Joh. 2: 11b en Openb. 19: 9a: De beste wijn voor het laatst bewaard (overdenking viering avondmaal)

liturgie morgendienst zondag 13 januari 2013

 

votum en groet

zingen:   Ps. 96: 1,4,5

wet van de Heer

zingen:   Ps. 96: 8

gebed

Schriftlezing:  Joh. 2: 1-11

zingen:   Lied 156: 1,9,10,11

verkondiging: Joh. 2: 11b en Openb. 19: 9a

zingen:   Lied 288: 5,6,7

gebed

collecte

zingen:   Ps. 116: 7

av. formulier II

1e tafel  – gebed/opwekking/viering/ Z: Ps. 23: 3

2e tafel  – lezing:  Matt. 26: 27-30  /  Z: Ps. 118: 9

3e tafel  – lezing:  Opb. 19: 6-8      /  Z: Gz. 101: 5

4e tafel  – dankzegging (2)             /  Z: Gz. 109: 1

zingen:   Lied 432: 1,3

zegen

———————————————————————————————————–

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

‘Op de derde dag was er een bruiloft’.

Dat was nadat twee dagen eerder Jezus in totaal zes leerlingen aangetrokken had.

Daarna komen er nog zes bij, maar eerst is er wat anders dat Jezus prioriteit heeft:

mannen, Ik heb een bruiloft, daar ga ik heen, jullie mogen allemaal met Mij mee.

Dat begint goed, denk je misschien: net op cursus of net een nieuwe baan en dan de

eerste week al uit eten of een bedrijfsuitje, dan bof je wel, en dat smaakt naar meer!

Wat die eerste leerlingen van Jezus hebben gedacht, wordt niet verteld maar laat zich

wel een beetje raden: ze zijn op zijn minst verbaasd geweest: dit had ik niet verwacht!

Ja want tenminste vier van de zes waren tot dan toe leerlingen geweest van Johannes

de Doper, de man van de sobere levensstijl en van de onthouding en de boetepreken.

Je  weet: “Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel,hij

leefde van sprinkhanen en wilde honing” – “wijn en andere gegiste drank zal hij niet

drinken”  was al voor zijn geboorte aangekondigd, door de engel aan vader Zacharias.

 

Een zonderling en geheelonthouder die Johannes, die leefde in de woestijn en vast niet

in was voor zo’n luidruchtige boerenbruiloft met muziek en dans, en met veel drank.

Maar Jezus: Hij is nog maar net begonnen of Hij stort zich met zijn familie in een feest.

Een feest, een bruiloft, die naar de gewoonte van die tijd maar liefst zeven dagen duurde, met muziek en dans, veel eten en heel wat goede glazen wijn, en met niet iedereen nuchter.

Wat blijkt uit de opmerking van die ceremoniemeester dat je toch altijd eerst de beste wijn schenkt en dan “als ze dronken zijn” de minder goede – zo ging dat blijkbaar op bruiloften.

Ja en dan doet de Meester er zelfs nog heel wat schepjes bovenop door als halverwege

de wijn opraakt niet te zeggen dat het ook wel genoeg is geweest zo maar door van op zijn minst 500 liter water 500 liter wijn te maken- dat is echt veel: meer dan 700 flessen!

 

Misschien is dat ook wel met opzet zo gepland, als onderdeel van de opleiding van deze

ex-leerlingen van de asceet Johannes, of – kun je zeggen – als hun eerste inburgeringstoets.

Later herinnert Johannes, een van die zes, het zich nog levendig: “dit heeft Jezus gedaan

als eerste wonderteken, Hij toonde zo zijn grootheid, en zijn leerlingen geloofden in Hem”

Let vooral op dat: dit was het eerste wonderteken van Jezus, tekenend voor het vervolg.

Meteen al gaf hun nieuwe leermeester zijn visitekaartje af, ook daar komt Johannes later

op terug: “wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader”.

Hij zegt het drie jaar later zelf: wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien – Gods macht als

de Schepper, maar ook Gods gulheid en goedheid: wie bij God woont, die heeft het goed!

 

Dus is het volgen van Jezus niet het kiezen voor een sober en somber leven waarbij veel moet en niks mag – die oude plaat van de brede en de smalle weg zet ons zomaar ook wat op een verkeerd been:  alsof je bij Jezus alleen maar bijbel moet lezen en bidden en naar de kerk gaan, terwijl een feestje met je vrienden en muziek op een bruiloft en uitgaan verboden zouden zijn – dan ken je Jezus nog niet! – en zit je voor je weet in datzelfde schuitje als wie

in zijn eigen tijd Hem uitmaakten voor een veelvraat en een drankorgel, een maatje van tollenaars en  zondaars – terwijl ze trouwens die zwartkijker Johannes ook niet pruimden.

 

Nou, Jezus komt er openlijk voor uit – de Mensenzoon eet en drinkt wel, Ik wel, anders dan

Johannes – maar dat past juist in Gods plaatje en in mijn program: dat is nou Gods wijsheid.

Hoor maar: “Bruiloftsgasten kunnen toch niet treuren zolang de bruidegom bij hen is?”.

Jezus, Hij komt als de bruidegom het nieuwe verbond mogelijk maken, en het feest redden dat God wil vieren met zijn bruid, zijn volk – waar de profeten al over gesproken hebben en Gods volk eeuwen naar uitgekeken heeft, lees b.v. Jesaja: “Zoals een jongeman een meisje tot vrouw neemt, zo zullen jouw zonen jou ten huwelijk nemen, en zoals de bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zo zal God zich over jou verheugen”  (Jes. 62: 5).

 

Ja maar, wat Jezus ook gezegd heeft over zichzelf en zijn volgelingen: “er komt een dag

dat de bruidegom wordt weggehaald, dan zullen de bruiloftsgasten treuren” (Matt.9: 15).

Dat slaat natuurlijk op de arrestatie en de veroordeling en de kruisdood van Hemzelf.

Die schaduw hing over die laatste maaltijd van de leermeester en de leerlingen heen,

die maaltijd die voor hem het galgenmaal en voor hen het afscheidsmaal was: “Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt”.

En nog een keer als Jezus voor het laatst hier op aarde de beker met wijn aan de mond

zet: “vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag

komt dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader”. Daar

zit de bittere smaak van de dood al doorheen, die andere beker, vol van Gods toorn, maar tegelijk de voorsmaak van de overvloed van vreugde die Hem en ons te wachten staat.

 

Straks in het formulier komt dat terug, met het oog op dat dubbele in het avondmaal:

“gedenk dat het kostbare bloed van onze Heer Jezus Christus uitgegoten is om al onze

zonden volkomen te verzoenen” en tegelijk en juist daarom en als vrucht daarvan:

“Aan zijn tafel krijgen we alvast een voorproefje van de overweldigende blijdschap die hij beloofd heeft. Vol verlangen zien we uit naar zijn luisterrijke verschijning, naar de bruiloft van het Lam, waar Hij opnieuw wijn zal drinken in het koninkrijk van zijn Vader”. Ja en dan met niet meer de bijsmaak van nog zonde en nog verdriet en pijn, en zonder de bittere nasmaak van teleurstelling, gebrokenheid, onvervulde verwachting,  maar van alleen puur genieten.

 

Vandaag mogen we ons weer bevoorrecht weten en het meenemen verder het jaar door:

“gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd” – ja en bedenk

maar dat die uitnodiging met bloed geschreven is – het bloed van de bruidegom zelf.

 

“U hebt de beste wijn voor het laatst bewaard”, zei die ceremoniemeester stomverbaasd tegen de bruidegom – wie doet dat nou? dat is toch de omgekeerde wereld! – nou precies, die omgekeerde wereld komt Jezus inluiden: het beste moet nog komen,en komt als Hij komt.

 

Dit eerste teken is veelbetekend en veelbelovend – een uitlegger zegt het treffend zo:

“Zonder veel ophef van zijn werk te maken zorgt Jezus voor ongestoorde vreugde: als een

bruiloft in het water dreigt te vallen, wordt het water wijn” – en niet zomaar wijn maar wijn van superieure kwaliteit – je kunt proeven hoe goed God is, en hoe goed het leven is met God.

Daar kan de beste avondmaalswijn niet tegenop, en zelfs het mooiste feest dat je nu al mag vieren, valt in het niet bij wat nog gaat komen, inderdaad: de beste wijn voor straks bewaard.

 

Want – zeggen oude dichtregels –   “Op aarde was als ijdel glas uw blijdschap licht te   schenden. Maar eenmaal kan de vreugde van de bruiloft nimmer enden”

 

amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *