Lucas 7: 1-10: Ben jij de moeite waard (jeugdthemadienst CGK en GKV)

Ben jij de moeite waard?  heb ik als thema gekozen voor vanmiddag.

Misschien is dat voor jou geen vraag:  je zit heel goed in je vel, en je zit er goed tussen.

Of het is juist een confronterende vraag die veel oproept: pijn, verdriet, teleurstelling.

Er zijn heel veel  jongeren die met zichzelf overhoop liggen, die vinden dat ze er niet goed of niet goed genoeg uitzien, die het lastig vinden zich op hun plek te voelen in gezelschap – ook in de kerk – zich op hun plek te voelen, die zichzelf sociaal onhandig voelen, die steeds weer waardering en bevestiging van anderen  nodig hebben om zich weer wat goed te voelen – en bij de eerste de beste kritische opmerking weer hevig aan zichzelf twijfelen

De media – zoals de TV en de sociale media – werken er behoorlijk aan mee om dat tot een probleem te maken want je krijgt allerlei ideaalbeelden langs van topmodellen die veel slanker en mooier zijn dan jij, van sporters die superfit zijn, en van een geweldig leven met genoeg geld te besteden en feesten te vieren, en met ontelbaar veel volgers op twitter en likes op facebook – en daar kan jij natuurlijk nooit aan tippen, hoe gezond je ook eet en hoe veel je ook sport, en hoe hard je ook traint:  ben ik wel de moeite waard, waarom lukt mij dat niet, en wie ziet nou wat in mij, en misschien ook: wat kan ik doen om ook zo te worden?

Ja maar, heb je wel door dat op die manier een schijnwereld wordt geschapen alsof het leven alleen maar bestaat uit succes en mooi-zijn, geld uit kunnen geven, geluk in de liefde –  terwijl daarachter veel leegheid en narigheid zit die mensen proberen te overschreeuwen? Een schijnwereld waarin geen donkere kanten zijn die er natuurlijk in het gewone leven wel zijn: dat dingen mislukken, dat je fout kiest, dingen doet die verkeerd uitpakken, dat je ziek kunt worden, dat relaties ook stuk kunnen lopen, dat je niet alles kunt wat  je zou willen.

Ja, en ook dat je diep van binnen wel weet dat je niet zo flink en zo stoer bent als je probeert over te komen, dat je vaak een grote mond hebt, dat je anderen pijn doet, en dat jezelf tegenvalt, dat je bang bent om echt jezelf te zijn uit angst afgewezen of gekwetst te worden.

Zoals ik een uitspraak tegenkwam van iemand die een boek heeft geschreven dat gaat over dat we in een onvolmaakte wereld leven: “wij mensen hebben onszelf aangeleerd om onze kwetsbaarheid te overschreeuwen of te onderdrukken; we doen zoveel moeite om sterk en krachtig over te komen, dat we overstuur raken als we met kwetsbaarheid geconfronteerd worden; en………..dat we krampachtig de barsten in ons bestaan proberen te verhullen”.

Gelukkig is er een vaste waarde die elk mens mag hebben, als door God geschapen en door Hem aanvaard, geliefd en kostbaar – denk aan dat liedje: we zijn allemaal parels in zijn hand.

Ja, en het geweldige is dat je tegenover God je niet beter en mooier en flinker hoeft voor te doen dan je bent, dat lukt niet eens, want God die je zelf gemaakt heeft kent je door en door, beter dan wij elkaar kennen, en zelfs nog beter dan jij en u en ik onszelf ooit kennen.

En daar zijn we in Gods ogen niet minder om; bij Hem mag ik zijn wie ik ben, hoor een lied: “zoals ik ben, met al mijn strijd, mijn angsten en onzekerheid, mijn maskers en mijn ijdelheid, o Lam van God, ik kom; zoals ik ben, ontvangt Gij mij, reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij, vervult, verlicht, verwarmt Gij mij, o Lam van God, ik kom” – en dat Lam van God is Jezus.

In het verhaal van vanmiddag ontmoeten we een man die zichzelf niet de moeite waard vond dat Jezus naar hem toe zou komen, terwijl anderen hem juist erg hoog hadden – juist daarom vond Jezus hem zo waardevol dat hij hem – een buitenkerkelijke nota bene – tot voorbeeld stelt voor mensen in de kerk: zo’n groot geloof heb ik in Israël niet gevonden!

Het valt meteen op dat de man niet zelf op Jezus afstapt maar zijn netwerk inschakelt: een paar Joodse leiders bij wie hij sympathie had omdat hij het Joodse volk respecteerde en goed gezind was en zelfs – misschien financieel of door menskracht – had  meegeholpen bij het bouwen van hun synagoge;  – vandaar dat die Joodse leiders graag bij Jezus een goed woordje voor deze man deden ook al was hij een heiden en in dienst van de bezetter: hij verdient het dat u hem helpt want het is een aardige man die ons goed geholpen heeft.

Verrassend sympathiek op het eerste horen maar het verraadt wel een manier van kijken naar elkaar en beoordelen van elkaar die ook ons zomaar parten kan spelen: dat we aan de buitenkant blijven steken, en elkaars waarde afmeten aan wat in onze ogen goed gedrag is: trouw elke zondag op je plekje in de kerk, ruim en op tijd je VVB betalen en aan goede doelen geven, je actief inzetten binnen de kerk en voor de samenleving, en nog zo wat.

Wat vaker een rol speelt bij de kijk die we op mensen hebben: hoe kijken ze naar mij en wat kan ik met hem of haar – en als dat tegenvalt, zijn we zomaar er gauw klaar mee. Jezus had er in zijn toespraak hier vlak voor net wat over gezegd: “Stel dat je alleen van je vrienden houdt. Verdien je dan een beloning van God? Nee, want ook slechte mensen houden van hun vrienden. En stel dat je alleen goed bent voor de mensen die goed zijn voor jou. Verdien je dan een beloning? Nee, want slechte mensen doen hetzelfde”.

Dat is een belangrijke en ook wel pijnlijke les voor ons, want hoe kijken we naar elkaar en hoe kijken we naar mensen die geen christen zijn, naar b.v. moslims, naar mensen die anders zijn dan wij en zich anders gedragen dan wij gewend zijn en goed vinden, is er in onze kerk ook plek voor wie van buiten komen, die geen familie en vrienden in de kerk hebben? En:  krijgt iemand pas waarde voor ons als hij of zij zich aan ons wil aanpassen, of zijn we bereid om in te schikken en gastvrij te zijn en vriendelijk,  juist voor anders is dan wij zijn?

Dan is bijzonder dat die officier zich niet sterk maakt met wat hij allemaal heeft gedaan voor het Joodse volk of zich laat voorstaan op zijn rang als officier waardoor hij toch wel rechten kan claimen op Jezus’ hulp, zodat hij die man uit Nazaret kan commanderen – niets ervan.

O ja, hij staat echt wel zijn mannetje, en hij is geen watje, hoor maar: “Mijn soldaten moeten doen wat ik zeg” – en dat doen zij ook: “Als ik tegen een soldaat zeg: ‘je moet gaan’, dat gaat hij. En als ik zeg: je moet komen, dan komt hij. En als ik tegen mijn knecht zeg. ‘doe dit’, dat doet hij het.”  Echt een militair: discipline, bevel is bevel, je moet weten wat je plek is.

Dat is precies wat deze officier beseft, hij kent zijn plaats: “ik moet zelf ook doen wat mijn generaal zegt”….en wat nou zo bijzonder is: zijn plek is onder Jezus, Die ziet hij als zijn Meerdere: “Heer, u hoeft helemaal niet naar mijn huis te komen, want ik ben dat niet waard”. En dat komt hij niet zelf vertellen, hij stuurt een paar vrienden naar Jezus toe om Hem te laten weten dat Hij niet al die moeite hoeft te doen om naar zijn huis te komen.

Terwijl hij zijn soldaten en slaven kan sturen waar hij wil, Jezus niet, want Jezus is zijn Heer! En daarom vertrouwde hij erop dat Jezus aan één woord genoeg had om zelfs op afstand zijn zieke slaaf beter te maken: “u hoeft alleen maar te zeggen dan mijn slaaf beter moet worden. Dan zal dat ook gebeuren”.   Over zoveel vertrouwen is zelfs de Heer verbaasd!

Toch nog iets, want het is toch wel opvallend dat de Heer Jezus zich over deze officier verbaast en zegt dat Hij zo’n groot geloof, zo’n sterk vertrouwen, niet gevonden had in Israël. Terwijl al heel veel mensen van Israël naar Hem toe gekomen waren om hulp en genezing. Dan vraag je je af wat het bijzondere was van het geloofsvertrouwen van deze officier.

Ik denk dat het te maken heeft met de houding van deze man tegenover Jezus: Heer, doe geen moeite voor mij, ik ben dat niet waard, ik Romein, ik klein zondig mens… Terwijl binnen de kerk van toen veel mensen, de leiders voorop, zich op hun eigen status beriepen als toch God uitverkoren volk, en die leiders in dit verhaal het ook die Romein wel waard vonden dat Jezus hem ter wille was, om wat hij had gedaan voor het Joodse volk en voor hun synagoge – maar stel je voor als het zou gaan om iemand die ze zagen als tegenstander, als vijand – was hij het dan in hun ogen ook waard geweest?

Wat deze – zeg maar – buitenkerkelijke – meer dan zij door had, was dat niemand recht heeft op Gods liefde of de redding door de Heer Jezus om zijn afkomst of status, om wat hij ervan terecht brengt of om hoe hij eruit ziet, om hoeveel we misschien weten van de bijbel en doen voor God, en ook niet om hoe mensen naar ons kijken en van ons vinden, maar omdat God van ons houdt, omdat we bij God, wie we ook zijn of niet zijn, kostbaar zijn. Ergens in de catechismus staat dat God ons bidden wil verhoren, “al zijn wij dat niet waard”.

We weten niet wat er allemaal in die officier omging toen hij Jezus om hulp wilde vragen. Je kunt je voorstellen dat hij zich als niet-jood de mindere voelde, een buitenstaander. En als geharde militair had hij vast ook dingen gedaan waarover hij zich schuldig voelde, had hij misschien wel bloed aan zijn handen, bij handhaven van de orde van het Romeinse rijk.. Zoals elk mens dingen heeft waarover hij zich later schaamt of schuldig kan voelen – en dan is niet de oplossing om dat maar weg te stoppen of goed te praten, het te overschreeuwen, maar juist om moeilijke dingen of verkeerde beslissingen of fout gedrag eerlijk onder ogen te zien en het bespreekbaar te maken: met jezelf, God, met mensen om je heen; als hopelijk een begin van heling, als leermomenten, en om weer op je plek gezet te worden: wie ben jij?

Dat besef maakt nederig en bescheiden, naar God toe en ook in de omgang met elkaar. Je voelt je niet meer of beter dan een ander, en je hoeft ook je minder te voelen dan hem of haar, maar we proberen als als allemaal zwakke mensen naast elkaar te staan,e en voor God. Iemand schrijft dat God juist mensen met barsten liefheeft en dat door die barsten heen Gods  licht bij je kan binnenkomen- een psalm zegt dat God dichtbij gebroken mensen wil zijn, dat de HEER geneest – heelt – wie gebroken zijn van hart – en dan is genezing veel meer dan dat je na een ziekte beter wordt – ook dat kan God en wil hij vaak doen – maar het is veel meer: het is zijn redding van een beschadigd bestaan en vergeving van zonde en schuld.

Nou, dat hebben die Romeinse officier en heeft zijn slaaf mogen ervaren: “toen de vrienden van de officier terugkwamen, was de slaaf weer gezond”. Echt geloof stelt nooit teleur! Ik las ergens: “ook in de kerk komen we zo’n groot geloof niet vaak tegen, zo’n groot geloof dat kennelijk alles met nederigheid te maken heeft”. En de kerkvader Augustinus zei in een preek- zo’n 1600 jaar geleden – dat toen die officier zei dat hij het niet waard was dat Jezus naar zijn huis kwam, bewees “dat hij het juist wel waard was om Christus te ontvangen; niet in zijn huis maar in zijn hart. Hij zou dat toch nooit zeggen met zo’n geloof en zo nederig, als hij Christus niet in zijn hart droeg?”.

Ben jij de moeite waard?

Nou, voor God wel in elk geval, zo dat zijn eigen Zoon Jezus ook voor jou naar de aarde is gestuurd, dat Hij mens is geworden en jong is geweest, dat Hij ervaren heeft wat het is om niet in tel te zijn, afgewezen te worden, eenzaam te zijn, zelfs door zijn eigen Vader verlaten, om jou en u en mij weer bij God te brengen, geliefd en kostbaar als zijn kind.

Daar hoef je niet stoer voor te zijn, of er flitsend voor uit te zien, of vroom voor te zijn. Je mag zijn wie je bent, met je mooie kanten en met je minder mooie, moeilijke kanten. Je mag komen met waar je mee zit, wat je lastig vindt aan jezelf of irritant aan anderen. Voor God is niemand te slecht, of te dom, te lelijk of te onzeker, en God wil ook wat er zit aan schuld, aan falen, aan missers, je vergeven, en je maken zoals Hij je heeft bedoeld.

Voor God ben jij de moeite waard – en ik, en u – zo dat Hij in ons huis wil wonen, in ons hart, en ons leven, dat Hij elke dag naar ons wil luisteren en voor ons wil zorgen – en dan is de afstand geen probleem: God is maar één gebed ver, God kan als Hij wil ons genezen en ons leven leiden en beschermen;  vertrouw maar op Hem, zoek Hem maar op, bestorm Hem maar met je vragen, en geloof het maar: niets is onmogelijk, voor wie echt gelooft in Hem.                                                             

                                                                    amen

 

liturgie jeugdthemadienst

welkom

zingen:             Opwekking 464  ‘Wees stil voor het aangezicht van God’

stil gebed

votum en groet (Sela)

zingen:             Psalm  65: 1,2,3 (Levensliederen)

gebed

bijbellezing:  Lucas 7: 1-10   BGT

zingen:            Opwekking 599  ‘Nog voordat je bestond’

preek ‘Ben jij de moeite waard?

zingen:            Gezang 408    (1-6)     (LB)    ‘Nu laat ons God de Here’

gebed

collecte,     met zingen Opwekking 136  ‘Abba Vader, U alleen’

apostolische geloofsbelijdenis

zingen:            Opwekking 770   ‘Hoe wonderlijk mooi is uw enige naam’

zegen

amen

Opwekking 746    ‘De God van de vrede geeft jou zijn zegen’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *