Wie is geschikt voor deze taak? (bevestiging van een ouderling)

2 Korintiërs 3: 6
Beste broeder Jannes Bouma, u en jullie, gasten, samen gemeente van Christus, “Wie is geschikt voor deze taak?” Kun je je afvragen als je nadenkt over een taak van geestelijk leiding geven aan een gemeente. Er komt heel wat op je af, het vraagt tijd en aandacht, en je krijgt te maken met weerstand. Wel heel mooi om je talent en ervaring in coaching in te brengen als ook van God gekregen, maar toch kan die vraag je bezighouden: hoe ga ik het doen, wat gaat het worden, en hoe kan ik steeds weer de inspiratie, het vertrouwen, en de blijdschap opdoen voor die taak?

“Wie is geschikt voor deze taak?”

Vraagt Paulus zichzelf en zijn lezers met het oog op die geweldige taak die hij op zich had genomen en die de opdracht is van de gemeente in een wereld die God wil terugwinnen. Daar is de apostel als je hem zo leest heel positief en hoopvol over: de gang van het evangelie van de grote God en Heer is als de triomftocht van een generaal of de keizer die zijn vijanden heeft verslagen en die nu zijn overwinning viert en de krijgsgevangenen met zich meevoert. Het wonderlijke in hoe Paulus daarover schrijft is dat hij zichzelf niet ziet als zo’n generaal maar als een krijgsgevangene van de overwinnaar Christus: “God zij dank dat Hij ons, die één zijn met Christus, in zijn triomftocht meevoert” – misschien denkt Paulus wel aan hoe hij indertijd zelf met een garnizoen soldaten op weg was tegen Christus en zijn volgelingen en toen werd gearresteerd door de Heer vanuit de hemel en vanaf dat moment in zijn dienst is gekomen. Paulus en zoveel anderen met hem en na hem – en ook wij vandaag – zijn het levende bewijs dat nog altijd de Heer overwint: over de zonde, het ongeloof, de dood, de ondergang – ’toch overwint steeds weer de genade en maakt een einde aan de nacht’ – dankzij het Licht voor deze wereld.

Nou, en precies dat is het waar Paulus de moed en het vertrouwen ontleend om vol te houden. Ja, ook in, en met het oog op die gemeente in Korinte waar nogal wat kritiek op hem werd geuit, en zelfs negativiteit heerste over zijn persoon en zijn optreden, en over  zijn manier van preken. Lees de eerste hoofdstukken en ook 10: 10 waar Paulus schrijft” “Er zijn er die zeggen: ‘in zijn brieven slaat hij weliswaar een gewichtige toon aan (heeft hij een grote mond) maar zijn persoonlijk optreden is zwak en wat hij zegt heeft weinig te betekenen” ; het zal je maar gezegd worden, dat is niets minder dan dat je integriteit in twijfel wordt getrokken en je als persoon onderuit wordt gehaald. Het kan je ook als ouderling of diaken of dominee overkomen dat je negatieve opmerkingen of een negatieve houding tegenkomt, en je komt ook jezelf tegen, met je zwakke punten en je gemiste kansen, en het is goed ervoor open te staan dan anderen je wijzen op wat jouw blinde vlekken zijn. Paulus doet zelfs geen poging het mooier voor te doen dan het is, hij erkent dat ook hij zijn zwakke punten heeft:  “toen ik bij u kwam beschikte ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid en wijsheid” (I,2,1) ….”bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker” (I,2,3) – maar die zwakheid is nou juist de kracht van wie het evangelie brengen want dan komt de kracht van God tot zijn recht, want is het niet de boodschapper maar de boodschap die overtuigt en zijn kracht bewijst: “omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid” (II,12,10) – alle eer voor  God!

“Wie is geschikt voor deze taak?”
kun je je afvragen als je geroepen wordt om in de kerk samen met anderen geestelijk leiding te geven, in dienst van God en dienstbaar aan mensen. Paulus wijst de richting als hij niet zichzelf verdedigt door te wijzen op wat hij allemaal van huis uit heeft meegekregen en er in zijn latere leven heeft bijgeleerd, en aan competenties in huis heeft. Het mag er allemaal zijn en het mag worden ingezet , maar wat je hebt, is gekregen van God zelf. Paulus schrijft, met het oog op zichzelf en zijn medewerkers van toen en later:  “Niet dat wij vanuit onszelf zo bekwaam zijn dat we dit als ons eigen werk kunnen beschouwen; onze bekwaamheid danken we aan God.  Hij heeft ons bekwaam gemaakt om het nieuwe verbond te dienen”.

Over hoe God dat doet in mensen – in jou, Jannes, maar ook in de mensen van je wijk – in u en in jou – zo meteen nog wat meer – nu eerst even over dat om dat ‘om het nieuwe verbond te dienen’. Dat maakt trouwens tegelijk al meer duidelijk over hoe God door zijn Geest in mensen wil werken. Bij dat ‘nieuwe verbond’  moet u niet meteen en alleen denken aan het Nieuwe Testament in de Bijbel, al heeft dat er natuurlijk wel mee te maken – en het oude verbond is niet 1 op 1 het O. T. Nee, het gaat vooral om een heel nieuwe en andere en diepere manier van omgaan met God. Dat staat er ook bij:  “niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest”. Waarmee niets ten nadele gezegd wordt van hoe God dat deed in de tijd van Mozes – met de tien geboden en allerlei andere goede leefregels – maar God is wel verder gekomen, dankzij Jezus zijn Zoon en door het krachtige werk van zijn Heilige Geest in de levens van mensen.Wat trouwens al door profeten als Jeremia,  en Ezechiël aangekondigd was: “dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven” – en als dat gebeurt zullen mensen de HEER echt kennen. ‘Kennen’  niet als veel over God weten maar een relatie met Hem hebben als met je Vader, en ervaren wat het is dat God je liefhebt en dat jij Hem liefhebt, en dat je leven en ook je omgang met God en met elkaar in de gemeente, en met mensen om je heen, grondig gaat veranderen. Ik denk aan wat de Heer zelf met een beeld aangeeft: “Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft” – en daar bedoelde Jezus de werking van de Heilige Geest mee die je leven nieuw maakt en fris – Gods liefde die je vult en ook doorstroomt naar anderen.

Kijk, en zo valt dat puzzelstukje over ‘de letter die doodt en de Geest die levend maakt’, op zijn plek. Die zin bij Paulus is niet een onderwaardering van het OT of van de wet, of van de bijbel, als maar dode letters;   dat staat er trouwens ook niet, dat de letter dood is, er staat:  de letter doodt. Dan gaat het over de wet – of breder:  de woorden die God in de bijbel heeft laten opschrijven – als die op een afstand blijven, als je die op een afstand houdt van je eigen leven en niet je eigen maakt als woorden die jou en mij tot leven willen laten komen, die ons raken en ons veranderen. Zoals vaak gebeurde met Israël – en ook zomaar met ons kunnen gebeuren – dat we wel heel wat horen en ook wel onderschrijven,  maar zonder dat Gods liefde ons raakt en in beweging brengt. Maar dan is ons bijbel lezen en ons preken houden en naar preken luisteren niet echt tot zegen en niet verrijkend,  maar dan zal het ons veroordelen:  omdat we het wel wisten maar er niet naar hebben gedaan; omdat we wel over God hebben gepraat en van God hebben gezongen maar niet met God hebben geleefd;  omdat niet we niet echt vol waren van Gods liefde voor ons en daarom ook niet door ons heen de vonk van die liefde over kon springen op anderen om hen te verwarmen. Dan zal het effect zijn wat hier staat dat de letter dodelijk is – dat we niet groeien maar doodlopen. Een uitlegger zegt terecht:  “Als je denkt dat je genoeg hebt aan het verstandelijk lezen en uitpluizen van de Bijbel, dan heb je het nieuwe verbond niet begrepen. De basis van dat nieuwe verbond is namelijk dat God ons van binnenuit wil leiden door Zijn Geest”. Dat vraagt een andere manier van omgaan met de bijbel, een andere manier van lezen en overdenken en aanvaarden, en dat kan niet zonder gebed; dat gaat ook niet vanzelf maar dat vraagt overgave en open staan voor wat God wil zeggen, en ook openstaan voor elkaar en leerbaar zijn, zodat we kunnen groeien.

Weer die vraag:  voor jou en ons met de taak om geestelijke leiding te geven, voortrekkers en ook voorbeelden te zijn, maar net zo goed voor ons allemaal als mensen die Jezus willen volgen en als het goed is het licht en de warmte van Gods liefde verspreiden: “wie is geschikt voor zo’n taak?”  – als ik afga op mezelf en eerlijk naar mezelf kijk, is het antwoord niet zo lastig: ik in elk geval niet – en u, jij? Dat antwoord van Paulus is dan bevrijdend en wijst de weg:  God kan en wil me geschikt maken, door zijn Geest, op mijn gebed, en samen met zoveel anderen die zich laten leiden door de Geest. Als we het van Hem verwachten, als we bidden om vervulling met de kracht van de Heilige Geest en de macht van Gods liefde, als we,  zoals Paulus ergens anders schrijft, het vuur van de Geest steeds weer aanwakkeren en laten opvlammen, en elkaar benaderen vanuit de liefde van God in Christus, dan wil God zijn kracht door onze zwakheid heen aan het licht laten komen en ons doen ervaren.

Dan ben je als ouderling niet een inspecteur of een bestuurder maar een geestelijke coach, die de weg wijst maar vooral die weg zelf gaat, niet boven de mensen maar naast hen, en samen gedreven door de liefde van Christus – naar weer een woord van Paulus even verder in deze brief: “Wat ons drijft is de liefde van Christus, omdat we ervan overtuigd zijn dat één mens (Jezus) voor alle mensen is gestorven. opdat de levenden (wij dus) niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en opgewekt” (5:14-15) – wij, samen dus, als levende gemeente.

In dat stukje dat we hebben gelezen staat ook dat geweldige over de gemeente, over de kerk: “U bent zelf een brief van Christus, door ons opgesteld….., niet met inkt geschreven maar met de Geest van de levende God”, en die brief is “voor iedereen te zien en te lezen”. Zie vs. 2 en 3. Lees dat  niet verkeerd, als bevel, als  opdracht aan de gemeente: zorg maarl dat je een leesbare brief van Christus bent, b.v. door te evangeliseren, en door een levenswandel die onbesproken is. Nee, het staat hier als een feit, en dat nota bene met het oog op een kerk waarin veel gedoe was en veel misstanden en zelfs dwalingen voorkwamen, en verdeeldheid heerste:  jullie zijn een brief van Christus, die wij in ons hart meedragen, en die voor iedereen te zien en te lezen is.

Wat een bemoediging, ook bij zorgen die je over de kerk kan hebben en van alles waar je het niet mee eens of niet over eens bent – ook en juist tegen die christenen in Korinte zegt Paulus. dat jullie er zijn als kerk van Christus in Korinte, is het levende bewijs dat Christus leeft en werkt, dat de Heilige Geest harten van mensen raakt en levens van mensen kan veranderen.

En dan komt er vervolgens ook een opdracht in mee, en een visie om mee aan de slag te gaan, met die vraag wat lezen we dan als we elkaar bezig zien, en wat lezen de mensen van ons af? Zijn we – ons jaarthema – omdat we met Christus verbonden zijn, ook met elkaar verbonden, en waar merken we dat aan en wat doen we eraan als het eraan schort, en hoe kunnen we wat we aan rijkdom hebben, delen met elkaar en uitdelen aan anderen – en elkaar en hen dat voorleven?

Dan gaat met ons gebeuren – door Gods genade en onder leiding van zijn Geest wat dat
psalmvers ons laat zingen: “in alles wat uw Geest heeft ingezet moge mijn hart – en mijn leven – één en ondeelbaar wezen. Dan zal ik – zullen wij – onbesmeurd en onbesmet, uw naam in heel mijn – heel ons – leven laten lezen” (Psalm 119).

“Wie is geschikt voor deze taak?”
God heeft ons geschikt gemaakt en wil ons steeds weer geschikt maken om in zijn nieuwe verbond Hem te dienen, en elkaar – door zijn Geest die leven is en levend maakt – dan gaat door zijn kracht ook hier iets moois groeien! Zeker weten!

amen

liturgie morgendienst zondag 3 november 2013
votum en groet
zingen:     Gz. 38 (1-4)
gebed
Schriftlezing:    2 Kor. 2: 14 – 3: 6
zingen:    Ps. 63: 1,2
verkondiging:  2 Kor. 3: 6
zingen:    Lied 481 (1-4)
bevestiging
zingen:    Gz. 64 (1-4)
de wet van de liefde
zingen:    Ps. 119: 30,40
gebed
collecte
zingen:    Gz. 167 (1,2,3)
zegen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *