Matteüs 13: 51-52: Hebben wij Jezus goed begrepen?

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

dia 1

  “Hebben jullie dit alles begrepen?”

Vroeg de Heer na die hele serie gelijkenissen over het rijk van de hemel = Gods nieuwe wereld. Voor ons misschien een onverwachte, merkwaardige vraag, want wij snappen het al lang, toch? En zouden dan die eerste leerlingen die elke dag met Jezus optrokken, het niet begrijpen?

Nou is het sowieso altijd wat lastig met die gelijkenissen. We zijn geneigd te denken dat Jezus ze vertelt om het de luisteraars makkelijker te maken. Zoals vaker als een spreker of preker voorbeelden gebruikt om zijn betoog begrijpelijker te maken.

Maar het was precies andersom bij de gelijkenissen die Jezus vertelde:  het werd er voor het grote publiek niet laagdrempeliger door maar de lat werd juist hoger gelegd: je moest moeite doen om erachter te komen en door te vragen en wie daar geen interesse in had of moeite voor wilde doen, bleef zitten met een heleboel vragen of droop teleurgesteld af: met die preken van Jezus kan ik niks.

Zelf legt de Heer op de vraag van zijn leerlingen uit waarom hij kiest voor deze aanpak: omdat veel mensen wel zagen wat Jezus deed en hoorden wat Hij vertelde maar het niet echt tot zich door lieten dringen en in geloof verwerkten.

Dat is precies waar het over gaat in die eerste gelijkenis:  van de zaaier.     dia 2 Het zaad dat uitgestrooid wordt valt op de weg en wordt weggepikt, of het kan niet wortelen en gaat dood door de felle zon, of wordt door allerlei onkruid overwoekerd – het valt niet goed en groeit niet. Pas als dat zaad – het goede nieuws van Jezus over de nieuwe wereld die Hij komt brengen -in goede aarde valt, als mensen doorvragen en zich erin verdiepen, en het zich eigen maken, komt er wat op en groeit het uit, en dan gaat een wereld voor je open.

Kijk, en dus moet iedereen kiezen: ga je ervoor, verdiep je je erin, of loop je van die Jezus weg. De bedoeling is dat mensen zich willen laten onderwijzen door Jezus, en daar moeite voor willen doen, want het waait je niet als vanzelf aan, het vraagt nadenken en doorvragen en vooral gebed.

Dat ziet de Heer gebeuren bij Petrus en Johannes en de anderen, al leven ook bij hen nog veel vragen en hebben ze last van onbegrip en misverstanden, maar toch: “jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen”…”gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen”..”het zaad dat in goede grond is gezaaid, dat zijn zij die het woord horen en begrijpen”.

 dia 3    Hebben wij Jezus goed begrepen?

1. dan willen we altijd leerling blijven

2. dan hebben we een open houding

3. dan zijn we ook gericht op de ander

 

dia 4          1. dan willen we altijd leerling blijven

   Als je die verzen 51 en 52 leest en goed op je in laat werken, roept dat wel een vraag op. Op de vraag van Jezus aan zijn discipelen of ze wat Hij allemaal verteld heeft, hebben begrepen, krijgt hij volmondig en blijkbaar uit één mond een positief antwoord: Ja, Heer.

Maar dan is de reactie niet zoiets als: nou, dat is mooi, dan zijn jullie geslaagd, ga zo door.. Nee, dan komen ineens Schriftgeleerden in beeld die leerlingen van Jezus moeten worden. En je vraagt je af wat dat er nou mee te maken heeft, hoe Jezus daar nou ineens bij komt. Stonden er ook Schriftgeleerden mee te luisteren, of bedoelt Jezus er zijn discipelen mee? En als wij dit bijna tweeduizend jaar later lezen, kunnen wij er ook nog wat van leren?

Eerst  iets over die Schriftgeleerden van toen, vaak in één adem genoemd met de Farizeeërs. Het gaat dan wel over twee soorten aanduidingen: Schriftgeleerde ben je van beroep – zoals in onze tijd dominee of professor in de theologie,  Farizeeërs is de naam voor een bepaalde stroming binnen het Jodendom ;  veel Farizeërs waren geen Schriftgeleerden en lang niet alle Schriftgeleerden hoorden bij de partij van de Farizeeërs;   ze waren wel allemaal bezig met de bijbel en wilden zich verdiepen in de boeken van het OT en leven volgens Gods wet.

dia 5 

Ik zei al dat je de Schriftgeleerden de dominees – of beter: de theologen – van Israël kon noemen. Daar was niks mis mee en daar zegt de Heer Jezus ook geen woord kwaad van, integendeel. In Matt. 23:1v. horen we Hem zeggen:  de Schriftgeleerden en de Farizeeën “hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes” – of: zij “vertellen hoe je je moet houden aan de wet van Mozes”  (BGT).

Nou, en daarom moeten de mensen doen wat zij zeggen.  Alleen, zegt Jezus erbij :  leef niet net zoals zij doen.   Waar Jezus hen vooral op aanspreekt is dat zij anderen de wet voorhouden maar dat ze zich er zelf vaak niet aan houden: ze maken het de mensen moeilijk maar houden zich niet aan hun eigen regels. Ook daarom zegt Jezus in de Bergrede dat Hij niet komt om de wet af te schaffen maar juist om de echte betekenis en de oorspronkelijke bedoeling van de wet te laten zien, en om een leven vanuit liefde tot God en de naaste, vandaar ook deze uitspraak in diezelfde Bergrede: “doe wat God van je vraagt, en doe dat beter dan de wetsleraren en de farizeeën” – daarmee begint Gods nieuwe wereld.

Dan gaan we ook ineens begrijpen wat Jezus bedoelt in de tekst over een Schriftgeleerde die leerling is geworden van Jezus, met het oog op het komende rijk van God, Gods nieuwe wereld. Veel Schriftgeleerden toen voelden daar niks voor;   zij waren de kenners en de bewakers van het oude vertrouwde: de uitleg en toepassing van de wetten van Mozes, de uitleg van de profeten. En Jezus zagen ze als een nieuwlichter die zich niet hield aan de letter van de wet en die zorgde voor onrust en onzekerheid, ze gingen zelfs zover dat ze erop uit waren Jezus uit te schakelen.

Later verwijt Jezus de Schriftgeleerden dat ze zo de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel versperren: “jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnen- gaan, niet toe” (Matt. 23: 14); in Lucas 11: 52 zegt de Heer het zo: “wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen” – Jezus zelf is die sleutel en die willen ze niet.

dia 6

Daarom slaat het ook op die Schriftgeleerden dat ze met al hun kennis niet begrijpen, niet geloven. Zoals lang geleden Jesaja namens God zei tegen het volk toen: “jullie zullen goed luisteren maar niet begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben”….ja, en dat willens en wetens: “met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen, want anders zouden ze tot inzicht komen en zou ik hen genezen” – daar blijkt uit dat het niet gaat om veel weten maar om het ter harte nemen, om in geloof je eigen te maken wat God je na aan het hart wil leggen.

Terug naar die Schriftgeleerden over wie Jezus het heeft die met al hun kennis niet begrepen wat Jezus vertelde en wat Hij kwam doen.

Een Schriftgeleerde heet in het Grieks een grammateus -daar zit gramma in, en dat is: letter. (Datzelfde woord zit ook  in het Nederlandse woord ‘grammatica’ = structuur van een taal.) Nou, de Schriftgeleerden waren daar elke dag mee bezig, met bestuderen van de letters van de wetten van God; ze wilden zich ook stipt houden aan de letters van de wet en ze voelden zich de bewakers van de traditie – en dat is niet verkeerd, daar hechtte Jezus ook waarde aan, aan zeg maar alle schatten die te vinden zijn in de wetten en de profeten en de psalmen:  Gods woorden.

Alleen, het kan  zomaar letterknechterij worden:  je aan de letter  van de wet houden maar tegen de geest van de wet in;  denk aan de conflicten met Jezus over de sabbat, aan dat gesprek met die vrouw die overspel gepleegd had en die volgens de letter van de wet gestenigd zou moeten worden. Dan laat Jezus zien waar het God echt om gaat, niet om leven bij dode letters maar door zijn Geest. Trouwens al in het OT zei God: Ik wil geen offers – uit plicht of gewoonte – maar dat jullie barmhartig zijn en vergevingsgezind, dat jullie hart hebben voor mij en voor je medemensen, en elkaar liefhebben. En Jezus zegt ook ergens dat de sabbat bedoeld is voor de mens, en niet de mens voor de sabbat.

Daarom: ook een Schriftgeleerde moet niet denken het al te weten en zich vastklampen aan wat er was, maar leerling worden van Jezus, gericht op goede nieuws van zijn nieuwe wereld, en daar wordt je niet armer van maar juist rijker, schatrijk, want bij al die oude schatten komen nieuwe schatten bij, en in het licht van het nieuwe van Jezus en zijn nieuwe wereld worden de oude schatten als nieuw.

Gemeente, en wij dan?  Weten wij eigenlijk al wel hoe het zit, hoe het moet, vooral voor anderen? Gereformeerd tenslotte, met een duidelijke leer, met onze belijdenis, en met een lange traditie? Weten we het eigenlijk allemaal al wel of willen we er steeds weer bij leren, en ook dingen afleren?

Hoor zo vanmorgen die vraag en vraag jezelf af hoe je erin staat: heb ik Jezus wel goed begrepen, wil ik mijn leven lang leerling van Hem zijn en elke keer weer worden, sta ik echt open voor zijn goede nieuws?

dia 7        2. dan hebben we een open houding

  Als je naar school gaat, een opleiding volgt, of intekent voor een cursus, wil je wat nieuws leren. Stel dat je op school bent overgegaan, en in de volgende klas komt, en je gewoon de oude boeken van vorig jaar krijgt, precies dezelfde lessen gegeven worden, en er niets nieuws bij zou leren…Je verveelt je verschrikkelijk, je hebt het gevoel dat het een verloren jaar is: wat doe ik hier eigenlijk? En als je voor een vervolgstudie kiest, wil je nieuwe dingen leren, verder komen, jezelf ontwikkelen. Terwijl natuurlijk wat je vroeger geleerd hebt, ook nodig is, je bouwt die basiskennis verder uit.

Nou,daar moet je aan denken als de Heer Jezus het heeft over oude en nieuwe dingen die een huismeester uit de voorraad die hij tot zijn beschikking heeft, tevoorschijn haalt en uitdeelt.

Dan denk je natuurlijk als vanzelf eerst aan wat op dat moment hoorde bij de schatten die God aan zijn volk gegeven had en die mannen als die wetgeleerden in beheer hadden: de wetten die God via Mozes had gegeven, de profetenboeken, de psalmen, de offerdienst, de feesten.

Maar dan komt Jezus met wat heet een nieuw verbond, steviger dan wat er was en met veel dat verandert en ook verdwijnt omdat het z’n tijd gehad heeft, verouderd is: niet meer elke dag offers, niet elk jaar een Grote Verzoendag, dankzij  Jezus’  eigen offer op Golgotha dat voor altijd en iedereen genoeg is, en met de schatten van vergeving van zonden, vrede met God, eeuwig leven. Het is een hele schatkist vol waaruit Hij uitdeelt en die Hij meegeeft aan zijn leerlingen die de wereld ingaan en aan ons als zijn kerk.

Ja en Jezus laat ook zien dat van daaruit ook nieuw licht valt op die oude schatten, dat Hijzelf in die wetten en die psalmen en die profeten zijn schaduw al vooruit werpt: “de Schriften getuigen over Mij”, en Lucas 24: 46 waar Jezus zegt dat “alles wat in de wet, bij de profeten en in de psalmen over Mij geschreven staat, in vervulling moest gaan”. Oud wordt als nieuw.

De mensen voelden aan dat het niet zomaar wat was wat die Jezus te zeggen had. De Bergrede had veel impact: “Hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals hun Schriftgeleerden”.

 Maar dat was wel schokkend voor wie vastzaten en vasthielden aan de letters, aan de punten en de komma’s van de oude bedeling, en die dan Jezus horen preken alsof dat alles, en zij zelf, niet meer telden Ze vonden die Jezus maar een vrije vogel, een nieuwlichter die de wet van Mozes ondermijnde, de sabbat  veel te vrij invulde, de tradities niet heilig achtte,die zelfs God zijn Vader noemde en zich aanmatigde dat Hij mensen hun zonden kon vergeven; hoe durfde die timmerman- schande, erger: godslasterlijk!

dia 8  Ja,  Jezus sprak heel anders dan de Schriftgeleerden die zich beriepen op de gegeven wet en op de tradities, of op het gezag van vroegere leraars de mensen voorhielden wat mocht en wat niet, die al te vaak elkaar napraatten en op de gewone man neerkeken als op  ‘de massa die de wet niet kent’.

Zo kan het gaan als je het allemaal zo heel zeker weet: hoe het zit, hoe het moet;  dat je niks kunt en niks meer hebt met mensen die in jouw ogen er niks van bakken en er niks aan doen:  het is toch wat, je snapt niet dat…je ziet maar wat er van komt als je niet gelooft en niet meer naar een kerk gaat…. Voor we het weten kijken wij ook zo om ons heen, en denken we zo en praten we zo:  dat volk dat de wet van God niet meer kent, die lui die alles doen wat God verboden heeft, het is toch wat….! En misschien denken we zo ook van over die broer of zus in de kerk die ruimer denkt en doet dan wij denken  dat goed is, zijn kinderen in jouw ogen te vrij laat,of de zondag anders invult dan ‘het hoort’.

Nee, niks mis ermee als daarover gepraat wordt – niet over maar met elkaar – als we elkaar scherp houden en van hart tot hart – en dus eerlijk en tegelijk liefdevol – met elkaar in gesprek blijven.

Maar wie leerling van Jezus geworden is en bereid is tot levenslang leren, heeft een open houding. Leerling zijn is per definitie dat je nog niet alles weet, dat je open staat voor nieuwe informatie en dat je ook bescheiden bent tegenover anderen, als allemaal nog op les, leerbaar, met een open mind.

Je wilt je ook laten verrassen, al bijbel lezend, in gesprek met elkaar, en onderweg door de tijd heen. En dan doe je elke keer nieuwe ontdekkingen, b.v. als je bijbel leest: hé, staat dat er ook, dat was me nooit opgevallen, daar heb ik blijkbaar steeds overheen gelezen; en wat actueel is wat God lang geleden al zei, het zou vandaag geschreven kunnen zijn, of: wat verrassend hoe die dominee deze tekst uitlegt, dat geeft weer wat om over na te denken.

Kijk, en dan gaan oude teksten opnieuw leven, voor ons bijna tweeduizend jaar nadat de bijbel klaar was. Ja de bijbel was wel klaar, maar God nog lang niet; God bleef doorspreken en doorwerken, ook nadat Johannes zijn boek Openbaring had afgesloten door een amen onder te zetten, en al die Bijbelboeken tot dat ene boek van God gebundeld waren, in een tijd waarin de bijbel nog steeds wordt vertaald en gelezen en bepreekt.

Jezus zegt in de tekst dat als je leerling van Hem bent, gericht op zijn rijk, op zijn nieuwe wereld, dat je dan bent als iemand die beschikt over een hele voorraad schatten, zowel oude als nieuwe – en we zagen dat het allereerst sloeg op zeg maar het oude verbond met Israël en het nieuwe door Jezus.

Maar voor ons en de mensen in onze tijd is de bijbel als geheel een oud boek van bijna tweeduizend jaar, en dan komt de vraag op je af wat een boek uit zo’n andere tijd nog te zeggen heeft voor onze tijd met zoveel veranderingen en nieuwe ontwikkelingen:  zit in die schatkist nog wel wat voor ons?

dia 9 Dan is belangrijk wat ik net aangaf: de bijbel is wel afgesloten maar God werkt en spreekt nog altijd. Het is ook te kort door de bocht dat die voorraadkamer met oude en nieuwe schatten de bijbel is. Jezus vertelde juist over een schat die in een akker verborgen was dat dat het kostbare is van het leven met God in zijn nieuwe wereld, de rijkdom die niemand je kan afpakken maar die blijvend is. En Paulus heeft het over Christus zelf  “in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen”. Dus eigenlijk is Jezus zelf de schatkamer, zijn persoon, zijn houding, zijn woorden, zijn voorbeeld.

Die schatten kun je ontdekken in de bijbel op elke bladzijde, maar ook door de Heer te zoeken in je gebed,door liederen over en voor Hem, door de ontmoeting met mensen, door dienstbaar te leven, door Gods werk te ontdekken in de natuur, zijn schepping.

Maar,  als je dan alles wat je mag weten over God en wat de bijbel aanreikt, dichttimmert en er een systeem van maakt wat kloppen moet en waar niks bij kan en niks aan mag veranderen, dan kun je ook niet groeien in geloof, in hoop, in dienstbaarheid; zomaar wordt stilstand dan achteruitgang. Terwijl juist als je leerling geworden bent en blijven wilt, dat een open houding meebrengt, van met wat je meegekregen hebt aan de slag gaan en op zoek gaan, om Gods stem op te vangen en het evangelie van Jezus in je eigen leven en de wereld van vandaag handen en voeten te geven. Zoals in een lied: “laat dan mijn hart u toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren, om al uw tekens te verstaan” – en in een ander lied: “samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer” – langs die weg die open is, naar de Vader en naar elkaar – de weg Jezus!

dia 10    3. dan zijn we ook gericht op de ander

  Ja, want die schatten die Jezus ons in handen geeft, die we mogen ontdekken in de omgang met Hem, in het lezen en overdenken van zijn woorden, en ook in de omgang met mensen, die schatten hebben we niet gekregen om ze angstvallig voor onszelf te houden, maar om ze met elkaar te delen en aan andere mensen uit te delen – u en jij zelf, en wij samen als Jezus’  kerk.

In  de tekst staat dat die huismeester, die schatbewaarder, oude en nieuwe dingen uit zijn voorraad naar buiten brengt:  om ze aan anderen te laten zien – en dan wordt hetzelfde woord gebruikt dat we tegenkomen voor het uitsturen van Jezus’ leerlingen met zijn goede nieuws.

Dus als we Jezus goed begrepen hebben zijn we als zijn leerlingen op elkaar en anderen gericht. Willen we al die schatten van Jezus met elkaar delen en aan de mensen om ons heen uitdelen. En verrijkt ons dat extra, want gedeelde vreugd is dubbele vreugd en twee weten meer dan een.

Denk ook maar aan die gelijkenis van de zaaier: het zaad dat in goede aarde valt levert goed koren op, met wel honderd of zestig of dertig graankorrels – betrek het maar op jezelf en vraag je af hoeveel uw/jouw leven oplevert voor God, voor elkaar en voor anderen, en voor  jezelf.

dia 11 

Om mee te nemen voor deze week:

*   hecht ik vooral aan het oude of sta ik ook open voor nieuwe dingen, in de omgang met God en met de bijbel en met mensen?

en:

* hoe kan ik de rijkdom die God mij geeft, delen met anderen in de kerk, en met andere mensen in mijn omgeving?

Hebben jullie, heb ik,  het allemaal goed begrepen?

Ja, Heer, maar wilt U me helpen om het dan ook te doen, en…. geef dat ik elke dag wil bij-leren en mag af-leren.

                                                                amen

 

 liturgie morgendienst

votum en groet

zingen:          Ps. 19: 1,3

wet van God (Ex.20 en Matt. 5: 17; 7: 21 en 28-29)

zingen:          Ps. 19: 4,5

gebed

Schriftlezing:   Matt. 13: 1-23; 44-58

zingen:          Lied 326: 1,2,3,4

verkondiging: Matt. 13: 52

zingen:          Lied 326: 5

gebed

collecte

zingen:          Lied 299: 1,3,4,10

zegenw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *