Marcus 14: 3-9: Jezus door een vrouw gezalfd

liturgie morgendienst zondag 3 maart 2013

 

(gezongen) votum en groet

zingen:        Ps. 56: 1,3

wet van de HEER

zingen:        Ps. 56: 4

gebed

Schriftlezing:   Marcus 14: 1-16

zingen:      Lied 178: 1,3,4,10

verkondiging:  Marcus 14: 3-9

zingen:      Gz. 46 (of: Gz. 89: 1,49

gebed

collecte

zingen:      Ps. 116: 7,8,9,10

zegen

———————————————————————————————————————-

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

Voorbereiding.

Vandaag, in deze dienst, en de week die volgt, bereiden we ons voor op het avondmaal.

En de periode van het kerkelijk jaar waarin we zitten, is voorbereiding op het paasfeest.

Want we willen bewust avondmaal vieren, het vieren zoals de Heer het heeft bedoeld.

We willen ook echt en bewust Paasfeest gaan vieren: Jezus leeft, en Hij geeft ons leven.

 

Voorbereiding.

Daar draait het ook om in dat gedeelte van het evangelie dat we hebben gelezen.

Het was de tijd van de voorbereiding op pesach, het paasfeest van het volk Israël, het feest

van de bevrijding van Gods volk van de slavernij in Egypte, en dieper nog: het feest van

de bevrijding uit de wurggreep van zonde en straf, van onderdrukking en ondergang – en

dat feest moest je bewust vieren, om ook echt blij te zijn met de bevrijding die God gaf.

Dat voorbereiden gebeurde ook praktisch: door alles wat riekte naar bederf – zoals wat

er nog lag aan verzuurd brood en ander bederfelijk en bedorven spul – op te ruimen, en

ook – kijk naar Jezus’  leerlingen – om alles klaar te maken voor het jaarlijkse pesachmaal.

 

Voorbereiding:  het feest van pesach en van het Ongedesemde brood gaat beginnen.

Ja maar deze keer heeft het een veel diepere laag en een veel verstrekkender betekenis.

Waar het vooral om draait in wat we hebben gelezen is de voorbereiding op de slachting

van het grote en echte Paaslam, op het sterven van Jezus, om Gods volk voorgoed te

bevrijden uit de wurggreep van zonde en dood, door zichzelf daarvoor op te offeren.

Daar bereidt de Heer zichzelf op voor en daar wil Hij zijn leerlingen op voorbereiden.

Wat maar niet leek te lukken want die leerlingen begrepen het niet en wilden er niet aan.

 

 Ja, en je ziet ook dat van allerlei kanten mensen daarmee bezig zijn, ieder met zijn eigen

agenda:  “de hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om hem

door middel van een list gevangen te nemen en te doden” – en een eigen leerling, Judas

“zon op een mogelijkheid om hem op een geschikt moment uit te leveren” –  die psalm

dus:  “zie hoe zij  mij benauwen; de hele dag verdraait met wat ik zeg, zij spannen samen

in duister overleg, bespieden zelfs mijn schreden op de weg, zij loeren op mijn leven”.

                                                             

Kijk, en dan is daar ineens die vrouw die op Jezus afstapt en een fles peperdure parfum

zomaar over Jezus uitstort, en dat – zegt de Heer – ter voorbereiding op mijn begrafenis.

Tussen al die mannen vol haat of onbegrip – die ene vrouw die al die mannen te sterk is…..

 

Jezus door een vrouw gezalfd

1.  zij heeft haar liefde Hem getoond

2.  door dit teken van wat komen moest,

3.  zodat van haar werk gesproken blijft

4.  en haar geloof navolging verdient….

 

1.  zij heeft haar liefde Hem getoond

 

We zijn getuige van een feestmaal, waar Jezus en zijn leerlingen bij aanwezig waren.

Volgens Johannes – die  er zelf bij was geweest – was dat zes dagen voor het paasfeest

waarop zijn Meester zou worden gekruisigd en begraven – en waren daarbij ook Jezus’ vriend Lazarus

die Hij net uit de dood had opgewekt, en zijn zussen Marta en Maria erbij.

Niet in hun huis deze keer – dat vertelt Marcus dan weer – maar bij een zekere Simon van

wie wordt vertaald dat hij melaats was geweest of een andere huidziekte had gehad – en

waarschijnlijk dat hij daarvan door Jezus was genezen – er was genoeg te vieren samen!!

Johannes zegt erbij dat het een maaltijd was ter ere van Jezus – van dankbare mensen.

 

Kijk, en daar ging het precies ook om in die onverwachte en schokkende actie van dievrouw

die ineens naar voren kwam met een fles met heel dure parfum   en die maar niet

een klein beetje uit die fles over Jezus uitgoot maar de hals van dat mooie flesje brak en

alles over Jezus uitgoot tot de laatste druppel toe – zodat het hele huis ervan ging ruiken.

 

De naam van die vrouw staat er niet bij maar Johannes vertelt dat die vrouw Maria was,

de zus van Marta en Lazarus, en dat ze ook nog de voeten van Jezus droogde met haar

haren – het was allemaal heel bijzonder en het kwam haar te staan op geërgerde reacties:

wat overdreven allemaal, en wat zonde van dat geld – een fles parfum zo duur dat een

gewone werkman er een heel jaarsalaris voor zou moeten neertellen, wat zou je niet

allemaal kunnen doen voor zoveel geld, b.v. arme mensen helpen met eten en kleren.

 

Je kunt je er iets bij voorstellen dat sommige aanwezigen het allemaal maar raar vonden

en dat de verwijten niet van de lucht waren: wat een verkwisting, zoveel geld over de

balk smijten voor dit ene moment, wat zal Jezus hier wel van vinden die nooit veel voor

zichzelf opeiste maar altijd anderen wilde helpen en dienen, en die zo vaak sprak over

zorgen voor armen en weduwen en wezen, en dat je uit moest zijn op aardse schatten…

Denk ook aan die rijke jongeman die te horen kreeg dat als Hij echt alles ervoor over

had om Gods koninkrijk binnen te komen, hij alles moest verkopen en aan de armen

geven en dan Jezus volgen – zat die Maria dan niet helemaal fout met die dure fles?

 

Maar wie verwacht had dat de Heer zou meegaan met die kritiek en dat Hij Maria wel

op haar nummer zou zetten, tenminste zou zeggen: dat had je nou niet moeten doen –

die komt bedrogen uit want Jezus nam het voor haar op en prees haar juist om wat ze

had gedaan – en vooral om wat er bij Maria achter zat: “laat haar met rust en val haar

niet lastig want ze heeft ‘iets goeds voor Mij’ gedaan…wat ze had, heeft ze gegeven.

Zeg maar: haar liefde voor Jezus was niet in geld uit te drukken, voor Jezus had ze alles

over, en dat wilde ze haar Heer en Meester laten merken, juist nu, ik moest aan dat lied

denken en neem dat voor wat Maria betreft maar heel letterlijk:   “neem mijn zilver en

mijn goud, dat ik niets aan U onthoud, neem vooral mijn liefde, Heer, ik leg voor u haar

schatten neer, neem mijzelf en voor altijd, ben ik aan U toegewijd”.

 

In dat lied dat op de handout staat – Gezang 46 – wordt dichterlijk en beeldend dat kruikje

dat Maria stuk brak betrokken op ons hart: “mijn hart dat tot U openbreekt, en neem dan

alle lof en dank als mirre aan, als een geschenk voor altijd” – denk aan die wijzen uit het verre

oosten die het koningskind in Betghlehemdure cadeaus brachten: goud, wierook en mirre…

en vraag jezelf af hoeveel Jezus je waard is, en hoe dat inhoud krijgt in je leven van elke dag.

 

Want geloof maar:  –al wat gedaan werd uit liefde tot Jezus – en dat kan van alles zijn

en kan van persoon tot persoon verschillen –  houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.

 

 2.  door dit teken van wat komen moest

 

Er is meer dan dat Maria haar liefde toonde aan Jezus op zo’n uitbundige manier – dat had

ook wel anders gekund, en Jezus zegt zelf dat zorg aan de armen topprioriteit is: “de armen

zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer jemaar wilt…” –  en

daarom is wat Maria deed met die parfum, niet iets dat goed is onder alle omstandigheden.

Je kunt er ook niet uit afleiden – wat ik tegenkwam in een rooms-katholiek commentaar op

Marcus – dat de kritiek op de geldverslindende eredienst van de RKK weerlegd kan worden door

wat  de Heer zei ter verdediging van die geldverslindende daad van Maria – want Jezus bedoelt:

 hier en nu heeft zij een goede daad voor Mij gedaan, er staat letterlijk zoiets als: “zij deed wat

zij te doen had bij deze gelegenheid – en dat heeft alles te maken met het lijden en sterven van

Jezus dat vlak voor de deur stond:  ze heeft Jezus’ lichaam gezalfd m.h.o. op zijn begrafenis.

 

Ja want die grote hoeveelheid parfum is meer dan nodig is om iemand van wie je houdt te verrassen met een lekker geurtje – dat zou inderdaad verspilling zijn, zonde van die dure fles en van al dat geld! Als je al zo’n duur geurtje wil geven, zorg dat de ontvanger daar heel veel langer plezier van heeft – dan is het toch een domme actie om alles in een keer leeg te gieten?

Maar wat Maria dreef was het besef dat haar geliefde Meester voor het laatst bij hen was, en

dat dit de laatste mogelijkheid was om Hem haar liefde te tonen en Hem te eren – en dat het

echt om de laatste eer ging – wat ze al lang wilde doen, kon nu nog, straks was het te laat!!!

Vandaar de reactie van Jezus op de kritiek van die mopperende mannen met als argument dat

al dat geld beter naar de diaconie had gekund: armen blijven altijd, Ik zal niet altijd bij jullie zijn.

 

Daarom was die daad van Maria meer dan een bewijs van haar liefde een bewijs van haar geloof.

Zij voelde maar niet maar zijn geloofde wat de Heer meer dan eens had gezegd maar waar die

mannen om Jezus heen maar niet aan wilden en niets mee konden dat Hij in Jeruzalem zou

worden uitgeleverd en gearresteerd, gekruisigd en gedood, als betaling van veler zonden.

 

Je kunt het vrouwelijke intuïtie noemen, het aanvoelen van de steeds dreigender wordende

sfeer om Jezus heen, de vijandschap van de leiders van het volk, dat was het ook – terwijl al die

mannen druk waren met zichzelf, met wie de belangrijkste zou zijn in Jezus’ koninkrijk, en hoe

het moest met het geld, voelde Maria aan dat het een heel andere kant opging met Jezus  – ja

maar, haar zus Marta had dat niet, die was ook nu weer de bezige bij, druk met bedienen van de gasten, om er voor Jezus en de anderen een mooi feest van te maken, terwijl we Maria kennen

als de vrouw die vooral naar het onderwijs van Jezus wilde luisteren, en die haar zus en broer

en de andere aanwezigen voor was in het verwerken van wat Jezus allemaal had gezegd…

 

Zo’n grote hoeveelheid dure parfum over iemand uitgieten, dat deed je normaal niet -alleen

als je een koning eer wilde brengen – denk maar weer aan die wijzen uit het oosten – en als je

een vooraanstaande dode de laatste eer wilde brengen en het lichaam wilde balsemen om zo

de geur van de dood te verdrijven – nou en alle twee bracht Maria tot die bijzondere daad:

Jezus was de grote koning die recht had op alle eer, en die Koning ging bijna sterven en zou

begraven worden, en daarom wilde ze Hem haar laatste eer brengen, nu dat nog kon – dat lied

heeft het goed: “vreugde-olie en geur van rouw, teken van wat komen zou” – en van GELOOF.

In de lijn van wat haar Heer bij een eerdere gelegenheid over haar had gezegd, toen haar

zusMarta vond dat Maria wel eens kon komen helpen in de keuken, dat maar één ding noodzakelijk

was en dat Maria de beste keus gemaakt had die je kunt maken, iets dat niemand je ooit nog kan

afpakken, en dat is gelovig luisteren naar de woorden van Jezus en daaruit leven.

Een uitlegger zegt: “Zij –  Eva’s dochter (‘een vrouw’) -is de enige die Jezus van tevoren geëerd heeft om zijn offerbereidheid.  En zij doet dit gelovig, dankbaar: haar liefde is niet in geld uit te drukken.

De geur ervan overvleugelt alle kortzichtige woede van de leerlingen”.  We lezen niet hoe Maria op

die grote monden en die harde verwijten van die mannen reageerde, haar daad overtuigt zonder woorden en haar liefde die door de Heer aanvaard wordt is al dat gepraat van die mannen te sterk.

Daarin kan Maria ons tot voorbeeld zijn: nemen we de tijd om wie Jezus is en wat Hij voor ons deed te overwegen, op ons in te laten werken, op waarde te schatten – of zijn we daar te druk voor, te gestresst, te bezig? – laten we goed voorbereid leven, met een luisterend oor en een luisterend hart – omdat het bijna Pasen is.

 

 3.  zodat van haar werk gesproken blijft

 

Niet alleen tijdens dat samenzijn in dat huis van Simon prijst de Here Jezus haar geloof en liefde.

Ook in de jaren en eeuwen daarna, tot in onze tijd toe, wordt wat zij deed met eer vermeld.

De Heer gebruikt sterke taal – en let erop dat Hij vooral die kritische aanwezigen aanspreekt :

“Ik verzeker jullie – amen, vast en zeker, zeg ik jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws

verkondigd wordt, zal ook, ter herinnering aan haar, verteld worden wat zij heeft gedaan”.

Blijkbaar hebben de aanwezige latere apostelen en evangelisten dat in hun oren geknoopt.

In het verslag van drie van hen komt het terug: Matteüs, Petrus uit wiens mond Marcus het

heeft opgeschreven, en Johannes – alleen Lucas heeft het niet, maar hij was er ook niet bij.

 

En wij kunnen nog altijd die eervolle vermelding lezen en overdenken, als onmisbaar in het

verhaal van het lijden van onze Heer: het geloof van deze vrouw tussen zoveel ongeloof en

onbegrip zelfs onder vrienden, geloof dat door liefde gedreven in actie kwam – het geloof van

die ene vrouw die de Heer steun gaf op zijn weg naar kruis en graf – als een vroege lentebode.

Laten die leerlingen die nog zover achterblijven op dat moment vooral haar naar voren halen

als ze later het evangelie van het lijden en sterven van hun Heer doorgeven en opschrijven.

Die liefdegeur – om het te zeggen met oud psalmvers – moet elk tot liefde nopen=stimuleren.

Later komt het als beeld terug bij Paulus met het oog op datzelfde evangelie dat hij brengt en

hij het dan heeft over de kennis van Christus als een aangename geur, die leven schenkt.

Vergeet haar dan niet, die vrouw die door geloof en met liefde als eerste die geur verspreidde.

En denk door naar die vrouwen die op Pasen voorop gingen toen mannen het lieten afweten.

Wie zijn eigenlijk de eerste evangelisten geweest – wie de bijbel eerlijk leest, kan het weten!

 

 4.  en haar geloof navolging verdient….

 

Ter herinnering aan haar – of – sterker – meer letterlijk – tot haar gedachtenis – en het bijbelse

gedenken is meer dan je iets of iemand herinneren – daar zit altijd in dat je er wat mee doet.

Zoals later in Heb. 13: 7 over wie ons zijn voorgegaan:  -“neem een voorbeeld aan hun geloof”.

Dat begint met als Maria je aan je Heer toevertrouwen die zijn leven ook voor jou wilde geven,

en dan ook je leven aan Hem wijden en in zijn voetspoor van liefde en dienstbaarheid gaan.

Ja, en dan komen ook die armen in beeld, dichtbije en verre naasten die onze hulp nodig hebben.

Vergeet niet wat de Heer ook zei: “de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen

bewijzen wanneer je maar wilt” – ze vonden dat geld voor die nardusolie toch beter besteed aan de armen, nou,  niets staat hen en ons in de weg dat dan ook in praktijk te brengen, en zo de liefde tot de Heer handen en voeten te geven – zoals Hij het zelf heeft gezegd – lees maar Matt. 25

“…ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.”  37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” 40 En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”

 

Dat is geloof dat niet in woorden verzandt maar door liefde tot daden komt en de geur van haat en  dood verdrijft; geloof dat metterdaad is een levensgeur dat leven brengt, en mensen doet opleven.

 

We eindigen met dat lied op de handout:  “Gij hebt aan mij Heer Jezus, uw goede dood gedaan. Gezegende naar wie ik tast, aanzie het kruikje van albast, mijn hart dat tot U openbreekt, en neem dan alle lof en dank als mirre aan, als een geschenk, voor altijd.”      *

 

                                                                        amen                         

 

 

 

*  Gezang 46 (Geref. Kerkboek)

 

1

Maria heeft aan Jezus

een goede daad gedaan.

Zij heeft haar liefde Hem getoond,

met stromend goud zijn hoofd gekroond,

de weelde van haar hart heeft zij

zo overvloedig uitgestort,

dat van haar werk gesproken wordt

voor altijd.

2

Maria heeft aan Jezus

een goede daad gedaan.

Die zij met nardus overgoot,

geen dood is rijker dan zijn dood.

Die zij met balsem heeft gezalfd

gaat op naar zijn begrafenis,

omdat het bijna Pasen is

en hoog tijd.

3

Gij hebt aan mij, Heer Jezus,

uw goede dood gedaan.

Gezegend naar wie ik tast,

aanzie het kruikje van albast,

mijn hart, dat tot U openbreekt

en neem dan alle lof en dank

als mirre aan, als een geschenk

voor altijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *