de wijnstok gebruikt: Ik de wijnstok, jullie de ranken, en dan zijn leerlingen en ons dus ook meegeeft: “jullie moeten met mij verbonden blijven, en Ik met jullie. Want alleen dan kunnen jullie op een goede manier leven….Jullie moeten dus met Mij verbonden blijven en naar mijn woorden luisteren….jullie zullen dan veel goede dingen doen”.

Kijk, en vanuit die relatie met Jezus, en door Hem en Zijn Geest verbonden zijn aan God de Vader, groeit ook dat vertrouwen in de woorden van God en het goede nieuws van Jezus voor ons: dat  God echt van je houdt, dat je zonden vergeven worden, dat het goed is en God eeuwig leven geeft.

Dan is geloven anders en veel meer dan een kloppend systeem opzetten en overeind houden als dat al zou kunnen, en ook niet met verstand op nu een serie waarheden op gezag van anderen aanvaarden waar geen speld tussen te krijgen is en wat je gewoon maar moet geloven, punt uit.  Nee, als je alle vertrouwen hebt in God als je Vader en als je Jezus wilt volgen op zijn weg, dan hoef je niet je krampachtig vast te klampen aan een bepaalde traditie of aan bepaalde regels omdat je anders met elkaar met een hellend vlak wegglijdt de onzekerheid in, maar mag  je erop vertrouwen dat Godje vasthoudt en dat je goed uitkomt als je leven steeds meer wordt als Jezus.

Het is opvallend dat jongeren signaleren dat veel mensen in de kerk het lastig vinden over hun persoonlijke geloof te praten , en het vaker hebben over randzaken en leerstellingen en regels. Terwijl onze eigen belijdenis het ons voorzegt: “wij geloven dat de Heilige Geest…in ons hart waar geloof  ontsteekt, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst, Hem zich toeëigent, en niets anders meer buiten Hem zoekt” …en nog een keer: het geloof  “is slechts het middel waarmee wij Christus …omhelzen”(art. 22 NGB). Geloven, dat is je armen om Jezus heenslaan.

Nou, dat het voor alles om relatie gaat, leren we ook uit de levensverhalen die we in die eerste verzen van Hebreeën 11 zien langskomen: van Abel, Henoch, Noach,  en van Abraham en Sara.  dia 8

 Abel. Net als Kaïn bracht hij God offers maar blijkbaar was het bij Kaïn niet van harte maar omdat het zo hoorde of voor-wat-hoort-wat – er staat dat Abel het deed vanuit zijn geloof , uit liefde.

Henoch. Ook uit zijn leven en zijn levenseinde blijkt wat echt geloven is: “Henoch wandelde met God”, anders vertaald: hij “leefde in nauwe verbondenheid met God”, en uit de brief van Judas weten we dat het hem zijn leven heeft gekost – of liever: God nam hem op in zijn heerlijkheid.

Noach. Wat een vertrouwen heeft hij laten zien – gekregen van God zelf – om tegenover veel weerstand te blijven vasthouden aan God. In Genesis 6 lezen we dat ook Noach in nauwe verbondenheid met God leefde en dat hij terwijl er nog geen vuiltje aan de lucht leek jaren aan  de ark bleef bouwen en de mensen bleef waarschuwen voor een zondvloed, tegen alle spot in.

En dan Abraham die ging toen God hem riep en dat met een onmogelijke belofte op zijn leeftijd van nakomelingen en een eigen land, en die bleef volhouden, ook toen het maar niet gebeurde.  Net als Sara van wie we lezen dat ze “vertrouwde op degene die de belofte had gedaan“, toch!!

Bij allemaal proeven we dat ze verbonden waren met God, en dat dat hen overeind hield, niet dat ze het zelf zo zeker wisten en zo stevig in hun schoenen stonden, het tegendeel eerder -wat hebben b.v. Abraham en Sara twijfels gekend en verkeerde keuzes gemaakt en geworsteld met wat God deed of juist al maar niet deed, en hoe het verder moest en waarom het zo lang duurde.  En toch dat refrein: door het geloof…..zelfs als ze maar een klein stukje meemaakten van wat was beloofd – we lazen dat: “zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden,ze hebben slechts een glimp ervan begroet”  dia 9; dan moet je wel vertrouwen hebben: dat God zich niet vergist, dat het toch goed gaat komen – en dat je eeuwig de tijd hebt.

Wonderlijk, dat dat vertrouwen er al was bij die verre voorouders en voorlopers: ze wisten dat we op doorreis waren, naar een beter, naar een hemels vaderland, naar de stad van God. Daar kunnen wij houvast aan krijgen en moed uit halen – “zij spreken en getuigen nog, om ons geloof te sterken, dat wij omgeven door die gelovigen van vroeger, onze weg tot het eind lopen.

Ja, en wie dat moeilijk vindt om een persoonlijke relatie te hebben en te ervaren met God, wie Gods aanwezigheid niet voelt en niet weet hoe dat kan groeien en voelen, verdiep je in wie Jezus was en wat Jezus heeft gezegd en hoe Jezus heeft geleefd – en bidt in zijn naam tot God. Jezus zei dat wie Hem bezig zag, zijn Vader leert kennen – ook die aansporing krijgen we mee vandaag: “Laten we de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger én voltooier van ons geloof”.

 dia 10           2. echt geloven is op zoek gaan.

  Daar bedoel ik mee dat geloven niet is dat je het allemaal al precies weet en al binnen bent, dat je om zo te zeggen – niets meer te leren en niets meer te ontdekken hebt omdat je de waarheid over God en zijn plan met je leven en waar het heengaat met deze wereld, al wel in de zak hebt. Dat leert de bijbel ons wel anders, ook in dat stukje bijbel dat we vanmiddag samen gelezen hebben. Meteen al in de eerste verzen staat er dat het geloof een basis legt onder ons leven en ons wil overtuigen van wat we niet zien – en dus niet wetenschappelijk of door experiment kunnen bewijzen – en dat is een proces, dat je – met vallen en opstaan, met gebed ook – in geloven groeit. Vers 3 weer: door geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door Gods woord geordend is. Waar weer een wereld achter zit en allerlei vragen aan de orde komen en je elkaart bij nodig hebt. Een zoektocht dus, een samen zoeken naar de weg van onze Heer, en je zijn liefde eigen maken.

Ja, en dat het leven van die vroege gelovigen als Henoch en Noach en Abraham was ook zoeken. Nee, niet vanuit onzekerheid en twijfel of er wel een God is, maar omdat God hen en ons serieus neemt als geschapen met verstand, en met gevoel, en met ideeën en idealen, en een eigen wil.  De Heer wil geen robots of voorgeprogrammeerde computers in zijn dienst maar mensen die uit vrije wil voor Hem kiezen en Hem – lazen we net nog – zoeken en vinden en steeds weer zoeken: door zijn woorden je eigen te maken, door met Hem in gesprek te gaan, door zijn leiding in je leven te ontdekken, door God te ervaren in de stilte (b.v. van de natuur of van een klooster)….En ook open te staan voor wat God ons te zeggen heeft door mensen dichtbij en verder weg.

Geloven zet dus in beweging, vraagt actie, om dichterbij God te komen, en ook dichter  bij mezelf. We lazen dat God blij is met mensen die in Hem geloven, en beloont wie Hem serieus zoeken. En de profeet Jesaja nodigt de mensen van zijn tijd uit: “Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep Hem terwijl Hij nabij is” – je loopt zomaar voorbij aan waar je God of iets van Hem vinden kunt – en als je Jezus kent, komt God zelfs heel dichtbij want Jezus zegt: Ik ben de weg, naar God.

dia 11       3. echt geloven is onderweg blijven

  Dat is wel heel duidelijk als we naar die voorlopers kijken die in beeld komen in Hebreeën 11. Het was voor hen en het is ook voor ons onderweg zijn naar de eindbestemming van God met ons. Een aantal etappes van die reis wordt nagetekend in de bijbel, in grote lijnen en met grote stappen.

Zeg maar: vanuit het paradijs, door de zondvloed heen, en dan met de focus op Abraham en Israël langs Egypte en door de zee en de woestijn tot in Kanaän, en later door ballingschap heen, tot Jezus. Dat is in wat andere woorden antwoord 19 uit zondag 6: het evangelie van paradijs tot op Jezus.

Het vervolg begint in het NT: het goede nieuws van Jezus: zijn leven, zijn lijden, dood en opstanding. Daarna de opbouw van de christelijke kerk wereldwijd, op het fundament gelegd door de apostelen. Waarna er nog een stuk af te leggen is, met veel onzekere momenten.

We lazen dat het nog altijd doorgaat en we er nog niet zijn, op die eindbestemming: ook van ons geldt dat we op doorreis zijn, naar het vaderland, naar de stad die God voor ons aan het bouwen is. In Heb. 13: 14 staat die bekende wegwijzer: “onze stad is…niet blijvend, wij kijken juist verlangend  uit naar de stad die komt”, vandaar dat geloven ook is buiten je eigen comfortzone willen stappen, zoals b.v Abraham deed en Sara, toen God ze wegriep bij het vertrouwde vandaan van eigen land en familie, en ze op weg gingen – hebben we net nog gelezen – “zonder te weten waarheen”.

Het einddoel wisten ze :”het land dat hem beloofd was maar hem nog niet toebehoorde” maar het hoe en wat moesten ze afwachten en zich echt settelen hebben ze nooit gedaan: “samen met Izaäk en Jakob woonde hij  in tenten, omdat hij uitzag naar een stad, door God ontworpen en gebouwd”. In hun voetsporen zijn ook wij nog altijd onderweg, samen met al die medechristenen wereldwijd.

Ja, en laten we dan dat onderweg zijn maar wat minder relaxt invullen dan wij gewend zijn als we naar ons werk gaan of met vakantie, en daarna als het goed gaat weer terug op het veilige nest. Het lijkt meer op asielzoekers of vluchtelingen die soms jaren in een tent wonen of op een AZC, zonder vaste woon- of verblijfplaats, en zonder zekerheid of ze ooit terug kunnen naar het oude land. Ik las: “Onderweg zijn zonder terug naar huis te kunnen: dat staat volgens Hebreeën voor de christelijke manier van in het leven staan. Er is geen weg terug, er is alleen een weg vooruit, zonder te weten waar je komt. Conservatisme is geen christelijke optie, blijven, handhaven en vasthouden geen christelijke stijl”. En dat vraagt vertrouwen, zoals van Abel die het waagde met God, Henoch die met God opliep, Noach die dwars tegen de publieke opinie in verder keek dan zijn ogen konden zien, Abraham die op hoop van Gods zegen op weg ging en bleef hopen op wat niet kon en maar niet gebeurde – in vertrouwen dat God je zal brengen waar Hij met je heen wil en waar het leven goed is.

Nog een uitspraak die aan het denken zet  – staat net als de vorige in het 1e nr van het nieuwe blad Onderweg, ontstaan uit het samengaan van  De Reformatie en Opbouw – n.l. dat echte christenen te vergelijken zijn met de situatie van uitgeprocedeerd asielzoekers, en dat we van hen kunnen leren, b.v. “hoe genade sterkt, juist als wij zwak blijken, en wat liefdadigheid en onderlinge solidariteit uitwerken wanneer ze een gezicht krijgen. En misschien blijkt dan wel dat er ook bij ons iets groeit van echt onderweg zijn”.

Durven we het aan zoals veel mensen is overkomen en hebben gedaan toen God, toen Jezus hen riep: en zij lieten alles achter en volgden Hem. Durven we dat, samen?

dia 12     4. echt geloven is herkenbaar zijn

Daar bedoel ik mee dat geloven meer is dan een bepaalde manier van denken en voelen, maar ook van een houding tegenover elkaar en anderen, een manier van omgaan met mensen en dingen, en dat niet alleen binnen vier muren maar ook buiten je comfortzone.

Herkenbaar zijn, niet door iets van buiten als b.v. zo’n nasraniteken, of door kerkgang, maar door dat je uit één stuk bent, in denken en doen, binnen de kerk en net zo erbuiten. Herkenbaar zijn als christen, allereerst naar God toe die zichzelf in ons wil herkennen – wij zijn mensen die naar zijn evenbeeld geschapen zijn – en dan ook naar elkaar toe in gezin en familie, en in de kerk, en voor mensen om ons heen die met ons in aanraking komen en ons horen praten en ons bezig zien, en die vaak heel scherp zien wat echt is en wat buitenkant is, een rol die je kunt spelen, kerkelijk- of maatschappelijk gewenst gedrag zonder een hart. Terwijl wie lijkt op Jezus, liefde als drive heeft en bereid is tot dienen, tot de minste willen zijn.

Aan Abel kon je merken dat hij voor God gekozen had en voor God wilde gaan – koste wat kost.   Henoch kwam er openlijk voor uit dat hij met God wilde optrekken- dwars tegen de tijdgeest in.  Noach timmerde aan de weg om te waarschuwen voor het oordeel en tot bekering op te roepen.  En Abraham was herkenbaar aan zijn vertrouwen op God en dwong bij de inwoners van het land waar hij zijn leven lang te gast was, respect af – ze zeiden:  “we weten dat God u beschermt”.

dia 13

  Twee vragen  om mee te nemen voor deze week:

*  hoe laat je zien dat je christen bent, op je werk, in je buurt, onder vrienden, en in de kerk?   is God en is Jezus in je woorden en gedrag herkenbaar?  anders gezegd:     Hoe voeg ik de daad bij het Woord?

en die vraag waarmee ik begon, geef ik ook mee:  Wat willen we zijn als gemeente;  een showroom of een garage?

Geve onze God u en jou en mij een echt en herkenbaar geloof.

                                                        amen

liturgie middagdienst 

votum en groet

zingen:   Ps. 84: 1,2

gebed

avondmaalsformulier IV

zingen:  Ps. 84: 3,4

dankgebed

Schriftlezing:  Heb. 11: 1-16 en 11: 39-12: 2a

zingen:  Ps. 84: 5,6

verkondiging: zondag 7   Echt geloven is…

zingen:  Lied 103 (1a, 2m, 3v, R: a)

gebed

collecte

zingen:  Gz. 169: 1,2,5

zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *