1 Korintiërs 10: 16: Wees mijn brood en mijn beker

liturgie dienst van Schrift en tafel zondag 11 november 2012

votum en groet

zingen:   Ps. 93 : 1,3

wet van de HEER

zingen:   Lied 344: 1,3,5

gebed

Schriftlezing:  1 Kor. 10: 16-17

en 11: 23-26

zingen:  Gz. 125: 1,2,3

verkondiging: 1 Kor. 10: 16

zingen:  Gz. 125: 4,5,6

gebed

collecte

zingen (met koor): Gz. 128

avondmaalsformulier V

zingen:  Ps. 23: 3

zegen

—————————————————————————————————

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

 

  “Wees mijn brood en mijn beker”.

Zo begint het refrein van het lied dat we samen met het koor gaan zingen, Gezang 128 uit het

Gereformeerd Kerkboek

Het is onderdeel van het paasoratorium ‘Het Lam dat ons doet  leven’, van Ria Borkent en Dirk Zwart.

 

Eigenlijk is het een gebed, gericht tot de Heer Jezus, met het oog op wat gebeurt bij het avondmaal.

Je vraagt of wat het brood en de beker wijn uitbeelden, ook echt mag gebeuren:  dat je voor je geloof, voor de reis door dit leven naar het komende grote feest, eten en drinken mag meekrijgen.

In couplet 2 staat b.v. eerst: “Jezus deelt bij de maaltijd een beker wijn en een brood. (Jezus) Die

voor eens en voor altijd zich offert in de dood” – en dan volgt dat:  “Wees mijn brood en mijn beker”.

 

Je kunt het niet beter zeggen dan de catechismus het doet: “dat zijn gekruisigd lichaam en vergoten

bloed de echte spijs en drank zijn waardoor onze ziel tot het eeuwige leven gevoed wordt, evenals

brood en wijn het tijdelijk leven onderhouden” –  Jezus is als het ware zelf ons eten en ons drinken.

Hoor maar: “Wees mijn brood en mijn beker, mijn ogen dorsten naar U, die de dood wilde breken,

het leven schenkt Gij nu”.  En een couplet eerder: “delen wij in uw leven, o Heer, dan leven wij”.

 

Bij een andere gelegenheid gebruikt de Heer ook sterke taal: “Ik ben het brood dat leven geeft”

(Joh. 6: 35)…”en het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam” (6:51).

mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. Wie mijn lichaam eet en mijn

bloed drinkt, blijft in mij en Ik in hem “ (Joh. 6: 55 en 56)…..en dan gebruikt de Heer voor eten

ook nog een bijna grof woord dat zoiets betekent als:  verslinden, opslokken, opvreten…..maar

dat is niet grof bedoeld maar wil zeggen dat je door het geloof wat Jezus voor je gedaan heeft

je helemaal eigen maakt, dat je helemaal een wordt met Hemzelf:  ik in Hem en Hij in mij!

Vergelijk het maar met wat weleens gezegd wordt als mensen heel veel van elkaar houden:

je bent om op te vreten…..die is alles voor jou…..je kunt en wilt nooit meer zonder elkaar.

 

Kijk, en dat zeg je maar niet als je avondmaal viert, maar dat doe je samen en vier je samen.

Niet voor niets zei de Heer eerst toen Hij brood ronddeelde en daarna toen ze wijn dronken:

doe dit, en blijf het doen, en denk aan Mij” – ik las: “God laat ons zijn evangelie doen, tasten,

proeven, vorm geven, lichamelijk vieren. Hij geeft ons de ervaring van Christus te ontvangen,

te delen en te verwachten.  Zoals we dit brood delen en de beker heffen en rond laten gaan,

zo leven we van Christus”.  Christus die zelf het brood is – Jezus leven van mijn leven – en zelf

de beker waaruit we elke keer weer en elke dag weer mogen drinken – Hij schenkt het leven!

Nou, en dan kun je nog wel een stap verder gaan  als je nadenkt over die twee: brood en beker.

Want brood is dat je voedsel krijgt, dat je honger wordt gestilt, dat je er energie door opdoet.

 

Zo is dat ook geestelijk, met het  geloof in Jezus die zijn eigen leven voor u en voor jou overhad.

Hij wilde voor mensen die de dood verdiend hadden en niet in staat zijn hun leven veilig te stellen, echt leven verdienen en daarvoor zijn eigen leven opgeven: en dat leven is er voor ons als wij ons

met alles wat we hebben en zijn aan Hem toevertrouwen, en als zijn leven ook ons leven wordt.

Wees mijn brood, dat is een verlangen om te ervaren dat je sterker wordt in vertrouwen , in

hoop, in liefde naar God toe en naar mensen om je heen toe – door je eigen te maken wie Jezus is en wat hij heeft gedaan, hoe Hij sterker was dan het kwaad en de dood – Heer, maak mij ook zoals U.

 

En weer: dat doe je maar niet op je eentje, dat doen we samen, want we zijn samen onderweg –

dat wordt door de lopende viering van vanmorgen extra onderstreept – en we hebben allemaal

geloofsmoed nodig voor de reis door dit leven, en we mogen ons optrekken aan elkaar, en we

mogen ons ook verbonden weten met al die anderen die ons zijn voorgegaan en die overal ter

wereld diezelfde reis aan het maken zijn, en ook denken aan zovelen die er nog bij gaan komen.

Ja, en allemaal hebben we het zo nodig, gezien wat er allemaal onderweg tegen kan zijn en tegen kan vallen – ziekte, zorgen, gebrokenheid, strijd tegen je eigen zonden, eenzaamheid, twijfel en vragen –

allemaal kunnen we niet zonder: brood dat energie geeft, dat al onze tekorten aanvult, dat ons

op de been houdt en steeds weer op de been helpt: Jezus het leven zelf: weest u ons brood!

Naar zijn belofte dat als we leven uit zijn kracht en liefde, we mogen volhouden en zullen leven.

 

Ja, en dat maakt dat als je avondmaal viert en je geloof laat versterken, het ook een feest wordt.

 

Wees mijn beker, dat is dan natuurlijk dat je ernaar verlangt en erom bidt dat door geloof in Jezus je dorst naar geluk, naar een leven dat zin heeft en uitzicht – ten diepste: je dorst naar God – gestild

wordt;  daar heeft Jezus zijn bloed voor laten vloeien, daar gaf Hij zijn leven voor: wees mijn beker!

Maar wijn drinken, dat had toen en dat heeft nu ook iets feestelijks: hier mag op gedronken worden.

Niet voor niets heette die beker van het pesach: beker van de dankzegging, van de lofprijzing.

Ik las: “De beker van de dankzegging is vergelijkbaar met de glazen van onze toast” : zoals bij een

staatsbanket van onze koningin met een staatshoofd van een ander land ze toasten op elkaars land,

zo is de wijn bij het avondmaal naar Jezus’ eigen woorden ‘de beker van het nieuwe verbond in

mijn bloed’ – met het uitzicht dat de Koning straks met ons wijn zal drinken in zijn koninkrijk – de

beker van het avondmaal geeft er een voorproefje van:  op Uw koninkrijk dat zeker zal komen!

Zelfs elke dag mogen we daar al iets van proeven en ernaar verlangen: weest U mijn beker!

 

Wat een feestelijk lied dat we zo meteen gaan zingen, samen met het koor : “Drinkt de wijn van bevrijding, en eet het levende brood. Vier de vrolijke tijding, de zegen van zijn dood.  Zonde is

ons vergeven, de dood voor eeuwig voorbij. Delen wij in uw leven, o Heer, dan leven wij”

 

                                                                         amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *