2 Petrus 3: 15a – Gods geduld – oudejaarsdienst

liturgie oudejaarsdienst 31 december 2012

 

votum en groet

zingen:       Ps. 117

schuldbelijdenis

zingen:       Ps. 86: 2

genadeverkondiging

zingen:      Ps. 86: 5

gebed om verlichting met Gods Geest

Schriftlezing:  Lucas 13: 1-9

zingen:      Ps. 103: 3

Schriftlezing:  2 Petrus 3: 8-9

zingen:      Ps. 90: 3,6

verkondiging: 2 Petrus 3: 15a

zingen:     Lied 252 (1-4)

gebed

collecte

zingen:     Gz. 147: 1 (+R) a; 2 m (R:a); 3 v (R:a); 4 a)

zegen

amen:       Gz. 147 refrein

——————————————————————————————————-

Gemeente van Christus, ouderen en jongeren, geliefd door God onze Vader,

 

We mogen er nog zijn, en samen de laatste dag van 2012 beleven, en dit jaar afsluiten.

Dat is niet vanzelfsprekend maar een wonder: God gaf ons er weer een jaar bij.

Anderen hebben het einde van dit jaar niet gehaald, misschien wel iemand die u goed

gekend heeft, van wie je veel hebt gehouden, die er altijd bij was maar vanavond niet meer.

2012 was ook een jaar van natuurgeweld, oorlog, schietpartijen op scholen, geweld in het

uitgaansleven en op het sportveld, honger, en een jaar waarin mensen ziek werden, een

verkeersongeluk kregen, of een hartinfarct – want we zijn en we blijven ‘stervelingen’.

We denken met ontroering terug aan zovelen voor wie 2012 het laatste jaar van hun leven hier op aarde betekende, en dat waren niet alleen ouderen maar ook veel jongeren en zelfs heel veel kinderen…..

 

Des te meer mag het ons verwonderen en dankbaar stemmen dat wij er vanavond zijn.

In het licht van wat we weer van de Heer Jezus hebben gehoord is dat echt een wonder

en niet daaraan te danken dat wij het er beter hebben afgebracht dan die anderen die

ineens een ongeluk kregen, of door een doorgeslagen schutter zijn neergeknald, die

zijn gestorven van honger en uitputting in dat vluchtelingenkamp, of zijn omgekomen

tijdens de uitoefening van hun werk als politieman, hulpverlener, grensrechter, militair..

Dat u en jij en ik er bij zijn vanavond is niet omdat wij christen zijn en trouw kerkganger.

Alsof wij beter zijn dan die collega die stierf na een lang ziekbed of die buurman die in

het verkeer is omgekomen, of die jongeren die het pesten niet meer aan konden….

Leer van Jezus die heilzame les dat zij niet groter zondaars zijn dan jij – u – of ik – en

neem zijn waarschuwing ter harte: als jullie niet – allemaal en elke dag, en nog dit jaar-

steeds weer je bekeren, kan datzelfde lot je treffen, zul je allemaal net zo omkomen….

 

Des te meer stemt het tot nadenken en tot dankbaarheid dat de grote eigenaar van de wijngaard – betrek het vandaag maar op de gemeente, en op uw en jouw leven -ook in 2012 heeft gezegd: laat mijn gemeente, mijn wereld, en zijn of haar leven – ook dit jaar met rust – maak er nog geen einde aan – zoals een lied het vertolkt: wij danken U, o Heer, dat Gij ons genadig hebt beschermd, ook dit jaar weer….en ook – als gebed voor een nieuw jaar: heb ook dit jaar met ons geduld – en sterk ons klein en zwakgeloof, tot uw eigen roem en eer.

Waarmee we wat Jezus zei verbinden met wat Petrus later schreef: de Heer heeft geduld met jullie, en wees er maar blij mee want dat geduld van onze Heer is uw en jouw redding!

Gods geduld

1.  wees er maar blij mee

2.  doe er je winst mee

3.  volg Hem daarin na

 

1.  Gods geduld: wees er maar blij mee.

 

Dat schrijft Petrus met het oog op de beloofde terugkomst van Jezus die langer duurt

dan blijkbaar verwacht werd, tot onrust bij sommigen en spot van anderen – lees maar

vs 4: “Waar blijft Hij nu? Hij had toch beloofd te komen?” – zie je wel, er komt niks van!

Je krijgt de indruk dat de christenen aan wie Petrus schrijft met die spot niet zo goed

raad wisten en er geen antwoord op hadden, want hadden die spotters niet eigenlijk

wel een punt: de Heer had toch beloofd gauw terug te komen, waarom duurt het dan

zo lang, en hadden ze het dan verkeerd begrepen, en ze verlangden toch naar Hem?

En dan legt Petrus uit dat de Heer niet treuzelt, dat het geen uitstelgedrag is van God

en dat van uitstel zeker geen afstel komt – wie dat denkt, vergeet wat ooit is gebeurd

toen God ook een oordeel had aangekondigd en ze Noach voor gek verklaarden: wat

een dwaas om een zeeschip te bouwen op het droge met geen vuiltje aan de lucht…-

maar op Gods tijd werd de aarde door het water overspoeld en kwamen velen om.

In zijn eerste brief (3:20) had Petrus er ook al aan herinnerd en juist in dat verband het

woord geduld laten vallen: “toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd.”

In de vorige vertaling staat:  “toen de lankmoedigheid van God bleef afwachten”.

 

Kijk, en net als bij die zondvloed lang geleden wil God ook met het oog op de grote

dag van de terugkomst van Jezus en het eindoordeel dat dan komt, ruimte scheppen

voor zijn mensen, voor zijn wereld, om tot inkeer te komen, en er klaar voor te zijn.

Ja en het is goed te bedenken dat je daar ook zelf je leven en je toekomst aan te

danken hebt, want – wil Petrus maar zeggen – als de Heer eerder gekomen was,

was het evangelie niet bij jullie gekomen, waren jullie niet tot geloof gekomen –

dus weer maar blij dat God geduld heeft gehad en nog heeft met jullie (vers 9);

“bedenk dat het geduld van onze Heer – zijn lank-moedigheid – jullie redding is”.

 

Wij die bijna tweeduizend jaar later leven en nog veel meer ons zouden kunnen

afvragen wanneer de Heer eindelijk komt en waarom het nog altijd niet zover is

en dat weer bijna een jaar om is, en de wereld natuurlijk niet is vergaan op 21 dec.

want dat verhaal van die Maya-kalender is onzin maar Jezus dan, Hij is er ook

nog steeds niet, en die dominee die denkt dat het in 2035 zover is, zit er volgens

ons naast natuurlijk – we kunnen de wederkomst niet berekenen – maar is niet het

gevaar voor ons dat we net als die spotters er niet eens meer op rekenen dat het

echt gaat gebeuren, en dat het morgen zou kunnen of volgend jaar – en als er al mee rekenen, hopen we er dan op, kijken we ernaar uit, bidden we erom: Heer, kom toch

gauw – of denken we stiekem: het zal wel niet – en van mij hoeft het ook nog niet?

Terwijl best wel heel ongeduldige mensen zijn – naar elkaar toe en naar God toe.

Zeker in onze chaotische en jachtige tijd is er veel ongeduld, stress, en agressie.

Wachten in een rij bij de supermarkt, wachten voor een stoplicht of in de file, wachten tot de storing als je net TV zit te kijken voorbij is – wachten tot je iemand van dat bedrijf aan de lijn krijgt (“er zijn nog tien wachtenden voor u”) – irritant dat die computer zo traag opstart – waarom schieten ze nou niet op met die bouw – waarom is dat pakje nog niet bij de post?

Overal wordt gewerkt met deadlines en moeten targets gehaald worden en is tijd geld.

En waarom gaat het in de kerk vaak zo stroperig en lopen we altijd bij alles achteraan?

Ik las: “ongeduld is altijd een aanwijzing dat je de zaken naar je eigen hand wilt zetten“.

En ergens anders: “Mensen hebben korte lontjes. Als aan onze bezwaren niet tegemoet gekomen wordt, spelen we op. Als ons iets niet bevalt, laten we het weten en moeten er direct maatregelen worden getroffen”.  Genoeg voorbeelden ervan ook het afgelopen jaar van agressie tegen hulpverleners, artsen en verpleegkundigen, scheidsrechters enz.

Ongeduld heeft behalve met het zelf willen regelen van je eigen zaakjes en het willen bereiken van je eigen doelen en het willen binnenhalen van wat voor jou belangrijk is, als vanzelf ook te maken met geen ruimte en geen voorrang willen geven aan de ander als

die ander jou in de weg zit of jou dwars zit of niet beantwoordt niet jouw verwachtingen.

Nog twee citaten die dat duidelijk maken:”We kunnen de ander moeilijk verdragen, wat ons niet bevalt moet uit onze ogen verdwijnen”. En andersom juist: “Geduld hebben met een ander is een vorm van respect, een vorm van de ander in zijn waarde laten”.  Denk maar

weer aan die file, of die telefoon, of die rij voor de kassa – zou daar ook niet die bijbelse

les gelden dat we niet alleen ons eigen belang maar ook dat van de ander moet zoeken,

dat we de minste moeten willen zijn, en hoe doen we dat thuis en hoe gaat dat in de kerk?

 

Kijk, en van ongeduld hebben we ook hel vaak last als het gaat om wat God doet – of hebt u niet aan het eind van een jaar last van ongeduld over dingen die nog steeds niet opgelost

zijn, dat waarvoor je al zo vaak gebeden hebt maar wat weer niet gebeurd is; denk ook

maar aan die waarom-vragen in verband met lijden van jezelf of bij anderen waarvan je onwillekeurig denkt: waarom laat God dat toe, waarom grijpt God niet in, en: hoe lang moet

dat nog duren,  vragen die niet van vandaag of gisteren zijn maar ook in de bijbel al te

vinden zijn, denk aan Israel in de woestijn als er geen brood of water was, of later in de ballingschap: God is ons zeker vergeten; en bij de apostelen: wanneer komt Gods rijk nou?

Maar heel vaak is er dat ongeduld vooral als ons eigen belang op het spel staat en we graag willen dat God aan onze narigheid een eind maakt en God toch vooral onze wensen moet vervullen – dat kan zelfs ons parten spelen bij het denken over de wederkomst – als we in de ellende zitten kan het niet gauw genoeg gebeuren en bidden we er best vaak en veel om,

maar als alles goed gaat en we nog allerlei plannen hebben mag het nog wel even duren.

 

Gemeente, God heeft van zijn kant veel geduld, met zijn mensen, ook met u en jou en mij.

Als we misschien ongeduldig zijn en het gevoel hebben dat God ons maar laat wachten,

bedenk dan dat God elke dag maar weer op ons moet en vooral wil wachten: op ons gebed,

op wat wij hebben beloofd maar steeds maar niet doen of half doen; dat God ons elke dag zoveel missers en tekortkomingen, zoveel traagheid en ongeduld, moet en wil vergeven.

Het woord dat hier vertaald is met geduld, is wat in oudere vertalingen ‘lankmoedigheid’ is.

Dat oude woord staat dicht bij de woorden die in het Hebreeuws en het Grieks gebruikt

worden, en letterlijk zoiets betekenen als: een lange adem hebben, het lang volhouden, niet gauw boos worden en niet meteen ingrijpen – een lange adem en geen kort lontje -en dat is geweldig want dat betekent dat God het lang met ons mensen wil volhouden, dat God ons serieus neemt en ons de ruimte wil geven en de tijd gunt om onze weg te zoeken door dit leven en onze keuzes te maken, om van onze fouten te leren en tot inkeer te komen en om samen er wat van te maken in zijn wereld, tot zijn eer en met hulp van zijn Heilige Geest.

Dan is 2012 met alles dat daarin is gebeurd niet een verloren jaar maar weer een jaar vol van Gods geduld en genade, en weer een jaar dichterbij de laatste dag die zeker komt.

 

2.  Gods geduld: doe er je winst mee.

 

Dat wil Petrus ons ook meegeven: God geeft je de ruimte en gunt ons als mensen de tijd

maar dat is niet een vrijbrief om maar onze eigen gang te gaan en onze eigen zin te doen.

Denk maar weer terug aan die lange periode die aan de zondvloed vooraf is gegaan, toen Gods geduld eindeloos leek en de mensen dachten dat het er echt niet van zou komen –

de Heer zegt ervan: “zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag dat Noach de ark binnenging, en zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt“, daarom, zegt Jezus, moeten jullie klaar staan, erop voorbereid – en Petrus schrijft: “God wil dat iedereen tot inkeer komt en gered wordt”.

Daar geeft God nog steeds de tijd voor, en het komt erop aan hoe wij die tijd gebruiken.

Vlak voor ons tekstvers staat: u moet zich inspannen (letterlijk: je haasten) om smetteloos,

onberispelijk en in vrede aangetroffen te worden – en dus elke dag daarmee bezig zijn.

In vers 11 staat de aansporing om heilig en vroom te leven – dat is niet als vroompies

of heilige boontjes, maar als mensen die bij God horen en op hun Heer willen lijken.

in hoe we omgaan met elkaar, met mensen die een beroep doen op onze hulp, met

de schepping die God ons toevertrouwt, met onze relaties, onze gezondheid, ons geld

en bezit, met zoveel dat God ons ook in 2012 gegeven heeft, vanuit zijn liefde en genade.

Dat door het werk van Gods Geest vruchten te zien zijn van dat geduld van God met ons:

liefde en vreugde, vrede, geduld om te verdragen, en goedheid, geloof om veel te vragen

en ook om met anderen te delen, en dat we niet krampachtig vasthouden aan wat zelf

hebben of wie we zelf zijn, niet alles alleen vanuit onszelf bekijken met zomaar een hard oordeel of een vlotte veroordeling van anderen, maar bereid onszelf te bekijken met de

ogen van God en de ogen van anderen, en met oog en oor en hart voor onze naasten.

 

Ja en daar krijgen we nog altijd veel ruimte voor, en vrijheid, in dat land waar wij wonen,

een land met problemen, economische en financiële problemen, maar vooral problemen

op moreel gebied, denk alleen maar aan die agressie die we al noemden, dat ongeduld

(waar christenen weinig beter mee omgaan dan anderen), dat gaan voor jezelf en alles

bekijken en beoordelen vanuit jezelf, dat gebrek aan respect voor medeburgers zeker als die anders zijn dan wijzelf, dat gebrek aan ruimte voor wie anders denken tot in de kerk toe.

Dat God nog geduld heeft….nee niet met die ander, maar met onszelf: met jou en met mij.

Dat God zo vergevingsgezind is, en niet boos blijft, niet een kort lontje maar een lange adem heeft….die ook in 2012 niet deed naar alles wat wij deden maar onze schuld heeft uitgewist…

Hoe gaan wij daar dan mee om, hoe gebruiken we die ruimte, die vrijheid om God en elkaar te dienen, om uit te komen voor onze mening en voor ons geloof, om elke dag naar school te gaan en op zondag naar de kerk, wat doen we met die welvaart nog steeds en die zorg….

Doen we daar onze winst mee en plukken ook anderen er de vruchten van – of zijn we alleen gericht op korte-termijn-belangen, vooral voor onszelf – en eindigt ons leven vruchteloos?

 

We hebben ook dat stukje onderwijs van onze Heer Jezus gelezen, over die vijgenboom

die maar geen vruchten opleverde en dreigde omgehakt te worden – maar die er weer een jaar bij kreeg en extra verzorging, dankzij de goedheid en het geduld van de wijnbouwer –

wees maar blij met zoveel geduld van je God – maar doe daar dan wel je winst mee!

 

3.  Gods geduld: volg Hem daarin na.

 

  De bijbel is vol van Gods geduld, zijn ‘lankmoedigheid’, verbonden met goedheid en liefde.

Gods geduld, dat is dat Hij zijn mensen respecteert en ruimte geeft om te zijn wie ze zijn,

dat Hij ons niet opjaagt en onder druk zet, en ons de tijd geeft om te kiezen en te groeien.

Psalm 103 zingt ervan “Liefdevol en genadig is de HEER, Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw, niet eindeloos blijft Hij twisten (ruzie met ons maken), niet eeuwig duurt zijn toorn”.

En echt, Petrus spreekt ons aan, kerkmensen: alleen aan Gods geduld heb je je redding

te danken – ja en jullie God wil dat ook die anderen tot inkeer komen en worden gered –

nou, en als God zoveel geduld heeft met jou en mij, zouden wij dan niet veel geduld hebben met elkaar en met hem of haar die net als wij onderweg is, op zoek, op drift misschien, of

al zo lang ver weg, of misschien langs een heel andere weg op zoek naar de zin van zijn leven, naar haar bestemming, naar wie als de Schepper met alle mensen zijn doel heeft?

 

Meer dan eens wordt het aangegeven en aangeprezen als een christelijke houding, als zelfs vrucht van de liefde die de Geest van Christus wil werken: geduld, een lange adem

naar de ander toe,en naar de toekomst die God in het vooruitzicht stelt toe,want -1 Kor.13-

“de liefde is geduldig en vol goedheid” – vanuit geloof, dat is niet om vooral veel te krijgen maar om veel te geven,  en dat leert te leven vanuit de verwondering. dit leven, deze aarde, de adem in en uit, en weer een jaar erbij, het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid.

 

amen                           

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *